Making Your Mind Up

De kogel is door de kerk. Nederland doet volgend jaar niet mee aan het Eurovisie Songfestival.

Het circus dat Eurovisie Songfestival heet, gaat dus door, maar Nederland stapt uit. AVROTROS heeft besloten dat deelname aan het festival, zolang Israël meedoet, voor ons niet te verenigen is met het ernstige humanitaire leed in Gaza en de onderdrukking van persvrijheid. Een staakt-het-vuren of vredesakkoord zouden daar niets aan veranderen; de grens is bereikt, zeggen ze. En ik kan me daar wel iets bij voorstellen.

Je ziet het meteen voor je: glitter, rookmachines, presentatoren die net iets te luid roepen dat muziek ons samenbrengt, terwijl achter de schermen de wereld nog altijd verdeeld is. Vorig jaar was er al politiek gekonkel: Israël investeerde een miljoen euro in een mega-campagne rondom het festival, iets dat volgens de apolitieke gedachte van het Songfestival volstrekt misplaatst is. De EBU erkende de inmenging en trof maatregelen, maar ja, wat is er eigenlijk veranderd aan wat al gebeurd is? Niets. En dat telt.

Nederland is niet het enige land dat afhaakt. Spanje en Ierland doen ook niet mee. Twee landen die nog altijd hun tradities hooghouden, maar blijkbaar net als wij de grens voelen bij wat acceptabel is. Het voelt een beetje als een stille polonaise van landen die even niet willen meedoen met het circus, omdat ze vinden dat het hun morele kompas overschrijdt.

Laat ik maar eerlijk zijn: ik vind het een goed idee dat we niet meedoen. Dat is mijn mening. Ik respecteer elk land dat besluit wél mee te doen. Iedereen moet zelf zijn eigen evenwicht vinden tussen entertainment en ethiek. Maar voor mij voelt het alsof we hiermee aan de juiste kant van de geschiedenis staan. Niet dat we de wereld redden met één liedje, of juist met geen liedje, maar soms moet je een grens trekken, al is het maar om te laten zien dat je principes hebt.

En ja, ik word er ook moe van, van de manier waarop op sociale media vaak de antisemitische kaart wordt getrokken. Alsof dat belangrijker is dan duizenden levens van anderen. Het is vermoeiend en kleinzielig tegelijk, en het maakt duidelijk dat je soms gewoon een stap terug moet doen, je eigen koers volgen en je laten leiden door fatsoen en feiten, in plaats van door het kabaal online.

Als groot fan van het Eurovisie Songfestival vind ik het eerlijk gezegd jammer dat we niet meedoen. Het voelt als een gemis, een stukje vrolijkheid dat we even moeten laten gaan. Maar het leven is niet altijd weg te lachen. Soms moet je keuzes maken die zwaarder wegen dan Waterloo, Ding-a-dong of Euphoria, ook al doet dat een beetje pijn.

Het Songfestival zelf gaat natuurlijk gewoon door. Windmachines, modeshows die nauwelijks te volgen zijn en een eindeloze puntentelling. De muziek zal doorgaan, de confetti zal vallen en de camera’s zullen blijven draaien.

Nederland zit thuis. Rustiger. Misschien zelfs opgelucht. En misschien, heel misschien, met het stille gevoel dat stilstand in dit geval meer zegt dan drie minuten muziek ooit zouden kunnen. Soms is wegblijven een statement, en soms is het genoeg om te weten dat je hebt gekozen om aan de juiste kant van de geschiedenis te staan.

En het circus dat Eurovisie Songfestival heet, heeft volgend jaar voldoende clowns om het door te laten gaan.

Eurovisie Song Festival

Het was op zaterdag 22 maart 1975 toen ik samen met mijn ouders op visite ging bij mijn zus Gré en zwager Hans in de Volkerakstraat van Den Helder. In de jaren zeventig was deze straat nog gelegen in een vooraanstaande buurt, welke een paar decennia later verloederde tot een achterbuurt, en inmiddels is gesloopt en opgebouwd tot de nieuwe wijk ‘Duindal’. Het was een grauwe zaterdag met af en toe een paar flinke windstoten toen mijn ouders en ik op de fiets naar de andere kant van Den Helder op visite gingen. Ik kan me niet veel herinneren van die avond, ik was nog maar een jongen van acht jaar oud.

Wat ik me nog wel kan herinneren is dat de televisie op de achtergrond aanstond. De uitzending betrof, naar ik later begreep, het Eurovisie Song Festival. Mijn herinnering laat me denken dat de puntentelling heel spannend was. De eerste keer dat ik naar dit fenomeen keek wonnen we de wedstrijd. De popgroep uit Enschede, Teach-In won met Ding-a-Dong, en ik ging er toen vanuit dat Nederland dit concours altijd ging winnen.
Tjonge, had ik dat even verkeerd begrepen.

Ik kan niet zeggen dat ik op die avond in maart van 1975 meteen werd getroffen door het Eurovisie-virus, maar het trok wel mijn aandacht, het volgende jaar. Deze uitzending was op zaterdag 3 april 1976. Ik logeerde die dag bij een familielid en Engeland was favoriet. De popgroep Broterhood of Man scoorde al voorzichtig een hit in Nederland met Save Your Kisses for Me. Zelf had ik aan het einde van de uitzending de voorkeur voor de inzending van Frankrijk; Catherine Ferry met het kinderlijke lied Un, Deux, Trois.

