Boodschappentas

jumbo-1

‘Wat doe je nou!’ Het is meer een schreeuw dan een vraag en deze komt uit de mond van een vrouw die in een rij naast mij bij de kassa in de supermarkt staat. Mijn eigen boodschappen worden door de bebrilde caissière langs de scanner gehaald. De duidelijk onnatuurlijk roodharige caissière van de kassa naast die van mijn caissière schrikt, laat haar schouders hangen en vraagt wat de vrouw bedoelt. ‘Wat ik bedoel!’ schreeuwt de vrouw en het is wederom geen vraag.

De schreeuwende vrouw heeft een mager gezicht en kijkt boos vanachter haar zwarte bril naar haar caissière. De vrouw heeft een modieus en kort blond kapsel, welke door een mousse of wat likjes gel speels in plukjes is gebracht. Andere klanten kijken vanuit de gangpaden en vanachter hun boodschappenkarretje richting het geschreeuw. Andere wachtenden in de rij kijken langs andere klanten om te zien wat er zo erg is dat de caissière bij de schreeuwende vrouw heeft gedaan.

‘Je rekent mijn boodschappentas af! Ik had deze tas al bij me. Nog voordat ik de winkel in kwam. En nu wil je hem in rekening brengen!’ stelt de boze vrouw met overslaande stem. Ik krijg het idee dat de boze mevrouw stiekem geniet van het moment. Ze staat er een beetje triomfantelijk bij. De linkerhand rust op haar heup en in de rechterhand houdt ze haar grote roze portemonnee vast, welke bij iedere uitgesproken zin richting de caissière naar voren wordt schudt.

‘Sorry,’ stamelt de caissière en kijkt naar de andere mensen in de supermarkt. Ze lijkt inmiddels van de schrik bekomen en heeft nu een blik in de ogen alsof ze het idee heeft dat de schreeuwende vrouw op haar achterhoofd is gevallen. Met een ‘Dan corrigeer ik dat meteen even voor u,’ probeert ze de boze vrouw te kalmeren. De boze vrouw is echter van mening dat het nu haar moment is om te schitteren en begint een eenmansdialoog over dat de klant koning is.

De andere klanten beginnen de situatie inmiddels een beetje vervelend te vinden. De oplossing is allang aangeboden en doorzagen heeft geen zin meer. Achter de boze mevrouw staat een brede, jonge man met een kaalgeschoren hoofd met daarboven een zonnebril geplant. Hij is inmiddels wel klaar met de boze mevrouw. Wanneer de boze vrouw met verheven stem stelt dat de klant nog altijd koning is, meld hij laconiek dat die koning zich dan niet als een viswijf moet gedragen.