De duif wipt wat onzeker om me heen. Het plekje op het eerste perron van Utrecht Centraal is rustig. De meeste reizigers staan elders, waar over enkele minuten de trein het station zal inrijden. Ik sta lekker in de schaduw. Laat de rest maar in de zinderende hitte zitten. Ik wacht wel tot ik in de trein met airconditioning plaats kan nemen. Ik neem een hap van mijn broodje. De duif begint nu zenuwachtig heen en weer te wippen. Hij gaat ervan uit dat er in no time een paar eetbare kruimels op de tegels van het perron vallen.
Ik heb een hekel aan duiven. Ik heb sowieso een hekel aan vogels. Dat fladdert met de vleugels zo vlak langs je hoofd en ze ontlasten zich wanneer en waar het maar uitkomt. Daarnaast vind ik duiven ook lelijk. De exemplaren die ik op verschillende stations in Nederland zie, lijken wel te zijn gemuteerd tot gedrochten. Met hun te kleine kopjes en afschuwelijk mismaakte vogelpootjes. Ik zie hier duivenexemplaren voorbij strompelen die niet anders kunnen dan waggelend rondlopen. De pootjes zijn vergroeid en mismaakt.
De duif aan mijn voeten, in afwachting van de kruimels van mijn broodje, heeft echter nog perfecte duivenpootjes. Het geduldige beestje op het perron van Utrecht Centraal lijkt op het duivenexemplaar van het ‘Aap Noot Mies leesplankje’. Als het dier het wenst, kan het statig over de tegels rondlopen. Ik voel al bijna enige binding met het gevederde ongedierte. Hoe cliché, en waar. De mens laat zich het liefst omringen door perfectie. Daarbij zichzelf wegcijferend in dat perfecte beeld.
In de verte zie ik dat mijn trein het station inrijdt en ik neem snel een paar flinke happen van mijn broodje. Grote kruimels vallen omlaag en de duif doet met gespreide vleugels een dansje van vreugde. Het wipt gulzig van kruimel naar kruimel. Voordat ik naar de trein loop laat ik de laatste hap van het broodje uit mijn hand vallen. Enthousiast begint het dier aan het feestmaal. Twee andere duiven komen aanvliegen. Ze strompelen met vergroeide pootjes naar de restjes en happen gezellig wat kruimels mee. Ik laat de dieren achter voor wat ze zijn. In gedachten ben ik al thuis.
I was not aware there were Pigeons in Europe. I suppose I am not surprised they are ubiquitous
LikeGeliked door 1 persoon