Momenteel beluister ik, naast de podcasts ook vaak naar het album The Eagles van de gelijknamige band. Het album brengt me voor mijn gevoel naar het voorjaar, waar het bijna overgaat in de zomer. Het album is volgens het internet een indrukwekkend, divers en sonisch superieur debuutalbum dat de basis legde voor een succesvolle carrière van de band in de jaren zeventig.
Het album uit 1972 is buitengewoon gebalanceerd met alle vier de bandleden die nummers schrijven en zingen, met een mix van rock, folk en country, doorheen de muziek. Het geluid werd gevormd door de opkomende country-rock scene in Los Angeles, geleid door groepen als Poco, die instrumenten als banjo en pedal steel gitaar toevoegden aan de basis rock arrangement. Het album werd geproduceerd in Londen door Glyn Johns en was meteen een commercieel en kritisch succes.
Het album The Eagles leverde drie top 40 hitsingles op, die allemaal nog steeds erg populair zijn, zoals “Take It Easy”, “Witchy Woman” en “Peaceful Easy Feeling”. Deze nummers hebben een pakkende melodie, intelligente teksten, een krachtige opbouw en een heldere zang, met prachtige vierstemmige harmonieën op de juiste momenten voor maximaal dramatisch effect. Deze nummers kunnen je een zomers gevoel geven, omdat ze gaan over vrijheid, liefde, avontuur en optimisme. Ze roepen beelden op van de woestijn, de weg, de sterren en de natuur. Ze hebben ook een warme en luchtige sfeer, die past bij het zonnige klimaat van Californië, waar de band vandaan komt.
The Eagles (1972) is een klassiek album dat zich kan meten met het beste werk van de Byrds, Buffalo Springfield, Burrito Bros., en de andere vooraanstaande Los Angeles groepen. Het is een album dat je doet verlangen naar de zomer en je een vredig en gemakkelijk gevoel geeft.
Van de week bekeek ik de eerste aflevering van de docu-serie The Enfield Poltergeist, een van de bekendste en meest controversiële poltergeistgevallen, die plaatsvond in een rijtjeshuis in Noord-Londen tussen 1977 en 1979. Het verhaal kreeg destijds veel media-aandacht en werd later de inspiratie voor boeken, films en tv-series, zoals The Conjuring 2. De belangrijkste getuigen van de vermeende poltergeistactiviteit waren de alleenstaande moeder Peggy Hodgson en haar vier kinderen, vooral de 11-jarige Janet, die beweerden te worden bezeten door de geest van een oude man genaamd Bill.
Poltergeists zijn vermeende bovennatuurlijke verschijnselen die zich uiten door het verplaatsen, gooien of breken van voorwerpen, het maken van geluiden of het beïnvloeden van mensen. Hoewel sommige mensen geloven dat poltergeists echte geesten of entiteiten zijn, zijn er veel redenen om aan te nemen dat de meeste poltergeistverhalen het resultaat zijn van bedrog, misleiding, suggestie of psychologische factoren.
De Enfield poltergeist werd onderzocht door verschillende paranormale onderzoekers, zoals Maurice Grosse en Guy Lyon Playfair, die lid waren van de Society for Psychical Research. Zij beweerden dat ze getuige waren van tal van onverklaarbare gebeurtenissen, zoals meubels die bewogen, objecten die door de lucht vlogen, stemmen die uit de lucht kwamen, water dat uit de muren spoot en Janet die boven haar bed zweefde. Zij namen ook foto’s, geluidsopnames en video’s om hun beweringen te ondersteunen.
Echter, veel sceptici en critici hebben de authenticiteit en de geldigheid van de Enfield poltergeist in twijfel getrokken. Zij hebben verschillende redenen aangevoerd waarom het geval waarschijnlijk een hoax was, of op zijn minst sterk overdreven. Enkele van deze redenen zijn: – De twee zussen, Janet en Margaret, gaven toe dat ze sommige van de poltergeisteffecten vervalst hadden, zoals het gooien van voorwerpen, het maken van geluiden of het buikspreken. Zij zeiden dat ze dit deden uit verveling of om de onderzoekers te testen, maar dat sommige dingen echt waren. Sommige gelovigen accepteerden deze verklaring, maar anderen vonden het een zwak excuus om hun bedrog te verbergen. – Een klassieke foto van Janet die boven haar bed zweeft, zou gemakkelijk kunnen worden verklaard door Janet die op haar bed sprong. Er zijn veel aanwijzingen dat ze niet in de lucht zweefde, zoals de positie van haar lichaam, haar haar en haar gezichtsuitdrukking. Bovendien was er geen onafhankelijke getuige van deze gebeurtenis, alleen de onderzoekers en de familie. – De geest van de oude man, Bill, die Janet bezat, toonde een ongewone interesse in menstruatie. Dit is niet iets wat men zou verwachten van een oude man, maar wel van een jong meisje. Er zijn ook veel twijfels over de oorsprong en de identiteit van Bill, die beweerde te zijn gestorven in het huis, maar wiens verhaal niet overeenkwam met de historische gegevens. – Getuigen zijn notoir onbetrouwbaar. Getuigen in de Enfield poltergeistzaak waren onder meer een politieagente die zweerde dat ze een stoel over de vloer zag bewegen. Er is echter veel onderzoek gedaan naar de onbetrouwbaarheid van getuigenverklaringen, en hoe ze kunnen worden beïnvloed door suggestie, verwachting, geheugenvervorming of sociale druk. – Er zijn veel alternatieve verklaringen voor de poltergeistverschijnselen, zoals natuurlijke oorzaken, psychologische factoren, aandacht zoeken, fantasie, hypnose of massahysterie. Er is geen overtuigend bewijs dat de poltergeistverschijnselen een paranormale oorsprong hadden, of dat ze niet konden worden gereproduceerd door normale middelen.
Samenvattend kan worden gesteld dat de Enfield poltergeist een van de meest beroemde, maar ook een van de meest twijfelachtige poltergeistgevallen is. Er zijn veel redenen om te geloven dat 90% van de verhalen nep waren, of op zijn minst sterk overdreven. De echte mysteries zijn niet de poltergeists, maar de mensen die ze rapporteren of onderzoeken.
Samir en Omar zijn al sinds hun kindertijd beste vrienden. Ze groeiden samen op in een klein dorp in Iran, waar ze naar dezelfde school gaan, voetballen op het plein, en dromen over de toekomst. Ze delen alles met elkaar, ook een groot geheim: Ze zijn verliefd. Op elkaar.
Ze weten dat hun gevoelens verboden zijn, waar homoseksualiteit als een zonde en een misdaad wordt beschouwd. Ze weten dat hun familie, hun buren, en hun geloof hun liefde afwijzen en veroordelen als ze erachter komen. Ze weten dat ze geen toekomst samen hebben, tenzij ze hun land ontvluchten.
Ze spreken af om elkaar in het geheim te ontmoeten, als het donker is, in een verlaten schuur aan de rand van het dorp. Daar kunnen ze even zichzelf zijn, elkaar kussen, knuffelen, en fluisteren dat ze van elkaar houden. Ze beloven elkaar dat ze ooit samen weggaan, naar een land waar ze vrij zijn.
Op een avond gaat het mis. Een groep jongens uit het dorp heeft hen gevolgd, en valt hen aan wanneer ze de schuur binnen gaan. Ze slaan hen, schelden hen uit, en dreigen hen aan te geven bij de politie. Ze nemen hun telefoons af, waarop ze foto’s en berichten van elkaar hebben. Ze vertellen dat ze hen zullen vernederen voor het hele dorp, en dat ze hen laten boeten voor hun vieze ziekte.
Samir en Omar zijn doodsbang. Ze smeken om genade, maar de jongens luisteren niet. Ze slepen ze mee naar het plein, waar ze hen vastbinden aan een paal. Ze roepen de mensen uit hun huizen, en vertellen hen wat ze hebben ontdekt. De mensen reageren geschokt, woedend, en walgend. Ze beginnen te schreeuwen, te spugen, en het gooien van stenen. Ze eisen dat de politie moet komen, en dat de jongens worden gestraft volgens de wet.
Samir en Omar kijken elkaar aan, en zien de pijn, de angst en de liefde in elkaars ogen. Ze weten dat ze geen hoop meer hebben, dat ze geen kans hebben om te ontsnappen. Ze weten dat ze elkaar niet meer zullen zien, dat ze elkaar nooit meer gaan aanraken. Ze weten dat ze gaan sterven, alleen omdat ze van elkaar houden.
Ze zeggen niets, ze staan er met verborgen emotie. Ze houden elkaars hand vast, en wachten op het einde.
Ik kan het nu al op momenten ruiken; het voorjaar komt eraan! Dit is een heerlijke tijd om te hardlopen. De dagen duren weer lang, de zon schijnt vaker, de bloemen bloeien en de vogels fluiten vrolijker. Het voorjaar brengt ook een kleine uitdaging met zich mee; hoe zorg je ervoor dat je hardloopschoenen niet te snel verslijten?
Hardloopschoenen zijn een belangrijk onderdeel van je hardloopuitrusting. Ze beschermen je voeten, ondersteunen je gewrichten en verbeteren je prestaties. Echter, hardloopschoenen hebben ook een beperkte levensduur. Na een bepaald aantal kilometers verliezen ze hun demping, stabiliteit en grip. Dit kan leiden tot blessures, vermoeidheid en ongemak.
Om pijntjes tegen te gaan moet je weten wanneer je hardloopschoenen aan vervanging toe zijn. Dat hangt af van verschillende factoren, zoals je gewicht, je loopstijl, het type ondergrond waarop je loopt en de kwaliteit van je schoenen. Een algemene richtlijn is dat je hardloopschoenen na ongeveer 800 tot 1000 kilometer moet vervangen. Maar dit kan variëren van 500 tot 1500 kilometer, afhankelijk van je persoonlijke situatie.
Het internet leert ons dat er een manier is om hardloopschoenen langer mee te laten gaan. Dat kan door ze af te wisselen met een ander paar. Zo geef je je schoenen de tijd om te herstellen van de belasting die ze tijdens het hardlopen ondergaan en bovendien kun je zo verschillende schoenen gebruiken voor verschillende omstandigheden. Bijvoorbeeld, je kunt een paar lichtere schoenen gebruiken voor snelle trainingen, en een paar stevigere schoenen voor lange duurlopen.
Hoeveel hardloopschoenen heb ik per jaar nodig? Dat hangt af van hoe vaak en hoe ver ik hardloop. Stel dat ik gemiddeld drie keer per week hardloop, en elke keer ongeveer 10 kilometer, dan loop ik per jaar ongeveer 1.500 kilometer. Dat betekent dat ik ongeveer twee tot drie paar hardloopschoenen per jaar moet aanschaffen. Ik ga online even snel checken welke hardloopschoenen er in de aanbieding zijn. Wanneer jij een hardloper bent, hoeveel hardloopschoenen heb jij in je kast staan?
Wanneer je veel tijd onderweg doorbrengt, dan kan het soms saai of eentonig worden. Ik heb niet altijd zin om muziek te luisteren of een digi-boek te lezen. Gelukkig is er een andere optie die mijn trips een stuk leuker en interessanter kunnen maken: podcasts.
Er zijn podcasts over allerlei onderwerpen, van nieuws en sport tot kunst en cultuur. Je kunt podcasts luisteren wanneer je wilt, waar je wilt en hoe je wilt. Een van de voordelen van podcasts is dat ze je kunnen informeren, inspireren of vermaken terwijl je onderweg bent. Je kunt iets nieuws leren, een spannend verhaal volgen of gewoon lachen om een grappige anekdote. Podcasts kunnen je ook helpen om je te ontspannen, je gedachten te verzetten of je stemming te verbeteren.
Ik heb zelf een tijdje geluisterd naar de podcast 30 Minuten Rauw van Ruud de Wild. Ik vind hem een goede interviewer en een aangenaam gesprekspartner. Eén van de podcasts die ik je kan aanraden is De Laatste Dagen Van… van NPO Radio 5. Dit is een podcastserie waarin de laatste dagen en de carrières van beroemde popsterren worden gereconstrueerd.
Na de seizoenen over John Lennon, Freddie Mercury en Marvin Gaye, was het eind vorig jaar de beurt aan mijn idool George Michael. De wereld lag aan zijn voeten, maar hij stierf op 25 december 2016 in zijn buitenhuis in het Engelse Goring-On-Thames. In de podcast wordt verteld hoe dit kon gebeuren en wat we daadwerkelijk van de mens George Michael weten. Je kunt deze podcast beluisteren via Spotify of via de verschillende podcast-apps.
Podcasts zijn voor mij sinds kort het ideale reisgezelschap. Ze zijn makkelijk te vinden en zijn er in alle soorten en lengtes. Voor elk wat wils. Ik vind het overigens niet altijd ideaal om het in het openbaar vervoer te beluisteren. Wanneer er in de podcast wordt verteld over het moment van overlijden van een van de hoofdpersonen, de zangers, dan zit ik emotioneel en met natte ogen in metro, trein of bus.
Al ruim een kwart eeuw woon ik in de stad Almere, en ik blijf het bijzonder vinden dat ik ouder ben dan de stad waarin ik woon. Dit kunnen, wereldwijd, niet veel mensen zeggen. Almere is ontstaan in 1976 op de zeebodem van de oude Zuiderzee, en is vernoemd naar het meer Almere, dat in de Middeleeuwen op deze locatie lag. De stad is in de jaren zeventig ontworpen als een moderne stad met veel groen en water. Het is nog steeds de snelst groeiende stad van Nederland.
Ondanks de jonge leeftijd van Almere heeft mijn woonplaats wel een rijke geschiedenis. Zo zijn zijn er veel scheepswrakken gevonden in de bodem van de stad. Er zijn 27 onderzochte scheepswrakken en -fragmenten gevonden in Almere, waarvan het oudste wrak uit de 15e eeuw stamt. Het jongste wrak dateert uit het begin van de 20e eeuw. De meeste wrakken worden gevonden bij het ploegen, het graven van greppels of de uitvoering van grondwerkzaamhede.
Een van de meest opmerkelijke scheepswrakken die in Almere is gevonden, is een koggeschip dat tussen 1420 en 1425 is vergaan. Dit schip is opgegraven in Almere-Stad en is het oudste schip dat in Almere is ontdekt. Het wrak kon niet ter plaatse worden bewaard, vanwege een woonwijk in aanbouw. Er volgde een noodonderzoek, demontage en herbegraving op het kerkhof voor scheepswrakken in Zeewolde.
Een ander interessant scheepswrak dat in Almere is gevonden, is een kleine 17e-eeuwse Amsterdamse modderschouw. Dit schip werd ontdekt in 1983 bij het diepploegen langs de Oostvaardersdijk, tegen de grens met Almere Poort. De modderschouw zorgde voor de afvoer van uitgebaggerd slib en modder uit de haven van Amsterdam. Het schip is na het onderzoek uit de grond gehaald.
De scheepswrakken in Almere zijn een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van de stad en bieden inzicht in het verleden van de regio. Het is fascinerend om te bedenken wat deze schepen hebben meegemaakt en welke verhalen ze te vertellen hebben.
Al mijn hele leven droom ik van de ruimte, maar ik denk niet dat het ooit mogelijk zal zijn om er naartoe te gaan. Ik ben te oud, misschien te gewoon en niet echt heel belangrijk. Maar strl dat ik de kans krijg om me aan te melden als vrijwilliger voor een experimenteel ruimteprogramma, dat mensen zoals ik de mogelijkheid biedt om de sterren te verkennen. Ik zal geen moment twijfelen en schrijf me meteen in. Ik ben inmiddels ver in de vijftig, maar ik voel me als een jong mens.
Na een strenge selectie en training, word ik dan samen met drie andere vrijwilligers gekozen om aan boord te gaan van de Orion, een ruimteschip dat ons naar de rand van het zonnestelsel zal brengen. We zullen de eersten zijn die zo ver zullen reizen, en misschien ook de laatste. Het is vanzelfsprekend een eenmalige missie, zonder garantie op terugkeer. We weten dat we ons leven op het spel zetten, maar we doen het voor de wetenschap, voor de mensheid en niet geheel onbelangrijk, ook voor onszelf.
We vertrekken op een zonnige dag in het voorjaar, onder het gejuich van familie, vrienden en miljoenen toeschouwers. We voelen ons trots, opgewonden, nerveus. We nemen afscheid van de aarde, ons thuis, en beginnen aan onze reis. Straks zien we de maan, De planeten Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en dwergplaneet Pluto. We zien kometen, asteroïden, manen en ringen. Kortom, we zien schoonheid, wonder en mysterie. We zien dingen die niemand ooit zo van dichtbij heeft gezien, en die niemand ooit zo zal zien.
Na vijf jaar bereiken we ons doel: de heliopauze. De grens tussen het zonnestelsel en de interstellaire ruimte. We zijn klaar om de laatste sprong te maken, om het onbekende in te gaan. We weten al een tijd dat we nooit meer terug zullen komen, dat we nooit meer contact zullen hebben met de aarde. Het moment is aangebroken. We weten dat we zullen sterven in de ruimte, alleen en misschien vergeten. Maar we kennen geen angst, we zijn hypergelukkig. We hebben onze droom waargemaakt. Geschiedenis geschreven.
Wanneer we de hyperdrive activeren, een apparaat dat ons sneller dan het licht zal laten reizen, weten we niet waar we zullen eindigen, misschien in een ander sterrenstelsel of misschien nergens. We weten niet wat we zullen vinden, misschien nieuw leven of misschien niets. We weten alleen dat we willen gaan, dat we moeten gaan en dat we zullen gaan.
We kijken elkaar glimlachend en zenuwachtig aan, en we knikken. We tellen af, we drukken op de knop en we verdwijnen. Dit is mijn laatste reis en het zal de beste reis van mijn leven zijn.
Zaterdagochtend, en de zon schijnt voorzichtig door de bomen. Ik heb mijn hardloopschoenen aan en ren richting het Vaartsluisbos in Almere. Het is een favoriete plek om te hardlopen. Het is op dit moment nog stil in het bos. Er zijn nu geen hondenbezitters die er nu een wandeling met hun huisdier maken.
Mijn hardlooptempo is rustig. De tijd dat ik persoonlijke records wil verbreken ligt achter me. Het is nu vooral genieten van frisse lucht en de natuur. Ik zie een paar andere hardlopers, maar niet veel. We groeten elkaar vriendelijk en ik ren verder. Ik voel me goed, mijn benen voelen sterk en mijn ademhaling is, zoals altijd, regelmatig.
Na een tijdje kom ik bij een open plek, waar een klein meertje glinstert. Dan zie ik iets bewegen aan de overkant van het water. Het zijn twee reeën. Ze grazen rustig, niet bewust van mijn aanwezigheid. Ik voel een golf van verwondering en blijdschap. Wat een prachtig gezicht! Ik pak voorzichtig mijn telefoon en probeer een foto te maken.
Net als ik op de knop druk, hoor ik een hard geluid. Het is een andere hardloper, die met een hoge snelheid langs me rent. Hij schreeuwt iets onverstaanbaars en zwaait met zijn armen. De reeën schrikken op en rennen weg. Ik zucht en kijk naar mijn telefoon. De foto is mislukt, ik heb alleen een wazige vlek. Ik voel me teleurgesteld en een beetje boos.
Waarom moest die hardloper zo idioot luidruchtig en onbeschoft zijn? Ik besluit om mijn hardlooprondje af te maken en terug te lopen naar huis. Misschien zie ik de reeën een andere keer weer. Ik hoop dat ze niet te al te bang zijn geworden. Ik glimlach en denk; hardlopen is leuk, en geen enkel hardlooprondje is hetzelfde.
Vannacht had ik, zoals vaak, een vreemde droom. Niet dat het een opmerkelijke droom was, want ik droom altijd wel merkwaardig en vooral vreemd. Vaak ben ik altijd onderweg in mijn dromen. Niet alleen droom ik in de dromen dat ik onderweg ben, maar ik reis ook altijd op de meest vreemde manieren. Ik kruip en sluip door binnenmuren of via kruipruimtes onder gebouwen door. Of door nissen en andere onlogische doorgangen. Het lijkt er op dat er in mijn dromenland geen infrastructuur bestaat. Het zal wellicht iets betekenen, maar in mijn droom is het vooral vermoeiend.
Ik droomde dit keer dat er een wereldbedreigende situatie heerste, waarbij ruimteschepen de Aarde bombardeerden. Ruimteschepen in de meest realistische zin, het waren marineschepen die letterlijk door de lucht vaarden en soort van autoombommen afschoten, waarbij enorme luchtdrukgolven veroorzaakt werden. Het is niet vreemd dat ik na een grote explosie wakker werd. Ik ging er meteen uit voor een nachtelijk bezoek naar het toilet. Alsof mijn instinctieve bewustzijn de ontstane brandjes wilde blussen.
Weer terug in bed, val ik alweer snel in slaap, maar de dreigende marineschepen zijn er niet meer te vinden. Wel is het gevoel van vluchten onderwerp in de aanhoudende droom. Dit keer sta ik bovenop een hoge wolkenkrabber in Almere en iedereen, vooral veel (oud)colelga’s, willen naar beneden vluchten, waarbij er -vanzelfsprekend in mijn droom, geen lift of trappenhuis aanwezig is. Via diverse sluipwegen probeer ik beneden te komen, maar steeds moet ik terug om iets te halen (wat is me onduidelijk). Gelukkig word ik wakker uit mijn droom en blijkt dat het weer een nieuwe werkdag is.
Wat is de zin van het leven op onze planeet? Dit is een diepe en moeilijke vraag, waar al jarenlang heel veel mensen over nadenken. Er is niet één eenvoudig of een definitief antwoord op deze vraag, want het hangt af van je persoonlijke overtuigingen, waarden, ervaringen en doelen.
Sommige mensen geloven dat de zin van ons bestaan op Aarde te maken heeft met een hogere macht, een goddelijk plan of een kosmisch doel. Anderen denken dat de zin van ons leven voortkomt uit onze eigen keuzes, acties, relaties en creativiteit. Weer anderen vinden dat de zin van ons leven een mysterie is, een grap of een illusie.
Wat denkt u? Wat geeft u zin en voldoening in het leven? Wat maakt u gelukkig, dankbaar, nieuwsgierig of hoopvol? Wat zijn de passies, uw dromen, uw talenten of idealen? Hoe draagt u bij aan de wereld, aan de mensen om u heen, en aan uzelf? Hoe gaat u om met de uitdagingen, de tegenslagen en pijn of de twijfels die u tegenkomt in uw leven?
Misschien kunnen we proberen om deze vragen voor onszelf te beantwoorden, of om erover te praten met iemand die we vertrouwen. Misschien kunnen we ook inspiratie halen uit de verhalen, de gedachten of de wijsheid van anderen die zich ook hebben afgevraagd wat de zin van ons bestaan hier op Aarde is.
Ik hoop dat u iets zinvols kunt vinden in uw leven, en dat u kunt genieten van uw tijd op deze prachtige planeet.
Ik was laatst ‘s-nachts, rond half drie in bed, toen ik in Amsterdam was. Ik wandelde er langs de grachten en genoot van de omgeving. Ik hou van Amsterdam. Het is een stad vol verhalen.
Ik liep langs een boekwinkel, en zag er een poster tegen het raam hangen. Er stond in sierletters: ‘Simon Carmiggelt signeert zijn nieuwe boek: Vandaag van 15:00 tot 16:00 uur.’ Ik was zeer aangenaam verrast. Simon Carmiggelt is een van mijn favoriete schrijvers. Ik lees zijn columns graag. Hij heeft een scherpe blik en droge humor. Hij kan van de kleinste dingen een groot verhaal maken. Hij is een meester in het schrijven van stukjes. Ik besloot naar binnen te gaan. Ik wilde zijn nieuwe boek kopen, en misschien kon hij deze signeren. Ik was benieuwd naar zijn nieuwe avonturen.
Ik kwam in de winkel, en zag een lange rij staan. De mensen hadden allemaal een boek in hun handen en wachtten geduldig op hun beurt. Aan het einde van de rij zag ik een tafel, met een stapel boeken erop en daarachter zat een man. Het was Simon Carmiggelt.
Hij zag er ouder uit dan ik had verwacht. Hij had rimpels in zijn gezicht, en grijze haren. Maar hij had nog steeds die twinkeling in zijn ogen, en die glimlach om zijn mond. Hij leek te genieten van de aandacht. Hij praatte met de mensen, hij maakte grapjes, hij schreef iets in hun boeken. Hij was vriendelijk en charmant. Ik sloot me aan bij de rij en pakte een boek van de stapel. Ik bladerde er doorheen.
Het zag er goed uit. Het had mooie illustraties, en leuke titels. Ik las een paar regels. Het was typisch Carmiggelt. Het was geestig en scherp. Ik kwam dichter bij de tafel. Ik voelde me zenuwachtig. Ik wist niet wat ik tegen hem moest zeggen. Ik bewonder de man. Hij is een voorbeeld voor mij. Ik wilde ook stukjes als hij kon schrijven. Uiteindelijk stond ik bij het tafeltje. Ik legde het boek op de tafel. Ik keek hem aan. Hij keek mij aan. Hij glimlachte en hij zei: ‘Goedendag meneer. Wat is uw naam?’ Ik zei: ‘Mijn naam is Dray Bosma.’ Hij zei: ‘Aangenaam, Dray. Wat doet u voor de kost?’ Ik zei: ‘Ik doe creditmanagement.’ Waarop hij zei: ‘Dat is interessant. En wat doet u voor uw plezier?’ Ik antwoordde: ‘Ik schrijf stukjes.’ ‘Stukjes? Wat voor stukjes?’ Vroeg hij. Ik zei: ‘Gewoon, stukjes. Over van alles en nog wat. Over wat ik zie, wat ik hoor, wat ik denk. Over het leven.’ ‘Het leven,’ zei hij. ‘Dat is een mooi onderwerp. En waar schrijft u die stukjes?’ Ik zei: ‘Op mijn weblog.’ ‘Uw weblog? Wat is dat?’ ‘Dat is een soort online dagboek. Ik publiceer mijn stukjes op het internet. Dan kunnen andere mensen ze lezen, en reageren.’ ‘Dat klinkt leuk. En hoe heet uw weblog?’ ‘Mijn weblog heet Dray Bosma.’ ‘Dat is origineel,’ en hij glimlachte. ‘En hoeveel lezers heeft u?’ ‘Niet zo veel. Een handvol, misschien. Het is niet enorm populair.’ ‘Dat geeft ook niet. Het gaat om het plezier. Het plezier van het schrijven. Het plezier van het vertellen. Het plezier van het delen. Dat is het belangrijkste. Dat is waarom ik stukjes schrijf. Omdat ik het leuk vind. Omdat ik het niet kan laten.’
Hij pakte het boek. Hij sloeg het open. Hij schreef iets op de eerste pagina en gaf het boek terug. Hij zei: ‘Hier, voor u. Een cadeautje. Van Kronkel, voor Dray. Ik hoop dat u ervan geniet. En ik hoop dat u doorgaat met schrijven.’ Ik nam het boek aan en ik bedankte hem. Ik was licht emotioneel, maar blij. Ik had een ontmoeting gehad met een van mijn idolen, en ik had een verhaal te schrijven.
Van de week was ik voor controle bij de tandarts en hier bij werd meteen wat hardnekkig vuil door de mondhygiëniste weggebikt. Ik heb geen angst voor, of een hekel aan de tandarts, maar dat gepeuter met scherpe haken tussen tanden, kiezen en in mijn tandvlees, ervaar ik niet als prettig. Ik ga liever uiteten.
Na een kort half uurtje was Roos, de nieuwe mondhygiëniste, klaar met haar eerste klus van de dag. Ze was tevreden met de hygiënische toestand van mijn gebit. Wel moet ik beter aan de binnenkant van mijn gebit poetsen. Vreemd. Dat doe ik volgens mij al jaren, want mijn elektrische tandenborstel heeft een tijdklokje waarmee ik in twee minuten alle mondhoeken schoonborstel.
Toch was Roos, mijn mondhygiëniste, niet helemaal zeker over iets, waarvan ze van mening was dat hier een meer ervaren tandarts zijn oordeel mocht geven. De ruimte achter mijn verstandskiezen is volgens haar niet gebruikelijk. De ‘echte’ tandarts wist het mysterie op te lossen met de opmerking dat naarmate je ouder wordt, ook het kaakbot last heeft van slijtage. Hierdoor ontstaat er meer ruimte bij de verstandskiezen. De geest is buitengewoon in ontkenning, maar het lichaam herinnert me te vaak aan het feit dat ik de middelbare leeftijd steeds meer achter me laat.
Sneeuw is een bijzonder fenomeen dat veel mensen fascineert, zeggen ze online. Mij fascineert het niet zozeer. Ik roep al jaren dat het woord ‘Nee’ niet voor niets in het woord sneeuw voorkomt. Als kind dacht ik daar anders over, maar toen waren mijn botten natuurlijk sterker dan nu.
Volgens de sneeuwgeschiedenis van Nederland zijn er in het verleden flinke sneeuwstormen en sneeuwrijke winters geweest. Zo lag er in de winter van 1962-1963 gemiddeld 71 dagen een sneeuwdek in het land, en viel er in begin 1979 op sommige plaatsen meer dan een meter sneeuw. Ook in 1987 en 2005 waren er opvallende sneeuwsituaties, met name op de Waddeneilanden.
Tegenwoordig is sneeuw een stuk zeldzamer geworden in Nederland. Door verandering van het klimaat (don’t deny this) valt de eerste sneeuwvlok steeds later in het seizoen, en is het aantal sneeuwdagen gehalveerd. Bovendien blijft de sneeuw vaak niet lang liggen, omdat de temperatuur tegenwoordig snel weer boven nul komt.
Toch kan het nog steeds sneeuwen in Nederland, vooral als er een koude noordwestelijke stroming is die winterse buien aanvoert vanaf de Noordzee. Zo viel eergisteren, op 16 januari 2024 sneeuw in het grootste deel van het land, en genoten veel mensen (not me!) van het winterse landschap. Ook voor de komende dagen zijn er sneeuwkansen, vooral in het zuiden en zuidoosten van het land. Ik zie er nu al tegenop.
Last weekend I saw the HBO documentary Navalny (2022), which shows how Russian opposition leader Alexei Navalny risks his life to fight against the corruption and dictatorship of President Vladimir Putin. The documentary, directed by Daniel Roher, follows Navalny from his poisoning with a nerve gas (novichok) in August 2020 to his arrest in January 2021.
The documentary shows how Navalny, after waking from his coma, is determined to return to Russia and continue his political activities, despite the threat from the secret services and the Russian regime. The documentary also shows how Navalny works with journalist Christo Grozev and researcher Maria Pevchikh to reveal the details of the assassination attempt, which is done clearly and successfully, demonstrating Putin’s involvement.
The documentary is not only a portrait of a courageous and charismatic leader, but also an indictment of violations of human rights and democracy in Russia. The documentary shows the support Navalny receives from his wife Yulia, his children Dasha and Zakhar, and his supporters Leonid Volkov and Lyubov Sobol.
It also shows the mass protests that broke out after his arrest, with thousands of people taking to the streets to demand his release. If you get a chance to see the documentary, I highly recommend that you do so. It also showed me what a pathetic, but unfortunately also a powerful organization the Kremlin is, and I truly believe that the Russian people deserve better.
Al een paar maanden loop ik op werkdagen in het donker naar mijn werk. Het is wintertijd en hiermee nog steeds donker wanneer ik op het werk aankom. Er komt verandering in; de laatste dagen valt me op dat het donker plaatsmaakt voor schemering. Driewerf hoera.
Al een paar maanden loop ik langs een hotel, vlakbij het werk, waar ik dan inkijk heb in het restaurant van het hotel. Vitrages houden bij daglicht inkijk tegen, maar deze periode niet. De mensen die op doorreis zijn, of op werkbezoek bij een bedrijf in de buurt genieten dan eenzaam aan een vierkant tafeltje van hun ontbijt.
Het eenzame gevoel dat ik hierbij krijg, knijpt enorm in mijn hart, waarbij ik word teruggebracht naar de tweede helft van de jaren negentig van de vorige eeuw. Ik woonde toen in Den Helder en moest voor mijn werk twee weken in opleiding in Drachten (Fryslân).
Deze periode is voor mij een herinnering van extreme eenzaamheid. Ik voelde er mij niet in mijn element, ondanks de lief bedoelde pogingen van mijn collega’s die daar woonden, om het leuk voor mij te maken. Sommige hits uit die periode, die ik nu af en toe op de radio hoor brengen me naar deze periode van mijn leven. Gelukkig voor heel even.
Het aanzien van de mensen aan het onbijttafeltje in de vroege ochtend in Amsterdam doet me die periode heel even herbeleven en zorgt ervoor dat ik nu iets sneller naar mijn werk doorloop. Gelukkig is het vanaf daar snel de straat oversteken, een bochtje om en dan is het hotel uit het zicht, en de herinnering verdwenen.