Het is goed vertoeven op het strand van Katwijk aan Zee. Ik lig er op een strandbedje in het zonnetje te genieten. Gezien de tijd van het jaar -het is nog maar maart, lig ik er in een spijkerbroek en een warme trui aan. We logeren voor een lang weekend is een strandhuisje, vlak onder de duinen. Het is iets wat we al een tijdje op het oog hadden, en dit keer hebben we besloten het gewoon eens te doen. Een lang weekend logeren op het strand.
De zon schijnt op mijn gezicht en ik sluimer een beetje weg. Af en toe wordt ik uit het sluimeren getrokken door de aanwezig wandelaars en andere badgasten die dit weekend ook een huisje hebben geboekt. Links naast ons zit een Duits stelletje van ergens achterin de dertig. Ze zijn samen naar de Nederlandse kust gereisd, om hier vervolgens alles apart te doen. Zit hij binnen, dan ligt zij buiten op het strand. En andersom. Het enige constante is de hond die ongeacht het baasje buiten op het strand blijft liggen.
Recht van ons zitten drie dames aan de picknicktafel die bij het huisje hoort. Ze doen jong, alsof ze een team van Charlie’s Angels zijn, maar ze praten als een stelletje oude wijven. En dat zijn ze eigenlijk ook. Ze praten constant. Aan één stuk door. Over totaal onbelangrijke zaken; hoe je de lekkerste caesar salade maakt, of in ieder geval de dressing hiervoor of over de partner van een collega van één van deze dames, die niet bekend kan zijn bij de andere dames. Heel vermoeiend.
Zei ik in de auto, onderweg naar Katwijk aan Zee, nog dat ik niet zo goed ben in het onthouden van songteksten. Ik luister er nooit naar. Voor mij blijft het ruis. Een refrein lukt me nog om correct mee te zingen, maar de rest… Dit heb ik helemaal met Nederlandstalige liedjes. Niet één song van BLOF of Marco Borsato kan ik meezingen. Soms hobbel ik er wat achteraan door het laatste woord uit een zin half mee te zingen.
Het is dan ook een raadsel en irritant dat ik me, in tegenstelling tot gezongen teksten, niet kan afsluiten voor onzingesprekken die binnen gehoorafstand worden gevoerd. Zelfs met muzikale dopjes in mijn oren blijf ik ongevraagd op de hoogte van de relationele problemen van mensen die niemand, aanwezig op het strand van Katwijk aan Zee, kent.