Vakantie Zakynthos – Dag 5

Vandaag een kort verslag. We waren laat uit bed. Het is tenslotte zondag. Geloof ik. Toch? In de ochtend besloten we nogmaals naar de grootste Griekse vlag ter wereld af te reizen, want na enig speurwerk op het internet bleek dat we van de week in een verkeerde plaats op zoek waren naar deze aanzienlijke vlag. Als een mislukte opdracht in ‘Wie is de Mol’. Na een rit van ruim een half uur kwamen we aan bij restaurant Keri Lighthouse, vanwaar je het beste zicht hebt op de vlag. Bleek dat het restaurant pas om half één opengaat. Ruim anderhalf uur wachten zat niet in de planning. Tot later. Of niet.

Hierna besloten we af te rijden naar een stukje strand, ten noordoosten van het eiland. Wederom een ritje van bijna een uur, door dalen en pieken over de achtbaan-achtige wegen die het eiland rijk is. Het blijft bijzonder om via de toegankelijke wegen ineens door een klein dorp te rijden, waar de weg verandert in een achteraf steegje. Het kan op Zykanthos. Heel even reden we door Kouliomenos, een gehucht met een bijzondere kerktoren, waarop een doodskop met zwaarden en het ‘Alziend oog’ stonden afgebeeld. Alsof ik in een niet virtuele game van Uncharted zat.

Na een korte fotoshoot reden we door naar het strandje. Het was al aardig druk op de weg en eenmaal bij het strandje aangekomen was het heel druk. Zo druk dat het zou zijn alsof je je badlaken op de Regulierdwarsstraat tijdens gaypride wilde neerleggen. Een no go. Daarop besloten we terug naar ons logeeradres te gaan om de rest van de middag bij en in het zwembad te gaan liggen. Helemaal niet verkeerd. Zeker niet wanneer je een spannend boek hebt.

‘s Avonds zijn we weer naar het centrum van Laganas gelopen, waar we voor een tweede keer bij Super Paradiso zijn gaan eten. Wederom kwalitatief lekker gegeten, hoewel mijn fetakaas uit de pan, qua presentatie en smaak, een beetje fantasieloos was. Nadat het later in de avond iets te gezellig werd (gasten werden uitgenodigd om de sirtaki te dansen en iedere halve minuut ‘Opa!’ te roepen), was dit de aanwijzing om de rekening op te vragen. Kindertheaters of buurthuisactiviteiten zijn niet aan mij besteed. Op de terugweg naar mijn fles wijn hebben we nog toeristische gadgets, zoals een T-shirt en petjes met het eiland erop aangeschaft.

Een doodnormale doorgaande weg op Zakynthos.

Vakantie Zakynthos – Dag 4

Er heerste toch een gevoel van ontevredenheid over dat we gistermiddag geen blik op het scheepswrak bij Navagio Beach konden werpen, dus besloten we deze ochtend nog een laatste poging te wagen. Edo had ergens gelezen dat de toeristenmassa pas vanaf 10:00 uur aanwezig zal zijn, dus het plan was om op tijd onderweg te zijn.

Rond negen uur zaten we in de auto richting het noordwesten. Inmiddels raakten we (Edo) al enig gewend aan het wegdek met de verrassende bochten en stevige hellingen (en de stevig hellende bochten) en waren we binnen het uur op dezelfde plek als gistermiddag. Het was er rustiger. Gelukkig. Bij het uitzichtpunt was er wel een rij, maar deze was te overzien. Gelukkig waren mijn verwachtingen over het wrak niet te hoog, anders had ik een aardige teleurstelling te verwerken.

Bij het uitzichtpunt moest je op je tenen gaan staan om het scheepswrak in z’n geheel te kunnen zien, en dan was dat ook nog net geen stipje. Er zijn ansichtkaarten te koop waarop het wrak er beter/duidelijker op staat. Na snel een paar kiekjes en één selfie te hebben geschoten, zaten we al rap in de auto met airco. Hier besloten we te vertrekken naar de vuurtoren, ook bekend als Skinari Lighthouse. Een aardige trip waarbij het wegdek opvallend goed, heel recent, aangelegd was.

