Dat ik nu anderhalve week aan het forensen ben, dat is via de berichten op dit weblog wel duidelijk. Ik zal het ook niet constant over het forensen hebben, ondanks dat er iedere dag wel iets te melden valt over wat je zoal meemaakt tijden de dagelijkse 3 uur reizen met het openbaar vervoer.
Naast mij heeft ook Edo dit jaar een nieuwe baan. In Amsterdam, waarbij hij om de week nachtdienst heeft. Zo ook deze week. Door de nachtelijke uren in een nachtdienst is hij ’s ochtends vroeg pas thuis, net op het moment dat ik de deur uit wil gaan om de trein naar Utrecht te halen. Als het meezit.
Gisternacht had Edo nachtdienst en in plaats van, zoals gebruikelijk, met de auto te gaan, was hij deze keer ook afhankelijk van het openbaar vervoer. Hierdoor kwam hij gisterochtend om 06:58 uur aan op station Almere Centrum, waar ik 11 minuten later de trein naar Utrecht mocht nemen.
Al wandelend naar het station kwam ik gisterochtend halverwege, bij het parkeerterrein aan het Koolzaadveld, Edo om 07:02 uur tegen. Na een snelle kus en een ‘werk ze’ van Edo, met hierop mijn respons ‘slaap ze’, liepen we beiden verder onze eigen weg. Het is even wennen, zo langs elkaar te leven en elkaar op een parkeerterrein te ontmoeten, maar het is buitengewoon. Tenminste daar ga ik vanuit.