De man schuin tegenover mij in de trein is me niet geheel onbekend. Ik heb hem vaker gezien. Hij is ongeveer van mijn leeftijd. Hij is altijd gekleed in een nette spijkerbroek met gestreken overhemd en fris gepoetste schoenen. Zijn kapsel is kort, ziet er verzorgd uit en is een beetje grijs bij de slapen. Verder heeft hij bolle hamsterwangen en een zuinig, samengeknepen mondje, waarmee hij een klein kind zou kunnen uitdagen om met de vingertjes in zijn wangen te laten prikken, zodat er een straaltje water uit zijn mond spuit. Wanneer ik deze man in de trein of op het perron zie, staat of zit hij altijd een beetje in elkaar gebogen. Als een bedeesd persoon dat verlegen opkijkt en om zich heen loert.
Ik kom de man, die ik voor het gemak Jan noem, niet iedere werkdag tegen. Ik weet ook niet of hij fulltime werkt of niet. Jan is een mysterieus mens. Ooit, toen de NS ons onbedoeld met een omweg naar onze bestemming wilde laten reizen, zag ik hem op ander station staan. Toen zag ik dat Jan ook mij herkende van het reizen. De eerste keer dat Jan mij opviel was op een terugreis in een volle trein, waarbij 3 moslima’s in gesprek waren met een oudere heer over het dragen van hijaabs. Jan ergerde zich aan het gesprek, want hij draaide constant met zijn ogen en mompelde onverstaanbaar.
Vandaag zit Jan met een koffie to go in zijn hand en kijkt vanuit zijn ooghoeken de trein in. Als door een wesp gestoken reageert hij op oogcontact. Ik denk dat Jan, ondanks zijn leeftijd, nog thuis bij zijn ouders woont. Het klopt met het idee dat ik van hem heb. Het tegenspreken van zijn ouders is uit den boze, vandaar het binnensmonds gemompel. Thuis, op zijn eigen kamer, waar hij beschikt over luxe gebruiksvoorwerpen waar zijn ouders helemaal geen weet van hebben, spreekt hij uit over het onrecht dat de wereld hem aandoet. Alleen op zijn kamer is hij de baas. Alleen daar is Jan de man.
In de trein zit Jan weer onverstaanbaar en binnensmonds te mopperen. Vooral nu, nadat uitzendkrachten in witte NS-jasjes, kaartjes hebben uitgedeeld met de mededeling dat er binnenkort weer werkzaamheden op het traject zullen zijn. Jan schudt in ontkenning en boosheid zijn hoofd. Hij is het er duidelijk niet mee eens. Hij is echt boos, want ik hoor duidelijk, ondanks dat het fluisterend uit zijn mond geperst worden, de woorden: tyfus en teringzooi. Vanavond wanneer hij thuis is, zal Jan op zijn kamer wel even duidelijk vertellen wat híj er allemaal van vindt.
Geweldig! Weer leuk geschreven Dray.
Groet Daisy
LikeGeliked door 1 persoon