Toegang tot de vuurtoren was er niet, dus zijn we even verderop naar een ander uitkijkpunt geweest, waar heel veel trappen waren om te kijken naar/in de ‘blauwe grotten’. Terug bovenaan de trappen hebben we meteen geluncht (club sandwich en verse jus d’orange) om op krachten te komen. Hierna vertrokken we richting Zakynthos-stad, en daar voorbij om de Venetiaanse Brug uit 1805 (of de restanten ervan) in Argási te bewonderen. Hiervoor moesten we wel illegaal over de terrassen van diverse hotels lopen, maar het is ons gelukt.

Na een korte foto-shoot van de vervallen brug zijn we richting ons logeeradres gegaan om wederom in en bij het zwembad te liggen. we hebben tenslotte vakantie. In de avond zijn we weer richting het centrum gelopen, op zoek naar een restaurant, tot Edo een zijstraatje zag waar best veel eetgelegenheden waren. Uiteindelijk zijn we bij Greco’s, een Grieks/Pools restaurant, aangeschoven, waar we heerlijk hebben gegeten. Hierna weer terug gelopen en nu bijkomen en uitbuiken op het zitje voor ons appartement.

De Venetiaanse Brug bij Argási.

Vakantie Zakynthos – Dag 3

Vanmorgen ging tijdens de vakantie de wekker, want ik wilde gaan hardlopen. De autist in mij wil/moet minimaal elke week eenentwintig kilometer hardlopen en voor deze week moest ik nog minimaal vijfenhalf kilometer hardlopen. Dus wat doe ik dan? Dan plan ik een route van ongeveer zes kilometer in, zodat die eenentwintig kilometer wordt aangetikt. Daarom ging de wekker om half zeven.

Vanmorgen had het ook even flink geregend (voor het eerst sinds april jl. hoorde ik later) en begon de run al lekker vochtig en beklemmend. Ik had besloten de drukke weg naar het centrum van Laganas af te lopen, tot aan het strand en dan weer terug. Veel gaten in de weg en vooral veel op- en afstapjes. Normaal gelopen valt dat niet op, maar nu wel. Mede door de hoge vochtigheid en temperaturen kwam ik doorweekt ‘thuis’. Ik ben/moest gaan afkoelen in de ijskoude jacuzzi. Wat een verademing!

Nadat ik was opgeknapt (douchen en ontbijt) kwam de man van EuroHire onze huurauto afleveren. We kregen diverse instructies en tips over het autorijden op het eiland, en al snel waren we er klaar voor om het eiland te ontdekken. Edo wilde graag de allergrootste Griekse vlag ter wereld bij Limni Kiri zien, dus dat was onze eerste doel. De Peugeot 208 is een pittig autootje met een prima werkende airco en in no time waren we op plaats van bestemming. We weten niet wat het was, maar we konden geen grootste vlag zien. Waarschijnlijk bij de laatste wasbeurt enorm gekrompen, ofzo.

Geen tegenslag, maar een gepasseerd station. Op naar de volgende bestemming: Shiza Cross van Kambi. Het witte kruis herinnert eraan dat in 1944 tijdens de Griekse Burgeroorlog een aantal partizanen door hun tegenstanders in de zee werden gegooid. Een gevalletje van joep-doei-de-mazzel. Hier wilde we even lunchen, maar de serveerster (of aanwezige medewerkster) zei dat we alleen iets konden drinken, want de keuken ging pas om twaalf uur open. Een snelle blik op ons horloge gaf aan dat het twee minuten voor twaalf was. Prima, een hint is snel begrepen. Joep-doei dan maar!

We reden verder. We waren wel benieuwd naar het ‘wereldberoemde’ scheepwrak op het Navagíou Beach. Halverwege nog even geluncht bij Exo Chora, waar we een machtige omelet hebben gegeten, en daarna door naar het wrak op het strand. Je kan dus niet via het land op het strand komen, maar met de auto kom je wel op het punt waar je naar beneden kunt kijken naar het scheepswrak in de verte. Bij het uitkijkpunt aangekomen liepen we tegen een enorme lange rij met toeristen aan. No way dat ik minutenlang in de zinderende hitte ga staan wachten voor een mislukte selfie. Dan kan ik het nog beter fotoshoppen.

