‘Het leven begint bij veertig!’ dat heb ik vaak mogen horen toen ik deze gezegende leeftijd in het jaar 2006 mocht bereiken. Hoe vaak ik het heb mogen aanhoren, weet ik niet precies. Maar in ieder geval meer dan veertig keer. Dat weet ik wel. Ik weet trouwens niet hoe men het leven ziet na de veertigste verjaardag, want voor mij begon na mijn veertigste verjaardag eigenlijk alle ellende. Niet meteen op mijn verjaardag zelf, maar binnen een half jaar na die datum zat ik ineens bij de eerste hulppost van Almere.
Het was op een verjaardagsfeestje van een oud-collega, die zelf in april van het jaar 2007 nog lang geen veertig ging worden. Het was haar vierendertigste verjaardag. Zij had nog wel even een zestal jaren te gaan.
Zij wel.
Ik niet.
Ik had mijn veertigste verjaardag een paar maanden eerder mogen vieren.
De avond van het verjaardagsfeestje in april was gezellig. Gezellig zoals het alleen in Nederland gezellig kan zijn. De ambiance is gezellig en de mensen doen gezellig. Het was een kleine groep mensen. Volgens mij niet meer dan zes personen. Dan kan je nog leuke en gezellige gesprekken met enige diepgang voeren. Ik zat heerlijk nonchalant met één bil op de leuning van de bank. Druk in gesprek met de anderen en een glas rode wijn in de hand. Op een gegeven moment, later op de avond, ging ik even verzitten en schoot er een enorme pijn door mijn rechtervoet.
Een helse pijn die ik nog nooit had ervaren. Het voelde of er een mes in mijn rechtervoet werd gestoken ter hoogte van het teengewricht van mijn grote teen. Ik kon mijn voet niet meer bewegen en het teengewricht zat op slot. Wanneer ik op mijn rechterbeen wilde staan, was het alsof er nu meer dan tien messen in werden gestoken. Opstaan was dat moment geen optie.
Na nog een glas rode wijn en dertig minuten later zijn we, omdat de pijn aanbleef, naar de eerste hulppost gereden waar de dienstdoende arts mijn voet inspecteerde. Nadat ik hem vertelde dat hij niet de pijnlijke voet aan het checken was, kwam hij na inspectie van mijn rechtervoet tot de conclusie dat mijn teengewricht op slot zat. Zo ver was ik zelf ook al gekomen. Ik kreeg medicijnen mee; pillen tegen de pijn en pillen tegen de maagpijn die de eerste pillen mochten veroorzaken. Rust werd mij geboden, maar dat was geen al te moeilijk bevel. Ik kon tenslotte niet anders.
Een maand later, na een röntgenfoto en nog meer onderzoek werd door mijn huisarts de conclusie getrokken dat ik last had van artrose in mijn voet en dat ik hiermee moest leren leven. Zo begon mijn leven bij veertig. Leuk. Nog geen jaar later mocht ik een opticien bezoeken, want het lezen van een normale tekst in krant of tijdschrift ging me steeds meer moeite kosten. Ik moet toegeven dat het op het gezondheidsvlak lang stil is gebleven. Alleen is het nu, dat ik de laatste tijd niet meer alles hoor, wat anderen wel horen.
Eind volgend jaar word ik vijftig jaar oud. Ik hoorde laatst iemand zeggen dat vijftig het nieuwe veertig is.
Ik kon alleen nog denken: oh shit.
Het was op een verjaardagsfeestje van een oud-collega, die zelf in april van het jaar 2007 nog lang geen veertig ging worden. Het was haar vierendertigste verjaardag. Zij had nog wel even een zestal jaren te gaan.
Zij wel.
Ik niet.
Ik had mijn veertigste verjaardag een paar maanden eerder mogen vieren.
De avond van het verjaardagsfeestje in april was gezellig. Gezellig zoals het alleen in Nederland gezellig kan zijn. De ambiance is gezellig en de mensen doen gezellig. Het was een kleine groep mensen. Volgens mij niet meer dan zes personen. Dan kan je nog leuke en gezellige gesprekken met enige diepgang voeren. Ik zat heerlijk nonchalant met één bil op de leuning van de bank. Druk in gesprek met de anderen en een glas rode wijn in de hand. Op een gegeven moment, later op de avond, ging ik even verzitten en schoot er een enorme pijn door mijn rechtervoet.
Een helse pijn die ik nog nooit had ervaren. Het voelde of er een mes in mijn rechtervoet werd gestoken ter hoogte van het teengewricht van mijn grote teen. Ik kon mijn voet niet meer bewegen en het teengewricht zat op slot. Wanneer ik op mijn rechterbeen wilde staan, was het alsof er nu meer dan tien messen in werden gestoken. Opstaan was dat moment geen optie.
Na nog een glas rode wijn en dertig minuten later zijn we, omdat de pijn aanbleef, naar de eerste hulppost gereden waar de dienstdoende arts mijn voet inspecteerde. Nadat ik hem vertelde dat hij niet de pijnlijke voet aan het checken was, kwam hij na inspectie van mijn rechtervoet tot de conclusie dat mijn teengewricht op slot zat. Zo ver was ik zelf ook al gekomen. Ik kreeg medicijnen mee; pillen tegen de pijn en pillen tegen de maagpijn die de eerste pillen mochten veroorzaken. Rust werd mij geboden, maar dat was geen al te moeilijk bevel. Ik kon tenslotte niet anders.
Een maand later, na een röntgenfoto en nog meer onderzoek werd door mijn huisarts de conclusie getrokken dat ik last had van artrose in mijn voet en dat ik hiermee moest leren leven. Zo begon mijn leven bij veertig. Leuk. Nog geen jaar later mocht ik een opticien bezoeken, want het lezen van een normale tekst in krant of tijdschrift ging me steeds meer moeite kosten. Ik moet toegeven dat het op het gezondheidsvlak lang stil is gebleven. Alleen is het nu, dat ik de laatste tijd niet meer alles hoor, wat anderen wel horen.
Eind volgend jaar word ik vijftig jaar oud. Ik hoorde laatst iemand zeggen dat vijftig het nieuwe veertig is.
Ik kon alleen nog denken: oh shit.