Van de week mocht ik weer sinds een eeuwigheid, tenminste voor mijn gevoel, een reisje met de trein ondernemen. Ik moest voor een periodieke afspraak in onze hoofdstad zijn en omdat niet alleen mijn eigen veiligheid belangrijk is, maar ook die van een ander, heb ik tijdens deze reis met een mondkapje in de trein gezeten. Het was een bijzondere ervaring. Niet het mondkapje. Dat vond ik niet zoveel voorstellen. Het idee om na acht weken thuisblijven weer onder de mensen te zijn was voor mij even wennen. Er gaat een wetenswaardigheid via het internet de wereld rond dat als je een bezigheid voor dertig dagen of langer volhoudt, dat die bezigheid een gewoonte wordt. En het in quarantaine blijven is na ruim dertig dagen ook voor mij een gewoonte geworden. Nu mocht ik onderweg naar Amsterdam wennen aan het onder de mensen zijn.
Dit keer hoefde ik niet dertig dagen te wachten om te wennen aan de mensen om mij heen. Mijn idee over mijn medemensen is niet veel veranderd in vergelijking tot voor de corona-crisis. Ik houd goede hoop, maar dit veroorzaakt wel teleurstelling. Op het perron was ik de enige met mondbescherming. Ik weet dat het pas per 1 juni 2020 verplicht is om beschermd met het openbaar vervoer te reizen, maar daar houdt een virus geen rekening mee. De mensen om mij heen ook niet. De vrouw wier haar lage IQ werd gecompenseerd met het hoog aantal kilo’s die ze met het dikke lijf meesleepte, was hier een uitstekend voorbeeld van. Voordat ze de openingsknop van de trein met haar onbedekte worstenvinger indrukte, hoestte ze eerst nog even in diezelfde hand.
Niet nadenkend over dat ze hierdoor niet alleen zichzelf kan besmetten, maar ook een ander, stapte ze waggelend de trein in. Op veilige afstand liep ik achter haar aan de coupé in. Lijdzaam wachtte ik af tot ze een zitplaats had gevonden. Het was er heel rustig dus ik kon op een veilige afstand, tweemaal de anderhalve meter, van de vrouw plaats nemen. Toen ik vanuit het raam zat weg te mijmeren en af en toe moest lachen om de weerkaatsing van mijn monkapkop in het raam van de coupé, begon de vrouw luid in haar telefoon te snateren. Ik schrok even op uit mijn gedachten en even later van wat de vrouw er allemaal uitkraamde. Het corona-virus is bedrog. Een hoax.
Naar enige uitleg heb ik niet eens meer geluisterd. Misschien heeft ze de persoon aan de andere kant willen overtuigen dat deze corona-crisis door zendmasten is veroorzaakt. Ik heb er over gelezen dat mensen dat geloven. Ach weet u, mensen geloven zoveel. Zo zijn er volksstammen die vandaag de dag er nog steeds van zijn overtuigd dat onze planeet plat is. Dat ze dat denken vind ik niet zo erg, maar deze geestdriftige mensen hebben altijd de drang anderen hiervan te moeten overtuigen. Hierbij wordt ieder tegenargument met het grootste gemak en tevens de grootste kolder weggewuifd. Dat vind ik zo vermoeiend. Kon ik me maar tegen deze onzin beschermen.
Weer een mooi verhaaltje, en wat ben ik gezond jaloers op mensen zoals die alles zo mooi kunnen verwoorden 👍
LikeGeliked door 1 persoon