Vanmorgen schijnt het zonnetje en is de lucht helderblauw. Ik voel een golf van hoop en vreugde door me heen gaan. Dit lijkt het begin van het voorjaar, en ik besluit om een wandeling te maken in het park.
Het is nog rustig op straat, de meeste mensen liggen waarschijnlijk nog in bed. Ik geniet van de frisse lucht en het gefluit van de vogels. Ik voel me blij. Wanneer ik bij het park aankom zie ik dat er al wat bloemen in de perken bloeien. De zoete geur van de natuur is voorzichtig te ruiken. Ik wandel over de paden en zie verschillende mensen die ook van het weer genieten. Sommigen zijn aan het joggen, anderen aan het fietsen, weer anderen aan wandelen of spelen met hun honden.
Ik glimlach naar iedereen die ik tegenkom. Ik voeld een verbondenheid met de wereld en denk aan al het moois dat het leven te bieden heeft. Al wandelend loop ik over een bruggetje en kijk naar het water dat glinstert in de zon. Ik zie eenden en koeten rondzwemmen en ik voel me kalm en ontspannen.
Ik loop verder en zie een groepje van vijf wandelaars naderen. Ze lopen in een rijtje achter elkaar, allemaal met hun hoofd gebogen en hun ogen gericht op het scherm van hun telefoon. Ze lijken geen aandacht te hebben voor hun omgeving. Ik weet half, en dat is een aanname, dat dit park populair is bij de Pokémon GO-spelers, maar ik zie ze als een stel herzenloze zombies. Ik schud mijn hoofd en zucht. Ik vind het jammer dat ze zo’n mooie ochtend verspillen aan hun apparaten.
Ik loop rustig verder, en laat het groepje achter me en richt me weer op het positieve. Ik besluit om niet te oordelen, ook om niet te veroordelen, en niet te vergelijken. Ik ga genieten van mijn wandeling, van mijn zondag, en van het leven. Het voorjaar komt eraan!
