Het is een stormachtige zondag in januari. Het KNMI heeft de afgelopen dagen een weeralarm afgegeven voor harde windstoten aan de kust met een kracht van 110 kilometer per uur. Voor deze dag is er een alarmcode geel afgegeven; een waarschuwing voor gevaarlijk weer.
Rond het middaguur loop ik in Egmond aan Zee met duizend anderen te wachten op het startschot voor de halve marathon van Egmond aan Zee. De wind waait met enorme kracht over de Boulevard Noord en ter hoogte van hotel ‘De Graaf van Egmond’ sta ik samen met loopmaatje Remco en anderen te schuilen in een van de nissen van het gebouw. Niet dat het iets uitmaakt, want de wind waait gewoon door onze kleren heen. Om kwart over twaalf wordt er door de speakers de mededeling gedaan dat het startschot met een half uur wordt vertraagd omdat het strand door het hoge water is opgeslokt. We lopen nog maar eens door de straatjes van Egmond aan Zee en doen een korte –illegale- plaspauze in een van de vele hotelletjes die de badplaats rijk is. Hier kunnen we ons nog even snel opwarmen voordat we naar het startvak teruggaan.
Vlak voor de klok van één uur sta ik met honderden, in schreeuwerig neon gekleurde hardloopkleding gestoken hardlopers in het derde startvak. Doordat we dicht bij elkaar staan voelt de temperatuur iets warmer aan, maar de wind blijft krachtig waaien. Uiteindelijk, na een paar minuten mogen we van start. De eerste drie kilometer leiden door Egmond aan Zee, waarna we zeven kilometer over het strand richting Castricum lopen. Eenmaal op het strand wil ik tempo maken en ondanks de smalle strook die te belopen valt (niet meer dan drie personen naast elkaar) loop ik langzaam op Remco uit. Het valt me tegen, het hardlopen op zand. Ik ben gewend om op een harde ondergrond te lopen en dan is een strand toch anders. Vermoeiend ook. Wanneer je andere hardlopers wilt inhalen moet je door het mulle zand en dat loopt niet fijn.
Tijdens het hardlopen valt de wind best mee. Vlokken zeeschuim waaien je om de enkels, maar verder is het prima te doen. Na negen kilometer te hebben gelopen en de volgende strandopgang in zicht is, loop ik met goede moed naar het punt van de tien kilometer. Eenmaal boven op de opgang ben ik blij dat ik straks weer over een verharde weg mag lopen, maar daar vind ik een kleine tegenslag. We mogen bijna twee kilometer door de duinen lopen op zandgrond. Ik vind het ergerlijker dan het zandstrand. Kuilen en obstakels. Ik had het kunnen weten als ik het programmaboekje goed had doorgelezen. Eenmaal op de verharde weg kan ik weer tempo maken. Via de app op mijn mobiel hoor ik bij ieder afgelegde kilometer mijn gemiddelde snelheid en deze vind ik oké, gezien het parcours die ik op onverharde ondergrond liep.
De laatste kilometers vallen me zwaar. Ik krijg pijn in beide voeten en ik voel iedere stap die ik zet. Gelukkig maken de aanmoedigingen van het publiek veel goed. Na negentien kilometer ben ik op de Bloedweg aangekomen. Hier wordt heel wat van mijn resterende energie opgezogen. De weg ligt op een heuvel en loopt aardig steil naar Egmond aan Zee in westelijke richting. Flinke tegenwind en een steile opgang. Deze combinatie lijkt voor iedereen killing. Het publiek moedigt ons aan vooral niet op te geven, want we zijn er bijna. Bovenop de heuvel loopt de Bloedweg over in de Zeeweg en nadat ik het hotel Zuiderduin tijdens deze run voor een tweede keer voorbijloop, weet ik dat dit de laatste loodjes zijn. Nog een paar bochten te gaan en dan in de laatste bocht op het Vuurtorenplein is eindelijk de finish in zicht. Ik gebruik dat beetje energie dat nog in me zit om te finishen en na één uur en achtenveertig minuten loop ik deze halve marathon uit.
