De eerste dag van de vakantie op Rhodos begon laat. Om ongeveer 18:00 uur stegen we op vanaf vliegveld Schiphol (vanzelfsprekend vanaf de Polderbaan). Niet dat het vakantie-avontuur toen pas begon.
Enige tijd hiervoor beleefden we een klein spannend moment op het vliegveld. Bij Gate B27 zag ik -tijdens het wachten om te boarden, door het glas dat een van onze koffers al vroeg door een Schiphol-medewerker werd meegesjouwd. Het was niet eens dat het een mogelijkheid was dat het de onze was, het was voor honderd procent zeker de koffer die we bij het inchecken op de band hebben gezet. De airtac in de koffer bevestigde dit ook via mijn iPhone. Daar stond onze koffer, alleen in de brandende zon, te wachten tot hij niet vergeten ging worden, en daar leek het wel op.
Ik was niet meteen in de paniek-modus, maar hield de koffer wel goed in de gaten. Toen uiteindelijk de andere koffers voor deze vlucht waren ingeladen, stond mijn koffer nog steeds alleen in de brandende. In mijn fantasie zag ik op de koffer een fictieve traan over de oranje kofferband rollen. Arme koffer; alleen en vergeten.
Edo besloot hierop het personeel bij de balie van de gate hierover in te lichten. Vanaf een afstand zag ik veel wijsgebaren en mensen met uitgestrekte nekken meekijken, naar de eenzame koffer. Hierop ontstond enige consternatie bij de andere reizigers en vond ik het opvallende dat er ineens mensen een idee, en een mening, over mijn koffer hadden. Spontaan verzonnen verhalen en goedbedoelde, maar nutteloze tips om actie te ondernemen. Gelukkig ook grappige opmerkingen.
Lang verhaal, kort; uiteindelijk werd de koffer toch meegenomen naar de bagageruimte en was het boarden kort hierna, met een half uur vertraging, maar dat stond los van mijn vergeten koffer, van start gegaan. Rond de klok van 18:00 uur stegen we op en landden we om ongeveer 22:30 plaatselijke tijd op het Griekse eiland. Hier kregen we een transfer aangeboden (maanden geleden al geboekt) en kwamen we even voor middernacht aan in ons hotel.
Maandagavond ontving ik een emailbevestiging van mijn startnummer (11706) voor de run van aankomende zondag: De 20 kilometer van Parijs. Vanaf vrijdagmiddag kan ik mijn startnummer bij de Eiffeltoren ophalen, en wanneer die in mijn bezit is, ben ik er klaar voor. Dan is het alleen nog maar op zondagochtend mijn hardloopkleding aantrekken en gaan. Oké, misschien is het een goed idee om eerst vanuit het hotel naar een metrostation te lopen en daar de metro (lijn 6) naar het Trocadéro nemen, om daar naar het startvak te wandelen, maar dat komt wel goed.
Tot die tijd begeef ik me nog wel even in Nederland, want vrijdagochtend rijden we richting de Franse hoofdstad en hopen er na vijf uur rijden ergens de auto te kunnen parkeren om vanuit daar naar ons hotel te lopen. Dan kan het weekendje Parijs beginnen met -voor mij- als hoogtepunt de run die ik al zo lang wilde doen. Maar daarnaast gaan we gewoon de toerist uithangen en genieten van de stad. Le plaisir, but ultime de la vie.
Zoals al gemeld zijn we op 4 september naar Nederland teruggevlogen, waar we nog een week konen bijkomen van onze vakantie in Griekenland. We hadden het geluk dat bij thuiskomst de weersverwachtingen nog steeds tropische graden voorspelden, waardoor we deze tweede, laatste vakantieweek heerlijk op het strand hebben doorgebracht.
Nadat we op dinsdag de rituelen van ‘thuiskomst-na-vakantie’ (diverse wasjes draaien en de zaken die op vakantie belangrijk zijn, maar thuis op zolder diep worden weggestopt) hebben uitgevoerd, hebben we ons beziggehouden met de belangrijke zaken die de dagen doorbrengen op het strand noodzakelijk maken: Koelbox en koelelementen opzoeken en koelen, strandtentje checken en voldoende eten regelen, plus genoeg water en de thermoskannen met koffie.
Zo hebben we de tweede vakantieweek heel relaxt en verkoelend op het strand nabij Den Helder doorgebracht, en omdat we voldoende, vaak en veel met de SPF’s hebben gesmeerd hebben we deze dagen zonder pijntjes en andere ongemakken doorgebracht. kortom; we hebben heerlijke vakantieweken gehad, zoals ze behoren te zijn.
