Bij een van mijn laatste bezoeken aan de bibliotheek heb ik een boek van Simon Carmiggelt geleend. Het is een dik exemplaar van meer dan 200 bladzijden aan ‘kronkels’ en achterin zit een cd’tje in een doorzichtig hoesje met hierop een achttal door de heer Carmiggelt voorgelezen verhaaltjes. Nu hou ik best van lezen, maar af en toe voorgelezen worden heeft ook wel iets. Een soort van terugkeer naar je jeugd.
Ik plaats de cd in de wekkerradio die tevens de functie van cd-speler heeft. Zo bestaat de mogelijkheid, volgens de gebruiksaanwijzing van de wekkerradio, dat je zo met je favoriete muziek gewekt kunt worden. Nu moeten we dit schijfje van Simon Carmiggelt er niet inlaten zitten, want dan val ik morgenochtend meteen weer in slaap. Dit zegt niets over de stem van de heer Carmiggelt, maar wanneer hij uit zijn eigen werk voorleest ervaar ik een kalmerend, wiegend gevoel, waarbij ik binnen een minuut in slaap val. Deze cd zou als nieuwe sluimerfunctie kunnen fungeren, maar ik denk niet dat dit een goed idee is.
In het eerst voorgelezen kronkel met de titel ‘Hogerop’ (1954) vertelt Carmiggelt over zijn nieuwe bovenburen die op een van de eerste avonden in het nieuwe huis meteen ruzie hebben, waarbij de heer en mevrouw Carmiggelt uit pure nieuwsgierigheid bovenop een kast gaan zitten om de ruzie, een etage hoger, woordelijk te kunnen volgen. Ik redt het net tot het eind van het verhaal, voordat ik denk in slaap te zullen vallen. Het verhaal is boeiend en vooral grappig, maar ik moet vechten tegen de slaap. Ik besluit de cd uit de wekker radio te halen en het boek te openen. Ik lees een kort verhaaltje, waar ik moet om grinniken.
Op mijn bureau ligt een notitie in het handschrift van mijn vrouw: ‘De heer Verdeman vraagt of je hem belt.’
Nu ken ik de heer Verdeman niet, maar er bestaat geen bezwaar hem even op te schellen. Het nummer staat erbij, ik draai het en ik hoor een hoog stemmetje: ‘Met Anneke Verdeman.’
Die schat ik op vier. Ik doe wat room in mijn stem en zeg: ‘Zo Anneke, is je pappie thuis?’
‘Nee, meneer.’
‘En je moeder?’
‘Nee, meneer.’
‘Wie is er dan wel?”
‘Mijn broer, meneer.’
‘Nou, geef je broer dan maar.’
‘Ja meneer.’
Gekraak, gebons, gemurmel.
Eindelijk komt Anneke weer: ‘Meneer…’
‘Waar is je broer nou?’vraag ik.
Dan antwoordt ze bedroefd: ‘Ik kan hem niet uit de box krijgen.’
Ik sluit het boek, leg het om mijn nachtkastje en ik doe het licht uit. Ik draai me om en na nog geen paar minuten val ik in slaap.
Carmiggelt ligt en staat hier in huis ook op diverse plaatsen, zelfs als audioboeken
LikeGeliked door 1 persoon
Ik ben geen lezer, nooit geweest. Maar kronkels hebben ook wel eens naast mijn bed gelezen leuke korte verhalen voor mijn bijpassende spanningsboog wat lezen betreft
LikeGeliked door 1 persoon