Het heelal is groot. Niet gewoon groot, maar zó groot dat je er geen begin of einde aan kunt denken. Een ruimte waarin alles verdwijnt: geluid, tijd, wijzelf. Als je er te lang over nadenkt, wordt het bijna belachelijk. Zo veel leegte, zo veel afstand, zo veel stilte dat stilte eigenlijk geen goed woord meer is. Af en toe komt er iets uit die leegte tevoorschijn, alsof het ons eraan wil herinneren dat we er maar een fractie van begrijpen. Een vriendelijk duwtje, een zacht klopje op de deur van het menselijk besef: kijk, er is meer dan wat je met een blote telescoop kunt zien.
Zoals de kleine bezoeker die nu onderweg is naar ons zonnestelsel: 3I/ATLAS, een interstellair object dat slechts heel even langskomt. Het is een passant uit een sfeer die wij alleen in theorie kennen. Het komt van ver, uit een leegte die wij ons nauwelijks kunnen voorstellen, en volgt een hyperbolische baan: even langskomen, kijken, en weer vertrekken. Wetenschappers meten wat ze kunnen. Ze houden het nuchter. CO₂, wat water en stof. Geen drama, geen romantiek. Maar dat maakt het niet minder indrukwekkend. Juist dat feitelijke heeft iets geruststellends én overweldigends tegelijk. Het is een bezoeker die ons herinnert aan de uitgestrektheid van het universum, aan het simpele maar onontkoombare feit dat er iets bestaat dat groter is dan wijzelf, groter dan al onze zorgen, plannen en agenda’s bij elkaar.
Het doet me denken aan mijn eerste hemelbelevenis: de komeet Bennett, die ik als jongetje in Den Helder móést zien. Die avond leek de lucht groter en stiller dan normaal. Samen met andere nieuwsgierige bewoners liepen we de dijk op. Het voelde bijna plechtig, alsof we naar een belangrijke afspraak gingen. Boven ons hing Bennett, een wazig vlekje dat nauwelijks helder was, maar juist daardoor een magische, futuristische en licht onheilspellende uitstraling had. De wind trok aan onze jassen, de zee ruiste zacht, en even leek alles stil te staan. Voor een kind voelt zo’n moment alsof de wereld openklapt.
Nu hoeft niemand nog de dijk op. De wereld is klein geworden. We volgen kometen live, ingezoomd, vanuit onze woonkamer. En toch: een bezoeker als 3I/ATLAS maakt die wereld ineens weer groot. Misschien is dat wel het mooiste. Hoe dichtbij alles lijkt, een komeet fluistert altijd hetzelfde: de mens is klein, tijdelijk, en onderdeel van iets dat oneindig groter is. Het universum volgt zijn eigen ritme.