Rond het middaguur loop ik in Egmond aan Zee met duizend anderen te wachten op het startschot voor de halve marathon van Egmond aan Zee. De wind waait met enorme kracht over de Boulevard Noord en ter hoogte van hotel ‘De Graaf van Egmond’ sta ik samen met loopmaatje Remco en anderen te schuilen in een van de nissen van het gebouw. Niet dat het iets uitmaakt, want de wind waait gewoon door onze kleren heen. Om kwart over twaalf wordt er door de speakers de mededeling gedaan dat het startschot met een half uur wordt vertraagd omdat het strand door het hoge water is opgeslokt. We lopen nog maar eens door de straatjes van Egmond aan Zee en doen een korte –illegale- plaspauze in een van de vele hotelletjes die de badplaats rijk is. Hier kunnen we ons nog even snel opwarmen voordat we naar het startvak teruggaan.
Vlak voor de klok van één uur sta ik met honderden, in schreeuwerig neon gekleurde hardloopkleding gestoken hardlopers in het derde startvak. Doordat we dicht bij elkaar staan voelt de temperatuur iets warmer aan, maar de wind blijft krachtig waaien. Uiteindelijk, na een paar minuten mogen we van start. De eerste drie kilometer leiden door Egmond aan Zee, waarna we zeven kilometer over het strand richting Castricum lopen. Eenmaal op het strand wil ik tempo maken en ondanks de smalle strook die te belopen valt (niet meer dan drie personen naast elkaar) loop ik langzaam op Remco uit. Het valt me tegen, het hardlopen op zand. Ik ben gewend om op een harde ondergrond te lopen en dan is een strand toch anders. Vermoeiend ook. Wanneer je andere hardlopers wilt inhalen moet je door het mulle zand en dat loopt niet fijn.
Tijdens het hardlopen valt de wind best mee. Vlokken zeeschuim waaien je om de enkels, maar verder is het prima te doen. Na negen kilometer te hebben gelopen en de volgende strandopgang in zicht is, loop ik met goede moed naar het punt van de tien kilometer. Eenmaal boven op de opgang ben ik blij dat ik straks weer over een verharde weg mag lopen, maar daar vind ik een kleine tegenslag. We mogen bijna twee kilometer door de duinen lopen op zandgrond. Ik vind het ergerlijker dan het zandstrand. Kuilen en obstakels. Ik had het kunnen weten als ik het programmaboekje goed had doorgelezen. Eenmaal op de verharde weg kan ik weer tempo maken. Via de app op mijn mobiel hoor ik bij ieder afgelegde kilometer mijn gemiddelde snelheid en deze vind ik oké, gezien het parcours die ik op onverharde ondergrond liep.
De laatste kilometers vallen me zwaar. Ik krijg pijn in beide voeten en ik voel iedere stap die ik zet. Gelukkig maken de aanmoedigingen van het publiek veel goed. Na negentien kilometer ben ik op de Bloedweg aangekomen. Hier wordt heel wat van mijn resterende energie opgezogen. De weg ligt op een heuvel en loopt aardig steil naar Egmond aan Zee in westelijke richting. Flinke tegenwind en een steile opgang. Deze combinatie lijkt voor iedereen killing. Het publiek moedigt ons aan vooral niet op te geven, want we zijn er bijna. Bovenop de heuvel loopt de Bloedweg over in de Zeeweg en nadat ik het hotel Zuiderduin tijdens deze run voor een tweede keer voorbijloop, weet ik dat dit de laatste loodjes zijn. Nog een paar bochten te gaan en dan in de laatste bocht op het Vuurtorenplein is eindelijk de finish in zicht. Ik gebruik dat beetje energie dat nog in me zit om te finishen en na één uur en achtenveertig minuten loop ik deze halve marathon uit.