Sneeuw is een bijzonder fenomeen dat veel mensen fascineert, zeggen ze online. Mij fascineert het niet zozeer. Ik roep al jaren dat het woord ‘Nee’ niet voor niets in het woord sneeuw voorkomt. Als kind dacht ik daar anders over, maar toen waren mijn botten natuurlijk sterker dan nu.
Volgens de sneeuwgeschiedenis van Nederland zijn er in het verleden flinke sneeuwstormen en sneeuwrijke winters geweest. Zo lag er in de winter van 1962-1963 gemiddeld 71 dagen een sneeuwdek in het land, en viel er in begin 1979 op sommige plaatsen meer dan een meter sneeuw. Ook in 1987 en 2005 waren er opvallende sneeuwsituaties, met name op de Waddeneilanden.
Tegenwoordig is sneeuw een stuk zeldzamer geworden in Nederland. Door verandering van het klimaat (don’t deny this) valt de eerste sneeuwvlok steeds later in het seizoen, en is het aantal sneeuwdagen gehalveerd. Bovendien blijft de sneeuw vaak niet lang liggen, omdat de temperatuur tegenwoordig snel weer boven nul komt.
Toch kan het nog steeds sneeuwen in Nederland, vooral als er een koude noordwestelijke stroming is die winterse buien aanvoert vanaf de Noordzee. Zo viel eergisteren, op 16 januari 2024 sneeuw in het grootste deel van het land, en genoten veel mensen (not me!) van het winterse landschap. Ook voor de komende dagen zijn er sneeuwkansen, vooral in het zuiden en zuidoosten van het land. Ik zie er nu al tegenop.
