Soms denk je dat alles op rolletjes loopt. Het bestelde deurtje voor de wasmachine, zo’n klein ding dat je leven groter maakt dan het zou moeten zijn, was netjes op tijd aangekomen. Mooi op schema, zoals het hoort.
Alleen, het paste niet. Natuurlijk niet. Je zou denken dat er in 2025 genoeg universele standaarden zijn om een simpel deurtje op een simpele machine te klikken. Maar toch bleek het niet zo eenvoudig. Het ene merk praat niet met het andere en jouw type doet het alleen met een deurtje uit precies hetzelfde bouwjaar.
Dus begon de rompslomp. Een grote kartonnen doos, veel te veel opvulpapier, een retoursticker printen, eigenlijk een routebeschrijving voor een pakket dat je liever nooit gezien had. Je tilt de doos op en denkt meteen dat dit eigenlijk geen klus voor een mens is. Dan laat je het maar door DPD ophalen.
En dan de vraag of de leverancier een wél compatibel deurtje op voorraad heeft. Je vraagt het per mail met een foto van het typeplaatje erbij. Je voelt nu al aan dat dit geen soepel proces wordt. Een klein onderdeel kan zich gedragen als een bureaucratische berg. Het is wachten tot iemand aan de andere kant zegt dat het model niet meer wordt ondersteund, alsof het om een museumstuk gaat. Toch houden we de moed voorlopig nog erin.
Ondertussen stapelt de was zich op. Een week maar en toch een berg die zonder moeite in het parcours van de Zevenheuvelenloop zou passen. Handdoeken, witte was, bonte was, dat shirt waarvan je twijfelt of het met de hand gewassen moet worden of niet. Alles in een soort textielratjetoe dat je niet langer kunt negeren.
Je zou natuurlijk familie kunnen vragen. Breng het toch even bij je familie met die grote Miele, denken mensen dan. Maar waarom zou je een ander met jouw kleine ellende opzadelen? Bovendien hoort de was bij het huishouden en het huishouden hoort bij jou.
Gelukkig is er een wassalon op nog geen vijf minuten lopen. Op zaterdagochtend ga ik er dus heen, een paar keer op en neer, met boodschappentassen vol wasgoed. Eerst de handdoeken, daarna de bonte was en vervolgens de witte. De straten zijn nog rustig, hier en daar een hond die zijn baasje uitlaat, de stad die langzaam wakker wordt.
Binnen in de wassalon ruikt het naar warm katoen. Grote machines brommen tevreden. Touch-toetsen, digitale schermpjes. Betalen met je telefoon. Niks vieze munten, niks roestige gleuven waarin je met tegenzin een gulden zou duwen. Alles schoon en netjes, alsof de tijd besloten heeft om ook deze hoek van het leven een update te geven.
Ik had er iets nostalgisch bij verwacht, maar misschien zoek je nostalgie vooral als je zelf niet wilt toegeven dat je een beetje ouder wordt. Toch vond ik het wat hebben. Drie uur in totaal, inclusief drogen in zo’n grote trommel waar een klein gezin in past. Alles weer schoon, fris en ordelijk.
Op mijn leeftijd is het aardig dat er nog dingen zijn die ik voor het eerst kan doen. Een bezoek aan een wassalon bijvoorbeeld.
