Om 12:00 uur staat het weer te gebeuren: de grote intocht van Sint Nicolaas. Dit jaar op Texel, een eiland waar de wind altijd net iets harder blaast en de zee ook iets wilder lijkt dan op het vasteland. Voor mij is het een nostalgische aangelegenheid. Mijn eerste herinnering aan zo’n intocht stamt uit de jaren zestig, in Enkhuizen. Ik zie het nog voor me: Mies Bouwman op de kade, met een microfoon zo groot als een pak melk, vast aan een snoer dat wel tientallen meters lang leek te zijn, wachtend op de stoomboot. Volgeladen met cadeaus, pakjes en natuurlijk de hulpjes van de goedheiligman, die in zwart-wit op mijn oude televisie verschenen. Het waren spannende tijden; alles leek nog een beetje magisch en beperkt door de schermen van de televisie, met dat ruisende beeld en de krakende speakers.
Gelukkig zijn de hulpjes van Sinterklaas tegenwoordig minder zwart-wit. Ze zijn met hun tijd meegegaan: vrolijk gekleed, soms hip, soms nog nostalgisch, maar vooral een stuk diverser en dynamischer. Toch merk je dat sommige Nederlanders zich stug blijven vastklampen aan de oude tradities. Die verhalen van kinderlijfstraffen, de roe, de zak en de gitzwarte pietermanknechten blijven in sommige harten hardnekkig hangen. Mijn persoonlijke suggestie: als u dan toch zo gehecht bent aan de tradities van vroeger, kunt u dan meteen ook het ouderwetse salaris in guldens behouden? Dan zult u zien dat modernisering ineens stukken eenvoudiger te accepteren is.
Maar goed, vandaag gaat het niet om guldens of onwrikbare tradities. Het gaat om de kinderen, die ondanks hun smartphones en tablets toch weer gespannen en zenuwachtig zijn. Spannend op de kade, spannend bij de intocht en vooral gespannen bij het uitpakken van de decemberlekkernijen en de cadeaus die hopelijk hun verwachtingen waarmaken. Die spanning is tijdloos. Net zoals die oude televisiebeelden van Enkhuizen, met Mies Bouwman en haar mega-microfoon, die nog altijd een beetje ruisend in mijn geheugen blijven hangen.
Op Texel zal het anders zijn dan in mijn jeugd: de zee ruist, de wind is fris, de boten glinsteren en de kinderen rennen, lachen, gillen en hopen op een glimp van Sint Nicolaas. Het is en blijft een ritueel dat verbindt: jong en oud, traditioneel en modern, zwart-wit en kleur, nostalgie en vooruitgang.
En dan denk ik heel even aan Mies, dat snoer, die grote microfoon, en ik besef: vroeger hadden we zwart-wit televisie en een microfoon waar niks micro aan was, en nu hebben de kinderen tablets, drones en holografische Sinterklaas. Maar de spanning, het wachten, de magie van de eerste glimp van de goedheiligman… dat is onveranderd. En dat is precies wat het decemberfeest zo heerlijk absurd en tegelijkertijd hartverwarmend maakt.


