DRAY BOSMA

Be happy.

De afgelopen dagen zijn we aardig op weg om Nederland op de kaart te zetten als een land met een tropisch klimaat. Waar we vroeger urenlang puffend op de achterbank van de auto naar het zuiden van Europa reden, volstaan we tegenwoordig met een wandeling naar de achtertuin. Lekker puffen op de tuinbank. Het geeft ons Nederlanders nu ook het temperamentvolle dat de zuidelijke Europeanen hebben.

Zo fietste ik van de week door het stadspark waarbij ik twee mevrouwen aansprak op het feit dat ze niet uitkeken bij het oversteken en ik bijna een kind van het gezelschap onder mijn voorband had liggen. In plaats van excuses of een verontschuldiging werd mij de huid volgescholden. Waar ik me mee bemoeide, werd met toegesnauwd. Ze waren duidelijk van mening dat ik hen beledigend had toegesproken.

‘Jullie zitten alleen maar naar jullie mobiel te kijken, in plaats van de omgeving,’ gaf ik als antwoord.
‘Welkom in twintig-twintig, dat is het tijdsbeeld tegenwoordig. Iedereen loopt met zijn mobieltje rond,’ werd mij wederom toegesnauwd.
‘Maar je moet niet je omgeving vergeten,’ antwoorde ik terug.
‘Je hoeft het niet zo chagrijnig te melden,’ zei de andere vrouw.
‘Ik merk het al,’ zei ik. ‘Het ligt natuurlijk weer aan een ander.’
Die opmerking was raak. Ik was de boeman, er was niets wat ik kon zeggen om ze te kalmeren.

‘Ondanks alles, dames, wens ik u een hele fijne dag toe,’ en ik maakte aanstalten om weer op mijn fiets verder te gaan.
‘U ook, maar misschien kunt voortaan niet meer zo chagrijnig reageren,’ werd me nog als tip meegegeven.
‘En een volgende keer kunnen jullie eens leren te incasseren,’ glimlachte ik terug.
Ik stapte op mijn fiets en liet de dames achter in het park.

Toen ik later de supermarkt uitliep, werd ik staande gehouden door een jongeman.
‘Meneer, mag ik u wat vragen?’ en stapte daarmee iets te close in mijn comfortzone.
Ik knikte hem toe. Je kan tenslotte niet boos op iedereen blijven.
‘Alles naar het zin, meneer?’ vroeg hij mij.
‘Kom maar met je echte vraag,’ ik had inmiddels wel door dat hij bij me zat te bedelen om geld.
‘Nou, u hoeft niet zo kortaf te doen,’ zei de jongeman. ‘Ik stel maar een vraag.’

Ik was er klaar mee. Ik vond het te warm om geduld te houden voor dit soort ongein.
‘Als je je vraag wilt stellen, moet je het nu doen, anders loop ik door,’ zei ik.
‘Heeft u misschien vijftig eurocent voor mij?’ was zijn vraag.
‘Joh, niemand heeft nog geld op zak. Alles is contactloos tegenwoordig!’
Zonder nog te wachten op een reactie ben ik licht geïrriteerd naar mijn fiets gelopen. Stomme hittegolf…

Categorieën: Read

U mag reageren.

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: