Wachten

Wachten is voor mij geen uitdaging. Wanneer er een leuke, bijzondere dag in de nabije toekomst op de agenda staat, kan ik daar met gemak op wachten. Ook wanneer mij wordt verteld dat men een heel leuk cadeautje, of een verrassing, voor me heeft, dan ben ik niet de persoon die constant vraagt wat dan toch die surprise kan zijn. Ik heb geduld en ik denk dat het moment toch wel zal aanbreken.

Wachten is voor mij een uitdaging. Het zijn de momenten waarvan ik weet dat het wachten niet mijn dagelijkse blijheid verhoogt. Dat is zeker het geval wanneer de NS druk is met werkzaamheden aan het spoor. Op momenten als deze kan ik niet meer relativerend denken en ben ik er dan ook van overtuigd dat de NS alleen maar minkukels als spoorwegmonteurs in dienst heeft, want hoeveel kilometers spoor moeten er door Nederland liggen om -bijna, iedere dag bezig te zijn met reparatiewerkzaamheden?

Wanneer ik dan weer eens (wekelijks) op het perron sta te wachten op de trein die ook dit keer steeds later lijkt te komen, vraag ik me af waarom ik op deze momenten niet het relativeringsvermogen heb dat ik anders wel heb. Het moment van aankomst zal ook dit keer moeten aanbreken. Komt het welllicht door de afwezigheid van voorpret die er anders wel is?

U mag reageren.