Hierna besloten we weer naar ‘thuis’ af te rijden. Een ritje van nog geen uur door het bergachtige landschap. Geen autoproblemen of off the road-momenten, met de huurauto dit keer. Bij ons appartement aangekomen hebben we nog even bij en in het zwembad gelegen, totdat de omelet verteerd was en we weer trek kregen. En wederom liep ik langs de drukke weg naar het centrum van Laganas, waar we uiteindelijk bij Mandala heerlijk hebben gegeten. Om half negen liepen we terug naar ons logeeradres waar we buiten nog hebben genoten van een glas witte wijn.

Shiza Cross

Vakantie Zakynthos – Dag 2

Terugkomend op het laatste woord van het vorige bericht: Cocktails. Daar zijn we gisteren dus niet aan toegekomen. Na het eten bij Super Paradiso aan het strand, waar we overigens heerlijk en (te) veel hebben gegeten, was het weer een wandeling van bijna drie kilometer terug naar ons appartement. Het gegeven dat we al ruim twintig uur op de been waren, gaf mij een klein verval in energie. Dit resulteerde in het vroeg naar bed gaan. Rond negen uur lag ik al in diepe slaap op ons tijdelijke bed. Dat overigens een prima bed is.

Vanmorgen was ik duidelijk uitgerust en zeker op tijd wakker. Nadat ik de douche had ervaren (pisstraal en temperatuur erg onregelmatig) gingen we voor het ontbijt bij de receptie. Voor ons een afstand van anderhalf keer struikelen, dus dat viel zeker mee. Het ontbijt was qua keuze karig, maar verder hartstikke prima. Hierna een korte (oké, ruim anderhalve kilometer) wandeling naar de plaatselijke buurtsuper, waar we voldoende (witte wijn!) hebben ingeslagen. Weer die anderhalve kilometer terug gewandeld en toen relaxt bij, en in, het zwembad gelegen.

Deze activiteit hebben we tot aan het einde van de middag volgehouden. Hierna ‘thuis’ nog even relaxt in de jacuzzi gezeten, met een glas witte wijn in de hand. Vakanties, je kan er alleen maar van houden. Na het relaxmoment zijn we op zoek gegaan naar het restaurant Achilles waar we gisteren voorbij zijn gelopen. Een restaurant in een soort van tuin met olijfbomen en aparte waterornamenten. Het bier en het eten was prima. Misschien komen we hier nog eens terug.

Eenmaal terug bij ons appartement wilden we op de roofgarden voor de cocktails gaan, maar de bediening was te druk met andere gasten en de paar vakantiegangers die overgeboekt waren en hier een slaapplaats probeerden te verkrijgen. Heel even moest ik aan het overbekende kerstverhaal denken. Waar ik verder niets mee heb. Gelukkig hadden we nog een flinke voorraad witte wijn in onze kitchenette staan en hier genieten we nu van op het terrasje voor ons appartement. Morgen gaan we met de huurauto het eiland nog meer ontdekken!

Morning Walk

Vakantie Zakynthos – Dag 1

Vanmorgen vroeg vertrokken we om 01:00 uur richting Schiphol. Het vliegveld stond de afgelopen maanden vaak in het nieuws betreffende de enorme drukte van reizigers en de onderbezetting van personeel. Verhalen over gemiste vluchten, zoekgeraakte bagage en nog meer chaos, waren meer de regel dan uitzondering. De tip van onze reisorganisatie was dan ook om ruim van te voren aanwezig te zijn. Vandaar het vertrek om 01:00 uur van huis voor een vlucht naar Zakynthos om 05:20 uur.

Het was op dit tijdstip rustig op de snelwegen (duh), daarom waren we lekker vlot op Schiphol aangekomen. Van de parkeerplaats met de pendelbus waren we ook vlot gearriveerd bij de terminal. Het was overal rustig op het vliegveld. Enorm rustig in vergelijking met de verhalen van de afgelopen maanden. Het inchecken hadden we al thuis online gedaan, dus het was alleen naar de bagage-drop en voorbij de douane. Alles in no time gedaan. Bij de gate was het echte lange wachten. Hier hebben we een paar uur gewacht tot we konden boarden.