Zo ben ik het Eurovisie Song Festival in de jaren erna blijven volgen. Ik heb de singletjes van Heddy Lester (De Malle Molen, 1977), Harmony (’t Is OK, 1978) en Bill van Dijk (Jij en Ik, 1982) hier nog liggen.
Toen ik in de jaren erna opgroeide koelde mijn liefde voor het liedjesfestijn iets af, maar wanneer het werd uitgezonden zat ik wel voor de televisie met een kladblokje om punten en opmerkingen op te schrijven op schoot. Ik ben niet zoals sommige fanatieke fans die in meteen kunnen vertellen wie in 1987 op de twaalfde plaats eindige (dit was Zweden, heb ik zojuist opgezocht).

De laatste vijftien jaar volg ik het Eurovisie Song Festival weer iets meer enthousiast. Het televisieprogramma van jaren geleden is niet gelijk aan de uitzendingen van de afgelopen tijd. Waar vroeger vaak de kandidaat en het liedje pas op het Festival bekend werden, kan je de laatste jaren al veel voorrondes uit de diverse deelnemende landen en de diverse inzendingen online volgen. Zo kon het gebeuren dat begin 2009 het al klaar als een klontje was dat Noorwegen de winnaar van het Eurovisie Song Festival ging worden.

De afgelopen week hebben we kunnen genieten van de twee halve finales en vanavond is de grote finale van het vijfenzestigste Eurovisie Song Festival. Dit jaar zijn er veel landen favoriet: Italië, Malta, Oekraïne, Zwitserland, IJsland, en mijn persoonlijke favoriet Frankrijk.
Barbara Pravi zingt het prachtige Voilà. Een Frans chanson waar ik inmiddels verliefd op ben geworden. Of het de winnaar van 2021 is, weet ik niet. Bij het Eurovisie Song Festival is het al decennialang dat niet altijd het beste liedje wint, maar de meest populaire act.
Dat is prima. Volgend jaar is er -zeer waarschijnlijk, weer een nieuw Eurovisie Song Festival!

Clichés

Het heeft er mee te maken dat zanger Waylon vorige week het nummer Outlaw In Em bekende maakte als zijn, en de Nederlandse inzending voor het Eurovisie Songfestival 2018 in Portugal. Hierdoor zit ik nu 2 maanden te vroeg in mijn ‘Eurovisie-patroon’. Naast de bezongen outlaw, die volgens zanger Waylon ‘iedereen in zich heeft’, ben ik ook een beetje het vleesgeworden gay-cliché: Homoseksuelen houden van het Eurovisie Songfestival.
Ik ken genoeg homoseksuelen die hé-le-maal niets met het Eurovisie songfestival hebben (ik ben zelf met zo’n exemplaar getrouwd), maar wanneer ik voor mezelf spreek, moet ik toegeven dat ik dól ben op het circus dat Eurovision Song Contest heet.

Nu zit ik dus 2 maanden te vroeg in mijn Eurovisie-patroon: Ik check de Nationale voorrondes van de buitenlanden, ben inmiddels op de hoogte van de officiële inzendingen van diverse andere Europese lanen (inclusief Australië) en heb ik een afspeellijst Eurovision 2018 in Spotify aangemaakt. Daarnaast struin ik online diverse veilingsites af, op zoek naar de (in mijn ogen) leuke Eurovisie-herinneringen.
Het klinkt gezellig wanneer ik vertel dat ik op een zonnige middag in een achterafstraatje in Amsterdam, bij een tweedehandsplatenwinkeltje een oud vinyl singletje van Bill van Dijk (Eurovisiesongfestival 1982) op de kop heb kunnen tikken, maar dat is niet zo. Ik zag online een goedkoop exemplaar bij eBay voor nog geen € 5,00, inclusief verzendkosten. Na 2 keer klikken was het exemplaar mijn.

Als tiener in het jaar 1982 was musicalzanger Bill van Dijk een van mijn eerste mannelijke liefdesinteresses. Nog zo’n gay-cliché: mannen verliefd op mannen. Bill van Dijk was voor mij als 15-jarige tienerjongen een aantrekkelijk persoon. Waarom weet ik niet. Ik heb er later nog vaak aan gedacht. Was het de snor? Was het zijn in-1982-populaire-koraalkralenketting, of was het zijn vrolijke Sesamstraat-uitstraling? Het Eurovisie-lied Jij en Ik kan het niet zijn geweest, want het nummer stelt niets voor. Het eindigde terecht op 16e plaats van de 18 inzendingen.
Ondanks het inferieur liedje ben ik dan toch weer in het bezit van de vinylsingle uit 1982. Als het niet het lied is, dan moet het toch die smekende ogen van Bill zijn, die mij op het hoesje uitnodigen om vooral met hem mee te zingen.

🎶 Jij en ik. Zullen elkaar blijven vinden. Om weer opnieuw te beginnen.