De letter Y is de vijfentwintigste en de op-een-na-laatste letter in het moderne Latijnse alfabet. De Romeinen ontleenden de Y direct aan de Griekse letter ypsilon, die evenals de F, U, V en W is voortgekomen uit de Semitische letter wâw.
Bij het spellen van een woord wordt de letter Griekse ij, i-grec of ypsilon genoemd. De losse letter Y wordt echter meestal uitgesproken als de tweeklank ij, bijvoorbeeld in de samengestelde woorden Y-chromosoom en y-as en bij het opnoemen van de letterreeks xyz.
Volgens het Genootschap Onze Taal kan de Y als een klinker of als een medeklinker worden beschouwd, afhankelijk van het woord waarin hij voorkomt. In woorden als symbool en babyis het een klinker als de letter I, maar in bijvoorbeeld yoghurt is het een medeklinker die als een letter J wordt uitgesproken.
In het hedendaagse Nederlands wordt de letter alleen nog in leenwoorden en eigennamen gebruikt. In het Middelnederlands kwam de Y echter ook voor als variant van de digraaf “ij” of de “i”, ook om de “korte ei” weer te geven. Zo schreef men anys, dyck en ghelyc en ook leyden en waerheyt.
In het internationale spellingsalfabet wordt de Y weergegeven door middel van het woord Yankee. In het Nederlandse telefoonalfabet wordt de Y weergegeven door middel van het woord Ypsilon.
I am fascinated by language; the Germanic ones are especially intriguing to me. I would love to learn how German, Dutch and – am I saying this correctly? – Fresian are related.
LikeLike