DRAY BOSMA

Be happy.

Ik zit in een redelijk volle trein richting thuis. Het is koud buiten en de verwarming in de trein blaast hete lucht rond mijn enkels. Hierdoor kom ik weer aangenaam op temperatuur. Nadat de brandblaren in mijn sokken zijn opgekomen. Buiten is het gelukkig nog schemerig, en dit is voor mij een teken dat het voorjaar er aankomt. Het is een beetje overdreven positief, maar ik word er blij van. Glimlachend kijk ik naar de ondergaande zon.

Op station Duivendrecht stopt de trein en nadat er enkele passagiers de trein verlaten, stappen er ook weer een paar reizigers in de trein. Een geestelijk afwezige reiziger komt er achter dat dit zijn eindstation is, en loopt tegen de inkomende passagiers in. Tegenover mij gaat een oudere man zitten, van mijn leeftijd. Zo oud nu ook weer niet. Ik kijk weer op het scherm van mijn telefoon. Ik voel dat er naar mij gekeken wordt, en wanneer ik van mijn scherm opkijk, kijkt de man tegenover mij aandachtig aan.

‘Dray! Dray Bosma?’ Vragend wordt mijn naam genoemd.
In een fractie van een milliseconde schieten er tientalle namen door mijn hoofd. Driftig gaan mijn gedachten mijn verleden af. Wie is deze man?
‘Dray, ik ben het. Evert!’
Mijn hersenen zoeken in mijn geschiedenis en al snel is het in mijn bovenkamer senang. Ik hoef niet langer na te denken. Het is Evert. Een oud-collega van meer dan 10 jaar geleden.
‘Hallo Evert,’ zeg ik. ‘Hoe gaat het?’
Evert leunt achterover en gaat er even voor zitten. “Ja, het gaat lekker man! Het leven is goed. Ik heb een goede baan,’ zegt hij. ‘Verdient hartstikke goed!’

Ik bedwing mijn ogen het rollen in de kassen. Weer zo’n type die het belangrijk vind om met de hoge lonen rond te strooien, denk ik. Grappig ook, dat het noemen van het exacte te ontvangen salaris altijd achterwege blijft. Hoogstwaarschijnlijk bang dat ze door een andere aanhoorder overruled worden. Semi-geïnteresseerd kijk ik naar mijn oud-collega terwijl hij doorgaat over zijn goede en geslaagde leven. Geen moment vraagt hij mij hoe het leven is vergaan, maar dat vind ik prima.

Ik luister niet meer naar het eenrichtingsgesprek en denk terug aan de tijd dat Evert mijn collega was. Het verbaast me dat ik me helemaal niet zo veel meer kan herinneren van Evert. Het gesprek sterft een beetje af. Een man met een grijze Inca-muts op zijn hoofd en met open laptop in de handen loopt door de coupé en staat vervolgens bij ons stil.
‘Hoi Evert! Alles goed, man?’ groet de man met in Inca-muts. De man is mij onbekend, maar duidelijk een bekende van Evert.
‘Hey gast. Hier is alles flex,’ zegt mijn oud-collega.
Ik grinnik om de woorden ‘alles flex’ en ik vraag me af of ik ook bij het flex-gebeuren behoor, of betreft het juist de Inca-muts, die zo alles flex is? Evert en zijn gast, die Henry heet, raken in gesprek.

Ik weet niet wanneer ze elkaar voor het laatst hebben gesproken, maar er wordt flink met goede en vette salarissen in het gesprek gestrooid. Het gaat maar door. Zonder bedragen te noemen, natuurlijk. Ik haak langzaam af en kijk quasi-geïnteresseerd naar het scherm van mijn telefoon. Evert en gast zijn nog steeds in gesprek. Ze praten met kernwoorden die ze -ik weet het bijna zeker- in een training op het werk hebben opgestoken, en wanneer de trein later Almere inrijdt ben ik met mijn gedachten bij het avondeten.

Categorieën: Read

U mag reageren.

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: