Het is vrijdagmiddag en de zon schijnt. Wat is er leuker om het weekend met een rondje hardlopen in te gaan? Oké, misschien kan ik met het grootste gemak een tiental andere dingen bedenken die net zo leuk kunnen zijn als op een vrijdagmiddag te gaan hardlopen, maar lopen in het zonnetje, met een stiekeme temperatuur in februari die eigenlijk bij het voorjaar hoort, staat dan weer heel hoog op mijn lijstje van ‘leuke-dingen-doen-op-de-vrijdagmiddag.
Nu loop ik nooit hard in een lange broek (of hardlooplegging), ik vind dat niet fijn. Mijn kuiten dulden het niet dat ze in strak textiel gehuld worden en wanneer ik dat wel doe, bezorgen ze me pijn in mijn benen. Ik luister naar mijn lichaam. Vooral naar mijn kuiten. Ik besluit dat ik vandaag weer eens in een korte broek kan gaan lopen. Tot aan boven de knie, zeg maar. Ik sluit de voordeur achter me, start mijn hardloop-app en loop de eerste vijf kilometer langs het spoor richting het westen.
Ik heb het er nog nooit met andere –mannelijke- hardlopers over gehad, maar wanneer ik in een strakke broek hardloop, is het opvallend dat er veel voorbijgangers schaamteloos naar mijn kruis staren. Het is geen verbeelding. Ik constateer het vanachter mijn donkere zonnebrilglazen. Opvallender is het dat de meerderheid van de kruisstaarders mannen zijn. Alsof ze weer op school na de gymles, onder de douches, vergelijkingsmateriaal nodig hebben. Ik moet ze teleurstellen (of verheugen), want mijn kleine grote vriend kent het verschil niet tussen hardlopen en zwemmen in koud water.
Niets te zien. Doorlopen. En dat is wat ik doe. Ik loop onder het spoor door, de Brikweg op, langs de nieuwe wijk Almere-Poort. Nadat ik de Godendreef ben gepasseerd, loop ik over het Van Wagtendonkpad richting de dijk. Wanneer je, net als ik, in een kustplaats bent geboren en getogen, blijft het water je als een magneet trekken. Bij het zien van een grote plas water is het voor mij altijd een beetje thuiskomen. Vandaag is het een beetje heiig over het water, waardoor ik Amsterdam en Marken niet goed kan zien. Het geeft me weer dat vrije gevoel wat ik alleen aan zee voel. De aanblik van oneindig niets.
Door het mooie weer ben ik niet de enige hardloper op de dijk. Een paar in schreeuwerig neongekleurde kleding gestoken hardlopers lopen me tegemoet. Ikzelf hou niet zo van die populaire, felle kleuren. Ik zie mezelf graag als de Johnny Cash onder de hardlopers. Niet dat ik met een gitaar hardloop, maar dat ik volledig in het zwart ren. In de zomer wil ik nog wel een lichtere kleur dragen, maar zwart is, zeg maar, mijn huiskleur. Alleen met de hardloopschoenen wil ik nog wel eens opvallen qua kleur. Knalblauw of feloranje. Mijn huidige hardloopschoenen zijn neongeel met limegroen. Als ik ooit mijn voeten bezeer wordt de pijn overschreeuwd door de kleuren van mijn schoenen.
Nadat ik de ‘snuit van de panter‘ heb belopen, keer ik huiswaarts. Ik heb een lichte wind tegen, maar het is niet al te koud en ik loop in een steady tempo door. Na 15 kilometer begin ik mijn voeten te voelen. Bij iedere stap eigenlijk wel. Maar de zon schijnt nog steeds en verwarmt mijn zwarte kleding. Ik loop via de Galjootweg richting het Michelinpad om naar het Beatrixpark te gaan. Eenmaal over de Beatrixpromenade gaat het snel. Langs de huizen aan de Koninginneweg, loop ik over de Wisselbrug het Algerapad op. Vlakbij de ondernemerswijk Randstad hoor ik via mijn hardloop-app dat ik 20 kilometers heb gelopen en ik vind het wel goed zo. De laatste honderd meters wandel ik naar huis.
Some of the fun I get from reading your entries is figuring out what you really wrote vs. what Google states you wrote. Do you have a ‘little big friend’ in your trousers?
LikeGeliked door 1 persoon
That’s what I meant. 🙂
LikeLike
Mooi: een stiekeme temperatuur.
LikeLike