Windjes

Sommigen beweren dat ze nooit een windje laten. Ik herinner me een oud-collega die dat met bijna religieuze overtuiging verkondigde. “Ik? Nee hoor, dat doe ik niet,” zei ze, terwijl ze haar boterham met ei at. Ik hield mijn mond, maar dacht: de natuurwetten zullen haar op een dag onvermijdelijk inhalen.

Wetenschappelijk onderzoek – ja, serieus onderzoek – toont aan dat de gemiddelde mens 14 tot 23 winden per dag laat. Dit is geen ruwe schatting, maar een nauwkeurige meting in een laboratorium door toegewijde onderzoekers met meetapparatuur. In totaal produceren we gemiddeld 0,5 tot 1,5 liter gas per dag – een normale hoeveelheid. Hoewel ik vermoed dat ikzelf iets boven de norm zit.

Soms denk ik dat ik de landelijke cijfers een klein zetje geef. Het is niet iets om trots op te zijn, maar ook niet om je voor te schamen. Het hoort erbij, net als ademen en slapen.

Helaas is het niet het goede gas. Het gas dat uit ons achterwerk komt, bestaat voornamelijk uit stikstof, zuurstof, koolstofdioxide, waterstof en methaan. Methaan is niet bepaald iets waar je rijk van wordt – tenzij je een koe met subsidie bent. Als het helium was geweest, had ik er nog iets aan gehad. Ik zag het al voor me: een klein eenmansbedrijf in feestartikelen, ballonnen rechtstreeks uit de bron. Of als het lachgas was geweest – officieel distikstofmonoxide – dan had ik mijn roeping als vrolijke miljonair al lang gevonden.

Maar nee, het is methaan. En dat doet weinig. Behalve ruiken, opwarmen en verdwijnen. Dus blijven het de dagelijkse scheetjes, net zo vluchtig als de ideeën die ermee gepaard gaan. Ze ontsnappen in stilte, lossen op in de lucht en verdwijnen even snel als mijn ambitie om er ooit nog iets mee te doen.

Een gedachte over “Windjes

U mag reageren.