Vanmorgen waren we op tijd wakker. Nog voordat de wekker afging stond Edo al onder de douche, want vandaag was de dag van de terugreis. Van onze Sunweb-hostess hadden we al eerder een whatsapp-bericht ontvangen dat we vandaag voor 10:00 uur uitgecheckt moesten zijn en dat we klaarstonden voor onze transfer naar het vliegveld. Géén stress, we waren ruim op tijd gedoucht en het ontbijt was ook allang genuttigd toen we om kwart voor tien bij de receptie van Olympic Villas ons lieten uitchecken.
Even voor 10:00 uur werden we opgepikt door de transfer-chauffeur en reden we in vlot tempo naar het vliegveld van Santorini. Hier ging ook alles relaxt, en op tijd. Ik vond het wel een beetje jammer dat Edo en ik niet naast elkaar in het vliegtuig mochten/konden zitten, maar Edo zat een rij vóór mij bij het raam en ik daarachter bij het gangpad. Ook geen ramp te noemen. Na de hectiek van het kleine vliegveld, de onbegrijpelijke logica van de Griekse douane en de onlogische logistiek van koffie halen (aan balie A bestellen en verderop bij balie C ophalen) konden we om 11:45 uur gaan boarden. Nog steeds ben ik lichtelijk verbaasd over de mensen die haastig vooraan willen staan, terwijl de stoelen al zijn toegewezen. Het zal wel iets met handbagage te maken hebben…
Eenmaal in het vliegtuig ging alles vlotjes, inclusief drie kwartier vertraging, en eenmaal in de lucht heb ik de film Spectre gekeken. Ondertussen genietend van een grote cappuccino met gevulde koek. Bij de aftiteling van de film vlogen we alweer boven Nederland en heb ik toen het eerste gedeelte van No Time To Die gekeken. Ik zat niet bij het raam, dus kon niet naar buiten kijken. Tegen de tijd dat de slechteriken in de film een gevaarlijk virus wilde stelen, landden we alweer op Schiphol.
Eenmaal op vaste grond ging alles zoals het voor onze vakantie ging; zoals we het gewend zijn. We hebben de afgelopen dagen meer dan genoeg foto’s geschoten om de herinneringen levendig te houden en we hebben nog een weekje vrij om te wennen aan het thuiszijn.
Vandaag de laatste dag die we in z’n geheel doorbrengen op Santorini. Morgen vertrekken we halverwege de dag naar Nederland. Dus hadden we nog even gecheckt wat we deze week nog niet bezocht hadden dat hier bij ons in de buurt te vinden is, en dat bleek de Haven van Armeni te zijn.
De haven is één van de twee historische havens van Oía, waarin tegenwoordig slechts kleine boten en jachten kunnen aanleggen. In de negentiende eeuw waren hier vele scheepswerven, maar daar zie je nu niets meer van terug. De reisgids van de ANWB vertelde ons dat het haventje zeer rustig is, omdat je er alleen te voet kunt komen via een steil voetpad met deels gladgeslepen treden. De reisgids bleek gelijk te hebben.
De afdaling begint vlak naast restaurant Apsithia, waar we van de week al hadden geluncht en uiteten zijn geweest. Ik heb ze zelf niet geteld, maar het pad bestaat uit 300+ treden, waar nu zelfs de ezels niet meer lopen (en dat is een goede zaak!). Na ruim een kwartier waren we uiteindelijk beneden. Ook hier stond weer een blauwwitte kerk als een soort van welkomstgeschenk. Het eiland heeft verdomme bijna meer kerken dan toeristen. Aan het water was het goed vertoeven, een lichte zeebries gaf ons wat verkoeling.
Verder valt er in het haventje van Armeni weinig te beleven. Er is één -vanmorgen nog gesloten, restaurant, een aantal huizen die pal aan het water staan en dan verder een kiezelstrand waar je alleen met een ligbed comfortabel kunt liggen, en die zijn daar niet. Ter verkoeling hebben we aan een oude pier met de voeten in de Egeische Zee gezeten. Naarmate er (veel) meer mensen de haven opliepen hebben we de schoenen weer aangetrokken en zijn de uitdaging van het naar boven klimmen aangegaan.
Op de terugweg naar boven hebben we er veel langer overgedaan dan het kwartier van de afdaling. De zon scheen fel en de klim was toch meer vermoeiend dan gedacht. Na verschillende rustpauzes kwamen we dan eindelijk, zwaar bezweet, weer boven in Oía aan, waar we meteen op het terras van Apsithia zijn gaan bijkomen. Eén ding weet ik nu zeker; ik ga nooit ofte nimmer meer zo’n trap met honderden treden bewandelen. Ook niet wanneer er aan de top van de wandeling verfrissend water en koud bier staat te wachten (zoals vandaag het geval was).
In de middag hebben we ons aan het dagelijks programma gehouden. Relaxt in het zwembad gezwommen en luierend op een ligbed onder de parasol gelegen. Eindelijk heb ik ook mijn boek Dode Hoek uitgelezen. Ik heb nog een paar ongelezen boeken op de e-reader staan, dus geen worries.
‘s-Avonds zijn we bij zonsondergang naar het centrum van Oía gewandeld om daar voor een laatste keer te gaan uiteten. Het was even zoeken naar een goed restaurant, maar we zijn uiteindelijk beland bij Laokasti, het restaurant waar we maandagavond al eerder zijn geweest. De cirkel van voedsel op Santorini is rond. Na het eten zijn we een laatste keer het centrum ingelopen om nog een paar laatste souveniers in te slaan. Na de pannenlappen van Zakynthos, vorig jaar, wilde ik nu nog een theedoek van dit Grieks eiland hebben. De Griekse keuken, maar dan anders. Verder hebben we nog enkele gadgets voor thuis ingeslagen. Voor nu zitten we nog even buiten, voor ons appartement. De wijn moeten nog opgedronken worden, want die nemen we niet mee naar huis.
Do you know the way to Armeni Bay?All the way down.Ease on down the road.Another House of God.Refreshing water.The Port of Armeni.The Only Way is Up.One last walk into Oía.The Last Supper (in Santorini).Some Last Shopping.At the End, Everything Will Be Wine.
Vanmorgen stond ik al voor 06:45 uur naast mijn bed. Ik wilde toch minimaal één keer een hardlooprondje op Santorini hebben gedaan en dat wilde ik niet al te laat doen. Dus mezelf snel opknappen, hardloopkloffie aan, en gaan! In een lekker tempo liep ik de lange weg af, richting het westen, naar het centrum van Oía. Vlak voor de bus-terminal sloeg ik rechtsaf richting Tholos, naar het noorden. Mijn tempo schoot omhoog, want de weg liep heel steil omlaag. Dit hield aan tot ik beneden bij het einde van het eiland kwam. Na 3 kilometer besloot ik om te keren. Zo kom ik zeker wel aan de minimaal te lopen 5 kilometers, dacht ik. Mijn running-apps gaven achteraf aan dat dit me was gelukt.
Na mijn rondje (en ontbijt) stond een bezoek aan het plaatsje Kamári op de agenda. Dit ligt ten zuiden van het vliegveld en dit betekent dat we met het openbaar vervoer in Fira/Thira moesten overstappen op een andere bus. Dit keer was het iets minder chaotisch op de bus-terminal en zaten we al rap in de ge-airconditioneerde bus naar onze bestemming.
Aangekomen in Kamári stapten we uit bij de ‘Noodonderkomens’. Dit zijn de voorlopers van de containerwoningen, die in 1956 uit de grond werden gestampt voor de dakloze slachtoffers na de heftige aardbeving van dat jaar. Tegenwoordig wonen er allen nog kippen en duiven in deze rijtjeshuizen. Vanuit hier liepen we door naar Panagía Mirtidiótissa, de hoofdkerk van Kamári, die alleen voor de echt-gelovigen open is tijdens de kerkdiensten. Hierna zijn we met een kleine omweg doorgelopen naar het strand van Kamári.
Langs de Kamári-Beach loopt een promenade, waar we al wandelend hebben genoten van de vele toeristen. Ik hoop dat ze ook om ons hebben kunnen verwonderen. Tegen het einde van de promenade hebben we prima geluncht (chicken salad) bij Almira. Terugwandelend naar de busstop, bij de ‘Noodonderkomens’, hebben we her en der nog wat souveniers en zonnebrandcrème gescoord. Het laatste waren we vergeten mee te nemen.
De terugweg ging weer prima, waar een voor mij fantastische conducteur/kaartverkoper op de bus zijn werk deed. Tegen toeristen met natte badkleding eiste hij dat ze gingen staan. Geen natte stoelzittingen voor toekomstige passagiers, en bij ieder bushalte riep hij tegen de trage, dralende toeristen: ‘Hurry! Hurry! No hurry, no ride!‘ En daar was hij heel serieus in. Ik hou van deze Griekse versie van mezelf. Edo zei al dat ik kon gaan solliciteren.
In Thira/Fira aangekomen was het dit keer weer mega-chaos bij de bus-terminal. paniekerige toeristen met rolkoffers en angstige gezichten, heen en weer rennend naar een verkeerde bus. En dat in het Italiaans. Dat klinkt minstens 10 keer zo heftig. Sono la pace stessa! Gelukkig stond onze bus naar Oía na enkele minuten geduldig op ons te wachten, waarna we na zo’n 20 minuten weer voor de deur van onze accommodatie werden afgezet.
Eenmaal bij onze plaatselijke ‘thuis’ zijn we snel het zwembad ingedoken (via het trappetje) en hebben verder heel relaxt de rest van de middag doorgebracht. Een beetje lezen, een beetje power nappen. In de avond zijn we naar Alkyona gewandeld om daar te gaan uiteten. Dit restaurant ligt net buiten de gangbare wandelroutes, maar ik zag het vanmorgen tijdens mijn hardlooprondjes en Edo zag het vanuit de bus naar Kamári. Hier hebben we heerlijk gegeten/genoten. Behalve van de Griekse koffie. Die was wel héél sterk. Sterker dan de verhalen die ik hier vertel…
Hardlooprondje #210 van 2023.Waiting for the bus.De ‘Noodonderkomens‘ van Kamári.Panagía Mirtidiótissa.Beach near the promenade.Waiting for the bus to Oía.A friendly visitor at Alkyona. And a cat.Enjoying a Greek coffee. 💀Alkyona.
Vandaag hadden we een soort van rustdag. Even geen strakke planning op de agenda, maar meer een we-zien-wel-wat-er-op-ons-pad-komt-dag. Geen wekker die afgaat, maar douchen wanneer je wakker bent geworden (altijd wel zo handig). Overigens is het douchen hier een uitdaging. De badkamer is zo minimaal dat je amper je kont kunt keren. Wanneer je thuis de meterkast ombouwt tot douchecel, heb je meer ruimte dan hier in het appartement.
Na het ontbijt ben ik in m’n eentje even gaan wandelen op het zogenaamde salamanderpad. Niet het hele stuk zoals we een paar dagen geleden liepen, maar even een kilometer heen, en weer een kilometer terug. Dat vond ik voldoende met 28° celsius in de zon. Aangekomen bij het eerste witte kapelletje ben ik omgekeerd, richting thuis, en daar zijn we samen het zwembad in gedoken. In het water heb ik mijn dagelijkse 30 baantjes getrokken (volgens mijn horloge is dat 1,5 kilometer) en zijn we daarna het centrum van Oía ingegaan om te gaan lunchen.
De lunch hebben we genoten bij Skala, waar we Griekse salade hebben genomen, en de beslissing hebben gemaakt om daar in de avond ook te gaan uiteten. De ambiance was er zo dat we die keuze zonder twijfel hebben gemaakt. Op de terugweg hebben we de nodige souveniers ingeslagen, en de rest van de middag hebben we rondom en vlakbij bij ons appartement doorgebracht, om vervolgens later tijdens de zonsondergang weer naar het restaurant terug te lopen. Lang verhaal, kort: Wederom hebben we heerlijk gegeten en nu zitten we gelukzalig voor ons appartement te genieten van de zwoele, zomerse vrijdagavond.
Een korte wandeling.Terug naar Oía wandelend.Lunch bij Skala.
Het vakantiegevoel is alsmaar meer aanwezig; het dagelijks wakker worden past zich aan, aan de warmere temperaturen en niet aan tijd. Vanmorgen waren we niet voor acht uur wakker. Heel relaxt zijn we opgestaan voor de dagelijkse douche (lees: miezerstraal) en ontbijt. Vandaag stond een bezoek aan de hoofdstad Thira (of Fira) in de planning.
We hadden besloten om met het openbaar vervoer naar de hoofdstad af te reizen en online had ik al eeder wat informatie opgezocht, want mijn OV-chipkaart werkt niet op de Griekse eilanden. Op Santorini betaal je met harde valuta een busreis. Zo’n 100 meter van ons appartement vandaan staat een bushokje waar ieder half uur een bus stopt om reizigers mee te nemen. Zo ook deze ochtend, en om 09:50 uur stapten we in de ge-airconditionde toerbus naar Fira/Thira.
De busreis duurde iets meer dan 20 minuten en we arriveerden op tijd in de hoofdstad bij de idiootdrukke bus-terminal. Hier zijn we na een zeer korte wandeling de witte orthodoxe bisschopkerk Ypapántri ingelopen. De dwaasheid van religie werd hier wederom aan mij bevestigd; vrouwelijke toeristen in ienieminie jurkjes en slippers wandelen zonder opstoot door de kerk, maar ik wordt er vooral op geattendeerd géén petje te dragen. Edo sloeg meteen een kruisje opdat ik niet meteen in de hel terecht kom.
Na ons godzalig bezoek in de kerk gingen we op zoek naar de wereldberoemde kabelbaan van Santorini. Dit ging prima, want op iedere hoek van de straat stond bewegwijzerd hoe we moesten lopen, en ook hier in no time waren we op plaats van bestemming. Nadat we de enkele reis (een retourtje bestaat niet) hadden gekocht voor zes Euro zaten we rap in de kabelbaan die ons 220 meter naar beneden bracht. Hier in de oude haven van Thira/Fira was het een gekkenhuis aan Cruiseschip-toeristen. We moesten ons een pad banen tussen honderden mensen die allen met de kabelbaan naar boven willen.
Bij café Aroma, helemaal aan het einde van de havenkom hebben we een cappuccino grande besteld en deze aan de Egeïsche Zee genuttigd. Ook hier hebben we ons lichtelijk verwonderd aan de ‘Mens op Vakantie’. Ik kan nu wel begrijpen dat realityseries succesvol zijn. Wat een typetjes hebben we hier rondlopen. Nadat we onze cappuccino’s hadden afgerekend stond ons een nieuwe uitdaging. Hoe komen we weer boven zonder 588 traptreden te beklimmen en niet 2 uur wachten in een rij, in de brandende zon met honderden cruiseschip-toeristen?
Een ex-collega van mij heeft me ooit laten zien dat voordringen eigenlijk hartstikke makkelijk is. Toen we eerder deze ochtend het kabelbaanstation verlieten zag ik al dat de uitgang naast de ingang ligt, en dat deze uitgang voor iedereen toegankelijk is. Dus met een allervriendelijkst gezicht zijn we de honderden mensen voorbijgelopen, richting de uitgang. Daar zijn we slinks naast de ingang naar binnen gelopen en zo langzaamaan in de rij gaan staan, en niemand van de cruiseschip-kudde die het doorhad!
Eenmaal weer boven in Fira/Thira wilde Edo nogmaals een kerkje bezoeken. Dit keer de Katholieke bischopskerk, die in 1832 werd gewijd aan Johannes de Doper. Daar is nog een kaarsje aangestoken en hebben we later, iets verderop heel kort een dienst bijgewoond. Ik voelde me er een indringer (atheïst) en stond snel weer buiten. Mijn religie is eten, dus we gingen op zoek naar een eetgelegenheid. Deze vonden we even verderop: Diverso Bistro.
Hier hebben we bijzonder gegeten; 2 dikke pancakes met bacon en stroop en hier bovenop 2 uitsmijters. Bijzonder en lekker. Hierna was het voldaan wandelen naar de bus-terminal. Hier leek het chaos. Groepen op zoek naar de bus met de juiste bestemming en buschauffeurs die hun grote, lange bus moesten manoeuvreren in een smalle parkeerplaats. Het leek op een voor de hand mislukte opdracht uit Wie is de Mol. Hysterisch gillende mensen rennend van de ene bus naar de ander. Ook toen onze bus naar Oía op de terminal arriveerde waren er nog mensen in lichte paniek.
Nadat we onze fee hadden betaald voor een rit naar ons tijdelijke thuis zaten we comfortabel en verkoelend in de bus. Bij toeval werden we iets van 20 minuten later precies voor de deur van Olympic Villa afgezet. Hoe luxe is dat? Hier zijn we nadat we ons hebben omgekleed het zwembad ingedoken en hebben net als voorgaande middagen heel relaxt gedaan. ‘s Avonds, net na zonsondergang zijn we het centrum ingegaan om bij Apsithia te gaan uiteten. Daar heerlijk local gegeten, en met volle buik teruggelopen om daar op ons zitje voor ons appartement te genieten van de Griekse avond.
Hysterie bij de bus-terminal.De bisschopkerk Ypapántri.Uitzicht vanaf de hoofdstad.Klaar voor een ritje met de kabelbaan.Uitzicht vanuit de kabelbaan.Een deel van de groep cruiseschip-toeristen de we voorbij zijn gelopen.Die andere bischopskerk.Een straatje in Thira/Fira met kerstballen.Uiteten bij Apsithia.
Ik had me eerder deze week voorgenomen om vanmorgen een klein rondje te gaan hardlopen, maar mijn motivatie bleek ook op vakantie te zijn. Dus niet in hardloopoutfit om 07:00 uur de deur uit, maar gewoon nog even blijven liggen (niet dat het vakantiebed zo comfortabel ligt, maar dat terzijde). Het hardlooprondje komt een dezer dagen wel. Of niet.
Vandaag lag een wandeling naar het vissersplaatsje Ammoudi in de planning. Een wandeling die bestaat uit een tochtje door het mega-toeristische stadje Oía en een zeer steile trap naar beneden van 278 treden. Een sportieve uitdaging. Het is ons wel gelukt en beneden stond een aangename, stevige bries. We liepen beneden eerst naar links, richting het strandje, via diverse terrassen om later via dezelfde terrassen naar het mini-haventje te lopen. In Madurodam zijn de havens niet veel kleiner. Het begrip vissersplaatsje is ook niet meer van toepassing, alles staat er in het teken van de toerist.
Nadat we wel genoeg van Ammoudi hadden gezien mochten we dezelfde steile trap oplopen. We hadden er voor kunnen kiezen om via de autoweg terug naar Oía te wandelen, maar die was niet veel minder steil, en een paar extra kilometers omlopen. De 278 traptreden waren ons bekend, dus de keuze was beslist. Na de vierde, of vijfde rustpauze, nog niet halverwege onze klim, was ook het moment van inzicht dat de geest wellicht nog jong is, maar het lichaam allang niet meer.
Boven aangekomen waren de meeste toeristen ook in Oía gearriveerd en was het weer hilarisch druk in de straatjes. We hebben voor een lunch op een overdekt terras bij Apsithia gezeten met uitzicht op de witte huisjes en de vele ‘Instagram-onderdanen’. Alles in dienst van social media. Ik zou het komisch vinden, als het niet zo triest was: Vrouwen en meisjes die op hakken -waar je niet op kunt lopen, en in blote jurkjes -die niets van het lichaam verhullen, moeilijk doen om zo mooi mogelijk en ook het liefst zo ongeïnteresseerd mogelijk op de foto willen staan. Dan is die geest van mij dan toch niet zo jong meer.
Na een middagje van zwemmen en luieren (die gewoonte blijven we hier trouw) was het in de vroege avond weer op zoek naar een gepast restaurant in Oía. De zon was al bijna onder, dus de meeste toeristen zaten met hun mobieltjes aan de kust de in de zee zakkende zon te fotograferen. Wij vonden ons restaurant van de avond in Kasteli of Oía. Niet echt een succes, noch een aanrader en daar laat ik het maar bij. Soms zeg je juist meer door te zwijgen.
Na het restaurantbezoek zijn we nog even doorgewandeld naar het westen van Oía, tegen de stroom van terugkerende toeristen in. Altijd gezellig om in het Nederlands de buitenlandse bezoekers het ongewenste toe te wensen (grapje, natuurlijk!). Na een kleine omweg weer richting het tijdelijke thuis gewandeld en onderweg een ijsje gescoord om daar verder voor ons appartement te genieten van de avond en een glas wijn. Life is good.
De westzijde van Santorini Zicht op het haventje van Ammoudi.
Vanmorgen ging de wekker niet zo idioot vroeg als gisterochtend/-nacht, maar om 07:00 uur en dat vond ik al vroeg genoeg. Ik moet altijd even wennen aan het wakker worden op de eerste vakantiedag, op locatie. Na een korte douche, onder een miezerig lauw/koud straaltje waren we klaar voor ontbijt; gebakken ei met bacon en koffie. Sterke koffie.
Na het ontbijt maakten we ons klaar voor een wandeling over een wandelpad, waarvan we gisteravond al hadden gelezen dat deze tot aan hoofdstad Fira liep, 10 kilometer verderop. In elk toeristisch vakantieboekje staat dit wandelpad beschreven. Het is een uitdagende route door een vulkaanlandschap; stevige schoenen zijn een must.
Natuurlijk zijn we in de zomerse hitte niet voor de volle 10 kilometer gegaan. Na 3 kilometer zijn we omgekeerd en terug naar Oía gelopen, en dat was al zweten! Het pad heeft, zo ver ik weet, geen naam, maar Salamanderpad is hier wel op z’n plaats; na iedere vijfde stap schiet er een kleine salamander voor je uit, de struiken in.
Onderweg kwamen we ook langs een paar pittoreske, witte kapelletjes, waar we op de heen- en terugweg even zijn gestopt om in de schaduw op adem te komen. Bij Tímíos Stavrós stonden vele toeristen als kamelen om een waterput bij te komen van de vele moeilijke en uitdagende stappen die op dit pad zijn achtergelaten. Thuis aangekomen hadden we 5,7 kilometer gewandeld.
