Geheim

Elke familie heeft ze. Van die verhalen die niet in een doos met papieren zitten, maar gewoon ergens in de lucht hangen. Ze waaien van generatie op generatie. Meestal blijven ze half gefluisterd, net hard genoeg om te blijven bestaan.

Bij ons ging het verhaal dat mijn moeder en haar broer — hij die de oorlog in Neuengamme niet zou overleven — eigenlijk de kinderen waren van een zwager van mijn oma. Een ingewikkelde constructie, waar een notaris van zou gaan zuchten. Maar goed, families zijn geen notariskantoren.

Het bleef binnenskamers. Mijn zussen wisten ervan. Ik hoorde het pas later, alsof ik ineens werd ingewijd in een geheim genootschap dat zichzelf niet al te serieus nam.

Mijn moeder heeft er nooit iets over gezegd. Ik heb het haar ook nooit gevraagd. Soms denk ik: dat had ik wel moeten doen. Een vraag is tenslotte zo gesteld. Maar tegelijk ben ik opgelucht dat ik het niet heb gedaan. Stel je voor dat ze het had bevestigd. Dan zaten we nu met een feit. En feiten zijn meestal een stuk saaier dan vermoedens.

Of nog erger: ze had het ontkend. Dan was het mooie verhaal in één klap kapot geweest. Een familie zonder raadsel is net een tuin zonder onkruid — netjes, maar ook een beetje doods.

Misschien is het dus maar goed zo. Dat het geheim nooit onthuld is. Het geeft de oude foto’s iets extra’s, een zweem van mysterie. Alsof ze niet zomaar familie zijn, maar acteurs in een film waarvan wij de plot zelf mogen bedenken.

En eerlijk gezegd: ik gun iedereen zo’n verhaal. Een stamboom zonder geheim is als erwtensoep zonder worst — voedzaam, maar er mist iets. Het is juist die kleine onduidelijkheid die een familie levendig houdt. Wie alles wil weten, eindigt met niets om over te praten.

U mag reageren.