Dierendag

Vandaag is het dierendag. Een dag waarop men het dier een plaatsje in de schijnwerper gunt, of dat nu een hond aan de lijn is, een kat op de vensterbank of een konijn in zijn hok. Voor sommigen een dag van verwennerij, voor anderen een dag van herinneringen.

Zelf heb ik genoeg herinneringen om een kleine dierentuin mee te vullen. Toen ik nog een peuter was, hadden wij thuis een poes, Mickey. Op een dag nam mijn vader haar mee. Hij vertrok met de kat en keerde zonder haar terug. Waarheen ze was gegaan, is mij nooit duidelijk geworden. Voor mij bleef alleen het raadselachtige gemis: een lege mand, een stilte die je als kind niet begrijpt, maar die je wel voelt.

In mijn tienerjaren volgden Kazan, een hond, en Muffy, een Perzische poes. Twee heel verschillende karakters, maar samen gaven ze het huis leven en gezelschap.

Later, toen ik volwassen was, kwamen er nog zes andere katten, zodat het er in totaal zeven zijn geweest. Elke kat bracht zijn eigen karakter mee: eigenzinnig, speels of aanhankelijk tot op het kleverige af. Ze kwamen en gingen, zoals gasten op een receptie die je niet allemaal goed kent, maar die je achteraf mist omdat ze de kamer kleur gaven. En nu leven we al een paar jaar zonder dierlijk gezelschap. Op de vissen in het aquarium na – maar vissen tellen niet echt mee. Zij zijn er vooral om het water te laten bewegen, als een stille klok zonder wijzers.

De geschiedenis van huisdieren vertelt intussen haar eigen verhaal. Vroeger was het nog gebruikelijk dat men apen, exotische vogels en zelfs roofdieren in huis haalde. Tegenwoordig is dat verboden, en terecht. Wat resteert, zijn de bescheidener gezellen: hond, kat, konijn. Zij passen beter bij ons moderne bestaan, al is het maar omdat ze ons een dagelijkse spiegel voorhouden.

Misschien komt er ooit weer een poes. Misschien zelfs wel een hond. Maar voorlopig zeker niet. Voorlopig vieren we dierendag met herinneringen: aan Mickey, die verdween; aan Kazan en Muffy, die mijn tienerjaren kleurden; en aan Bono, Disney, Marvin, Choppy, Mollie, Oprah en Harpo – onze harige vrienden die ons huis bevolkten – en aan de stilte die achterbleef, waarin nog altijd zacht een denkbeeldig kattengespin klinkt.

U mag reageren.