Er zijn van die zaterdagen waarop je je afvraagt of je er überhaupt nog toe doet. Het leven staat even stil, net als dat deurtje van de wasmachine. Nú onderdelen besteld, onderweg, beloofd. Maar daarmee wordt de was niet gedraaid. En dus loop ik voor de derde zaterdag op rij naar de wassalon. Een mens kan zich ergens bij neerleggen, maar de was niet.
In de wassalon ben je tijdelijk niemand. Je zit tussen brommende machines, mensen die naar de trommel staren alsof daar het leven zelf om gaat, en niemand die iets vraagt. Een weelde, eigenlijk.
Maar zodra ik terug de straat in loop, begint het. Daar stond ze alweer, de buurvrouw van nummer 15. Het soort buurvrouw dat uit ramen, voortuinen en schaduwen kan verschijnen.
“Loop je nu weer terug met je volle tassen?” vroeg ze.
Ze keek niet naar mij, maar in mijn tassen. Schalks, alsof ze iets verborgens verwachtte. Ik zei iets over de wassalon, maar ze had haar informatie al binnen. Haar nieuwsgierigheid is altijd snel tevreden.
Het is dezelfde buurvrouw die een paar jaar geleden terloops opmerkte dat wij wel heel vaak naar de glasbak liepen. Dat zei ze op de toon van iemand die een interventie overweegt. Zo’n bijeenkomst met iets te bezorgde blikken. Ik mompelde nog iets over een weekend met visite, maar dat haalde niets uit. Ik ken haar verder niet, behalve haar huisnummer, maar dat lijkt voor haar genoeg om een sociaal dossier op te bouwen.
En dan is er de andere buurvrouw, bij ons thuis ook bekend als de straatheks. Niet omdat ze kwaad is, maar omdat ze overal is. Ze wandelt altijd met haar hondje, een fel, klein wezen dat blaft om het blaffen. Een valse teef, die hond. Hoewel… bij sommige duo’s is het verschil moeilijk te zien. Het is zo iemand die alles ziet, alles hoort en vooral alles wil weten.
Ze heeft me ooit ter verantwoording geroepen omdat ik volgens haar niet had teruggegroet. Tot huilens toe wist ze niet hoe ik zo ongevoelig kon zijn. Alsof de sociale harmonie van de hele straat afhangt van mijn knikje. Ik wist niet dat ik zo belangrijk kon zijn.
Sociale controle en het gevoel dat iemand een oogje in het zeil houdt, geven een veilig idee, maar dat is niet altijd gewenst. Ze zeggen dat een goede buur beter is dan een verre vriend, maar dat klopt niet altijd. Af en toe blijkt een verre vriend precies dichtbij genoeg te zijn.

