Geldwolf

Ze praten er tegenwoordig overal over: het goede doel. En vooral over wat je ermee moet doen als je er zelf niet meer bent. Je kunt het tegenwoordig zelfs erven. Of beter gezegd: het kan jóu erven.

Neem Greenpeace. Mooie club, ooit. Rubberbootjes, kettingen, walvissen, idealen. Nu hebben ze reclamespotjes waarin vriendelijk wordt uitgelegd dat je ze kunt opnemen in je testament. “Zodat de aarde ook na u blijft leven,” zegt de stem, zacht en overtuigend, met precies de juiste hoeveelheid pathos. Op hun website staat een hele pagina over nalaten aan Greenpeace. Daar lees je dat ze zelfs vrijgesteld zijn van erfbelasting. Zo weet je zeker, zeggen ze, dat al jouw geld direct naar de aarde gaat.

Hoe mooi. Je kinderen betalen zestig procent belasting over hun erfenis, maar Greenpeace geen cent. De walvissen winnen, de familie verliest.

En ze zijn niet de enigen. Het KWF, het Rode Kruis, de Dierenbescherming — allemaal hebben ze hun eigen testamentpagina. De foto’s zijn warm, de woorden nog warmer: “Een laatste liefdevolle daad.” “Een blijvende herinnering.” Maar onder al dat zachte taalgebruik ligt iets hards. Iets zakelijks. Ze vechten om je nalatenschap alsof het een marktaandeel is.

Wat me het meest verbaast: geen enkele organisatie schaamt zich ervoor. Integendeel, ze duiken er met z’n allen bovenop, met marketingcampagnes en ervaringsverhalen van mensen die trots vertellen dat ze hun huis al aan een stichting hebben beloofd. Het lijkt wel een wedstrijd. Wie krijgt de meeste doden aan zijn kant? Het is, hoe zal ik het zeggen, over lijken gaan — letterlijk en figuurlijk.

Ik moet dan denken aan een verhaal over het Leger des Heils. Een zieke man, in zijn laatste weken, liet zich overhalen zijn geld aan hen na te laten. De familie wist van niets. Toen ze verhaal kwamen halen, hield de club van god(delozen) voet bij stuk. Geen eurocent terug.

Er is iets ongemakkelijks aan goede doelen die zo bedelen. Vroeger kwamen ze aan de deur met een collectebus. Nu schuiven ze aan bij de notaris. Met warme woorden over de toekomst, maar koude handen in je nalatenschap.

Ik geef liever nu, zolang ik nog kan zien wat het doet. Een tientje, desnoods een handvol euro’s. Want wat heb ik eraan dat Greenpeace blij is met mijn dood?