In de middag hebben we het rustig aan gedaan. Een paar baantjes in het zwembad gezwommen en verder heel relaxt op de ligbedden gelegen, ik heb verder een paar hoofdstukken uit Dode Hoek gelezen. Ook nog een kort bezoekje aan de buurtsuper gedaan, die zich tegenover ons appartement bevindt (wijnvoorraad) en ik heb nog even heerlijk liggen power nappen.
In de avond zijn we weer Oía ingelopen, waar vandaag wel heel veel toeristen in filevorming het stadje wilde binnengaan. Enkelen zullen de zonsondergang op hun mobiele telefoon gemist hebben. Morgen is er voor hen weer een kans. Ter afsluiting hebben we lekker gegeten bij Geogis Kokalis, een restaurant op steenworp afstand van ons verblijf. Nu nog een glaasje wijn en daarna naar bed. Er is nog geen vaste planning, maar morgen is er vast wel weer genoeg te doen.
Het wandelpad.One of many ..!Kapelletje Tímíos Stavrós.Blauwe maan boven Santorini.
Vanmorgen ging de wekker om 03:00 uur. Niet dat ik er door gewekt werd, want onbewust (of juist heel bewust) was ik er op gefocust om op tijd wakker te worden. Vandaag stond de vakantietrip naar Santorini in de planning. Dus op het moment dat de wekker net aanstalten nam om af te gaan stond ik al naast mijn bed om te gaan douchen.
Na het douchen en een kort ontbijt (Brintapap en koffie) was het nog de laatste artikelen in de koffers deponeren, dichtritsen en gaan! Even na 04:00 uur stapten we in de auto richting de luchthaven. Het was niet druk onderweg, dus na een krap half uur rijden parkeerden we de auto op het parkeerterrein om vervolgens op de transferbus naar Schiphol te stappen.
Op Schiphol ging alles vlotjes. Iets te vlotjes, want we stonden met onze rolkoffers bij de securitycheck. Daar mag je alleen met je handbagage doorheen, dus wij terug naar de bagage-inname om daar dan toch onze koffers op het vliegtuig te zetten en wij nogmaals, maar nu voor het echt door de securitycheck.
In het viegtuig, na een korte vertraging, taxiënde we naar de aan ons toegewezen baan en vlogen we in no time over Nederland, richting Santorini. Onderweg keek ik naar de door mij op mijn iPhone gedownloade film 12 Angry Men (goede film met veel dialoog, maar toch echt een aanrader!) en las ik van mijn e-reader een paar hoofdstukken uit Dode Hoek van M.W. Craven. Ook een aanrader, maar dat terzijde, want al snel waren we (met een flink bump!) op Santorini geland.
Nog sneller waren we in een soort van privébusje naar Oia gebracht, waar we een korte rondleiding door ons appartement kregen. Het is er niet groot of heel luxe, maar heel prima om er de komende acht dagen door te brengen. De omgeving is inmiddels verkend en de nodige boodschappen zijn gehaald en in de vroege avond de nodige (toeristische) foto’s geschoten om daarna heerlijk uiteten te zijn geweest. De eerste vakantiedag zit er bijna op. We drinken nog een wijntje en dan naar bed. We waren tenslotte vanmorgen al heel vroeg op.
I can see our Street from here!Our appartement for this week.
Per vandaag mag ik nog één weekje werken en dan heb ik twee weken vakantie. Ik ga niet roepen dat ‘ik er zo aan toe ben’, want dat vind ik zo een dooddoener en iedereen lijkt dat tegenwoordig maar te roepen, waardoor de opmerking inmiddels zo onbenullig is geworden. Het zelfde geldt voor het antwoord ‘Druk’ op de vraag ‘Hoe gaat het met je?’ Het gaat niet druk met je; het gaat goed met je of het gaat slecht met je. Maar ik dwaal af.. Nog een vijftal dagen werken. Als deze net zo snel gaan als de afgelopen weken, dan heb ik er wel vertrouwen in dat het goedkomt (lees: snel gaat). Dit heeft wel een nadeel, want wanneer de voorpret zo snel gaat, gaat de vakantie zelf waarschijnlijk nog sneller. Het is dus belangrijk om de komende tijd (en eigenlijk altijd) in het moment van de dag te leven. Dat wil ik je meegeven, en ga ik zelf ook doen.
Het is dit jaar iets later dan we het normaal doen, maar afgelopen weekend hebben we dan toch onze vakantie geboekt en (deels) betaald. Dit jaar zitten we voor een ruime week op het Griekse eiland Santorini. Zoals ieder jaar willen we naar een accommodatie waar kinderen, jonger dan zestien jaar niet welkom zijn. Niet dat we een hekel aan jonge kinderen hebben, maar in mijn vakantie wil ik rust. Zeer aanwezige kinderen ervaar ik niet als rustig, dus het iets dieper in de vakantiebuidel tasten, is een vanzelfsprekend en gewenst offergebruik.