Eenmaal aan boord van de Boeing 747 ging alles als vanouds. De introductie over wat te doen bij ongeplande gebeurtenissen (zuurstofmaskers en nooduitgangen) en de ouderwetse, niet meer van deze tijd, mededeling dat dit een niet-roken-vlucht is. Hierna was het snel opstijgen en vlogen we al heel snel boven Duitsland. Na het bekijken van een film (op mijn iPhone gedownload), waren we al bijna op onze plek van bestemming.

Gearriveerd oo het Internationale Vliegveld, had ik via de air-tags al gezien dat onze koffers niet waren achtergebleven. Nadat we de kofffers van de bagageband hadden geplukt, zaten we al snel in de transferbus op weg naar onze accommodatie. Serenity Luxury Agrilla. Ons appartement valt ons zeker niet tegen. Precies zoals beschreven toen we de reis eind april hebben geboekt. Inmiddels hebben we in het zwembad gelegen en onze privé-jacuzzi gezeten. Straks op zoek naar een fijn Grieks restaurant en daarna cocktails!

Almost touch down.

Autoritje

Op Samos lagen we een paar dagen bij het zwembad te relaxen, toen we het idee kregen om toch wat meer van het eiland te willen zien. Omdat het hotel net iets te ver van alles lag om andere dingen te ondernemen dan het relaxen bij het zwembad zelf, besloten we een auto te huren. Het idee van 1.405 kilometers te vliegen om daar vervolgens alleen maar een paar boeken te lezen en onze lichamen in te smeren tegen zonnebrand ging ons tegenstaan. Zo hadden we al snel via de receptie van het hotel een rode auto (vraag me niet naar het merk) voor 2 dagen geregeld.

Op de eerste dag van het autohuren besloten we naar de hoofdstad van het eiland te gaan. We hadden er zin in en ik was er helemaal klaar voor. De juiste muziek voor een lange autorit klonk er uit de speakers en de airco gierde mee op de muziek. Het lukte me nog net het gevoel van enige teleurstelling te onderdrukken toen we na nog geen 10 minuten al in de hoofdstad aankwamen. Ik was even vergeten dat een niet al te groot eiland als Samos in no time is overgestoken. Na een klein rondje door de hoofdstad waren we weer enthousiast en besloten door te rijden naar Kokkari, ten noorden van het eiland.

Weg waren we. ‘Doei Samos-Stad, tot ooit,’ riep ik boven de muziek uit. Het ultieme zomergevoel! Het duurde nog even voor we in de badplaats Kokkari zouden aankomen en toen we uiteindelijk aankwamen in het stadje Mitilinii wist ik dat we een verkeerde afslag hadden genomen. Dit stadje in het midden van het eiland ligt iets van 8 kilometer van Kokkari af. In plaats er voor te kiezen om er meerdere orthodoxe kerken te bezoeken, gingen we voor onze eerste keuze: Kokkari. Google Maps moest ons naar het Noorden van het eiland leiden. Na wat rondjes te hebben gereden door het noordelijk gedeelte van Mitilinii hadden we de weg naar het noorden gevonden.

Deze route bleek al snel off-the-road te zijn. We negeerden heel stoer de woorden van de autoverhuurder eerder deze ochtend, over dat we niet meer verzekerd zijn wanneer we over de onverharde wegen rijden. ‘Soms moet je het avontuur aangaan,’ zei ik stoer. De weg was onverhard, maar verder prima te berijden. Nadat we -achteraf kwamen we hier achter, de watervallen van Theopoíēto hadden gepasseerd werd het wegdek minder, en dit werd met iedere afgelegde kilometer slechter. Na ongeveer 4 kilometer was het wegdek gelijk aan het wegennet ten tijde van de Bijbelse verhalen. De gevaarlijkste weg van de wereld vindt u op het eiland Samos. Echt waar.

Het moment dat we dachten dat het wegdek niet meer slechter kon worden, leek het nu of we over een droge rivierbedding reden. Stugge prikkelbosjes schuurden flink over de autolak en de gaten in de weg lieten ons op de muziek uit de speaker flink meedeinen. Het was goed dat we in de gordels zaten. Nadat we nog eens 2 kilometer in wandeltempo hadden afgelegd, ben ik uitgestapt en voor op de huurauto uitgelopen. Zo kon ik zien hoe stijl we naar beneden gingen en welke afslag we moesten nemen. Zo kon ik ook aangeven waar de diepe geulen en greppels zich bevonden. Toen we in de verte een paar huisjes zagen staan, stapte ik weer in de auto.

Uiteindelijk zijn we over privéterreinen en sluipweggetjes bij Kokkari aangekomen. De huurauto reed inmiddels op benzinedampen, het vinden van een tankstation had onze prioriteit. Deze vonden we in Kedros, ten oosten van Kokkari. Na het vullen van de tank bezochten we daar een orthodox kerkje en werden we op een klein strandje geattendeerd. Hier hebben we onze kleren uitgetrokken en zijn de zee ingedoken. Na ruim een kwartier van dobberen op de golven van de zee, waren we voldoende afgekoeld en weer helemaal zen. Dat we onderweg een paar wieldoppen hadden verloren, daar kwamen we pas veel later achter.

Aanwezigen

We zitten nu een paar dagen op het Griekse eiland Samos, vlak bij de oudste Europese haven in Pythagoreio, de geboorteplaats van Pythagoras (wiskundige: a² + b² = c²) en Epicurus (filosoof: ‘De dood gaat ons niet aan’). Na vier dagen relaxen bij het zwembad zijn we aardig gewend aan dit actieve vakantieleven. Ineens níéts doen kan heel vermoeiend zijn. Ik heb er overuren aan slaap aan overgehouden.

Ons verblijf ligt een beetje afgelegen, ver weg van alles wat zogenaamd “dichtbij” ligt. Voor een bezoek aan een dorpje of een winkeltje ben je toch al gauw drie kwartier aan de wandel. Daarom blijven we meestal ‘thuis’ bij ons hotel, samen met de andere hotelgasten. Zij komen voornamelijk uit Scandinavië, met een paar Vlamingen en hier en daar een Nederlander. Heel gemoedelijk en rustig.

Totdat het gezin uit de buurt van Rotterdam zich meldt. Vader, moeder en hun dochter van net geen twintig laten onbedoeld weten dat zij op het eiland zijn gearriveerd, en de rust is op slag verdwenen. De moeder heeft een stem die de opstijgende vliegtuigen van het vliegveld verderop met gemak overstemt. Daarbij delen ze ook nog álles wat ze gaan doen.

‘Ik ga nu even mijn luchtbedje halen.’
‘Dat is goed. Ik ga de buurvrouw even appen dat we er zijn.’
‘Doe d’r de groetjes. Ik ga straks het water in.’
En dat gaat zo maar door.

Maar daar blijft het niet bij: ze denken ook alles te wéten. Ze zijn nog geen twintig minuten bij het hotel of moeder weet al zeker dat het pad naar het strandje “een klein stukje lopen” is (wat absoluut niet waar is). En de dochter — met een stem alsof ze zojuist acht slagroompatronen heeft geïnhaleerd — vindt alles “super!”. Behalve wat haar vader zegt. Hij is inmiddels al weggebonjourd naar een andere parasol. Wanneer hij meer dan eens een vraag stelt, wordt dat door beide dames beantwoord met een lacherige ‘wat-moet-je-nou?’

Wanneer ík die vader was geweest, had ik een auto gehuurd en was ik meteen met beide wijven hier op het eiland een ravijn ingereden. Daarmee kom je in Nederland óók nog eens in het nieuws; vinden vrouw en kind hartstikke leuk! Maar nee, vader houdt zijn mond en lacht mee met de ongrappige grollen. Moeder beslist dat ze met z’n allen iets gaan eten bij de poolbar. Al weet ze nu al dat er niet veel keuze naar haar smaak zal zijn. De dochter denkt hetzelfde, en de vader houdt wijselijk zijn mond.

