Van de week was ik na mijn werkzaamheden thuis gaan hardlopen en met gepaste afstand passeerde ik de andere hardlopers, wandelaars en alle andere mensen die zich in deze corona-tijd op straat moeten begeven. Ondanks de constante zombiestroom van mensen die alleen aandacht hebben voor het telefoonscherm, dus niet voor een ander, zijn er ook velen die wel rekening houden met de afstand van anderhalve meter. Opmerkelijk vind ik dat de drukte van drommen mensen zich hier vooral buiten de woonwijken van Almere afspeelt. De meeste mensen kom ik tegen in de natuur. Gelukkig is er (nog) voldoende ruimte.
Na ruim zes kilometer te hebben gelopen, liep ik bij de vaartsluis aan het Wilgeneiland tegen een andere hardloper. We moesten even wachten tot de sluisdeuren weer werden gesloten en op een zeer gepaste afstand van ruim anderhalve meter (ik hou er niet van om te twijfelen, ik moet het altijd zeker weten) raakte we heel even aan de praat. Over koetjes en kalfjes. Het ging over het mooie weer en dat we het er maar mee treffen in deze rare tijden van corona-crisis. Met een welgemeende glimlach dacht ik nog; waar gaat dit over? Dit zegt alles over mij en niet over de andere hardloper. Ik ben niet zo goed in smalltalk. Ik kan het ook niet goed.
Altijd wanneer ik in een gesprek van kletspraat terecht raak, geraak ik een beetje van slag. De focus wordt troebel. Ik weet aan het einde van een zin niet meer wat ik bij de eerste woorden van mijn gesprek wilde zeggen. Dit uit zich in vreemde versprekingen of zinnen die ik blijf herhalen, waarbij ik zelf verbaasd reageer en dan gaat mijn aandacht naar het gehakkel in plaats van naar wat ik uiteindelijk wilde zeggen. Maar eigenlijk wilde ik niets zeggen, want het gaat over koetjes en kalfjes en dan schiet me ineens iets te binnen om over te praten, maar dat onderwerp staat helemaal los van waar de kletspraat over ging.
Laat mij maar schrijven. Communicatief kom ik in schrift beter uit mijn woorden. Hoewel ik met het neerkrabbelen van zinnen ook wel eens zit te hakkelen qua opbouw of dat ik een uitspraak verkeerd beschrijf. Ik kan mezelf aardig bezighouden met het vervaardigen van een stukje tekst. Het zal wellicht te maken hebben met de gedachte dat ik iets goed (niet twijfelen) wil doen en met schrijven kan je achteraf altijd bewerken wat je gezegd wilde hebben. Dat lukt niet met kletspraat. Overigens sprak ik een dag later de hardloper bij de sluis via mijn hardloop-app. Hij had mij herkend en vond het leuk mij ontmoet te hebben. Ik zal wel weer iets geks gezegd hebben.
Good for you for keep running. It must be challenging to maintain social distancing when running.
LikeGeliked door 1 persoon