Naast een week van rust willen we ook iets van de omgeving zien, en ik wil natuurlijk ook wel een paar rondjes op het eiland gaan hardlopen. Niet omdat het moet, maar … Oh, wacht! Het diep autistisch en dwangmatige karakter in mij vertelt me dat dit wel moet. Dus het zit er dik in dat de hardloopschoenen (meervoud) ook ingepakt gaan worden. Het hardlopen op Santorini zal nog een uitdaging worden met alle diverse levels (trappen en nog meer trappetjes), maar natuurlijk heb ik online al de diverse hardlooproutes gecheckt. Er wacht me nu nog een drietal maanden van voorpret (lichtelijke voorbereidingen), en aftellen. Het vermelden dat ik er zin aan heb, is overbodig.
Vandaag is het de laatste dag op het eiland Zykanthos. Morgenochtend worden we verwacht om vroeg bij de weg te staan om opgehaald te worden voor de transfer naar het vliegveld. Vandaag was ook weer een vakantiedag zonder huurauto, dus waren we een beetje aan huis gebonden. Ook niet erg, zo leer je iets meer van de omgeving (hou ik mezelf voor).
We zijn voor een wandeling op en neer de drukke weg naar het strand van Laganas gelopen, en hier en daar een souvenierachtige herinnering aangeschaft. Mochten we spijt van de aanko(o)p(en) hebben, dan kunn we deze nog altijd als verjaardags-, sinterklaas- of kerstcadeau slijten. Win/win-situatie! Maar ik ben wel tevreden met wat we straks meenemen in onze koffers.
Vanmiddag hebben we bijna de hele middag bij het zwembad gelegen. Ik heb nog iedere dag een flink aantal baantjes gezwommen, want ik ben niet zo goed in het ronddobberen in een opblaasdonut. Wel is het gelukt om onder de parasol een flink aantal bladzijden te lezen. Hierbij ben ik, ondanks het herhaaldelijk insmeren van factor 30, toch een beetje verbrand. Morgen in het vliegtuig lees ik mijn boek wel uit.
Vanavond zijn we voor een laatste keer naar het centrum van Laganas gelopen en hebben voor de tweede keer bij Mandala gegeten. Er was live muziek aanwezig. Een pianist die herhaaldelijk het thema van de film Love Story inzette. Na een paar herhalingen kwam de pianist dan toch los en volgde er een variatie aan diverse evergreens. Bij het thema van The Godfather had ik inmiddels afgerekend en konden we naar ons logeeradres wandelen. ‘Thuis’ hebben we nog wijn, bier en wat ouzo op te maken, want weggooien is zonde.
Vandaag was het de laatste dag dat we gebruik konden maken van de huurauto, dus hebben we in de ochtend nogmaals het eiland rondgetoerd en zijn rond twaalf uur in de hoofdstad met de gelijke naam als het eiland uitgestapt. Bij de havenkom de auto geparkeerd en van daaruit een rondje gelopen.
Opvallend waren de vele (half) vergane schepen in de haven. Doen alle toeristen zoveel moeite om een foto of een bezoek aan het beroemde, roestige scheepswrak op een afgelegen en moeilijk bereikbaar strandje te maken, stikt het van de wrakken in de haven van de hoofdstad!
Nadat we inmiddels uitgekeken waren op de diversiteit van scheepswrakken zijn we op zoek gegaan naar een eetgelegenheid voor onze lunch. Deze vonden we ook meteen bij de haven. Gelukkig maar, want het was -ondanks de stevige zeewind, toch heel warm in de hoofdstad. We vonden een plekje bij Spartakos Taverna, waar we een een frisse Griekse salade hebben genuttigd.
In de loop van de middag hebben we de hoofdstad verlaten en hebben we in de buurt van ons logeeradres nog wat boodschappen gedaan, om daarna de tank van de auto weer bij te vullen zodat we aan de verplichting van het huurcontract hebben voldaan. ‘Thuis’ hebben we relaxt gedaan en zijn in de vroege avond naar het centrum van Laganas gelopen. Hier hebben we voor een tweede keer bij GReco’s gegeten. Dit keer iets minder lekker/succesvol, maar dat komt waarschijnlijk door de enorme drukte in het restaurant.
Nu zitten we voor op ons terras. Er staat hier een stevige wind, maar het is nog steeds ruim zevenentwintig graden. We wachten nog even tot het eten is gezakt, nemen nog een glas wijn en gaan daarna door naar ons bed.