Bij terugkomst van de poolbar is moeder, vanzelfsprekend, aan het woord. Ze wilde graag naar het strandje lopen, maar haar hoofdpijn is teruggekomen. Die van mij nu ook. Ondanks die hoofdpijn tettert ze vrolijk verder en besluit ze tóch met de dochter het pad naar het lagergelegen strandje te bewandelen. Ik blijf zeker bij het zwembad zitten, want ik wil, nee, ik móet, straks hun verslag horen. Dat pad is namelijk geen wandelpad: in een steile gang naar beneden loop je over losse keien, langs gevaarlijke prikkelbosjes.

Ik hoef niet lang te wachten. Na nog geen tien minuten zijn ze terug.
‘Dat is niet te doen!’ roept ze naar haar man.
‘Nee, belachelijk,’ voegt de dochter toe.
Moeder wil de huurauto een dag naar voren verplaatsen, want ze is “echt geen zwembadmens”. Waarop de dochter toevoegt dat haar moeder “een echt strandmens” is.

Ik glimlach stiekem om zóveel zelfgecreëerd drama en denk aan een citaat van de filosoof die hier duizenden jaren geleden werd geboren: ‘De mens moet teleurgesteld worden in de kleine dingen van het leven, voordat hij de volle waarde van het grotere kan beseffen.’
Ja, Epicurus kon het goed zeggen. Hij wel.

Lourdes en Luz St. Sauveur

Hieronder een dag beschreven in ons vakantiedagboek van een drieweekse vakantietrip door Zuid-Frankrijk, 17 jaar geleden. De intentie is er om deze dagboeken digitaal online te plaatsen.

Zondag. 15 juli 2001, dag 6. Zuid-Frankrijk.

Vanochtend vroeg wederom met aanhoudende regen wakker geworden. Vandaag vertrekken we naar een andere camping. We wilden alles zo snel mogelijk inpakken en het is best moeilijk om spullen snel in te pakken met een paraplu in je hand. Doe dat maar eens vlot. Toen Edo een volle krat met boodschappen achter in de auto wilde inladen, brak het kratje. Resultaat: Alles, zoals hagelslag, pindakaas en dergelijke ontbijtspullen in de modder, en net toen alles in de auto was ingeladen, stopte het met regenen en brak het zonnetje door. Zoiets verzin je gewoon niet. *zucht*

Om 09:50 uur konden we dan eindelijk weg. Op naar de volgende camping in Luz Saint Sauveur, in plaats van dat we in een keer doorreden, hebben we een tussenstop gehad in Lourdes. Het bedevaartsoord voor bijna alle goedgelovigen. Hier aangekomen gingen we meten door naar de wereldberoemde grot waar Sint Bernadette de heilige maagd Maria heeft zien verschijnen (als je dat ook gelooft). Eigenlijk lijkt heel Lourdes op een soort circus of kermis. Mensen van allerlei allooi. Druk met jerrycans. Zoveel mogelijk willen vullen met het heilige water dat via het waternet naar de diverse kranen wordt geleid. Een bronnetje kan niet zo veel liters produceren. Dat geloof ik.

Aan een kant heel triest, maar ook heel mooi dat mensen er kracht uit putten en hoop houden. Verder is Lourdes een enorm religieus, maar vooral commercieel centrum. Mij hoor je niet klagen, want ik hou wel van theologische kunst. Ik heb vandaag dan ook genoeg geld uitgegeven aan divers Jezusmateriaal: Rozenkransjes, bidprentjes en nog meer prullaria. Voldaan van het winkelen gingen we terug naar de auto om onze reis voort te zetten naar de camping.

Nadat we nog geen half uur Lourdes hadden verlaten, werden we hartelijk begroet door mevrouw Zena van Eurocamp. Ze moest ons wel even melden dat we beter geen lokaal water konden drinken. Het plaatselijke water bevat sporen van cyaankali. Hoe interessant is dat? Het is niet dat je bij 1 slokje water meteen dood neervalt, maar constante inname is niet bevorderlijk voor de gezondheid. Van een heilig water naar onheilig water. ‘s-Avonds zijn we naar de plaatselijke pizzeria (Chez Christine) geweest, en het is nog steeds droog hier. Na dagen van aanhoudende regen is dit wel heel aangenaam!