In de vierde week dat je weer een dag op kantoor in Amsterdam mag gaan werken, is het niet zo bijzonder meer om met het openbaar vervoer te reizen. Zelfs het dragen van een mondkapje went. Het is het nieuwe normaal waar iedereen het over heeft. Voor mij is het allemaal ook al zo normaal geworden, dat ik het sinds deze week aandurf om twee dagen per week naar kantoor af te reizen.
Om enige gewenning hierin bij de passagiers te vertragen heeft het openbaar vervoer in het algemeen wat trucjes achter de hand. Zo had het GVB ervoor gekozen om deze week een wissel op het metrospoor te vervangen (wat moet, dat moet), waarbij de reizigers vanaf station Amsterdam-Zuid naar de twee metrostations op het traject per pendelbus vervoerd mogen worden. Dit lijkt wellicht een goed idee, maar bij aankomst bij metrostation Amstelveenseweg bleek het niet zo te zijn.
Bij de tussenstop toen de deuren van de pendelbus opengingen stappen er nieuwe passagiers in. Dit waren zo veel extra reizigers, waardoor het onmogelijk werd om zelfs een halve meter afstand te houden. Hutjemutje werden we op de vroege dinsdagochtend door de hoofdstad gereden. Nog voordat de pendelbus in de buurt van haar eindbestemming was, wist ik al dat ik die middag niet meer per pendelbus ging reizen.
Aan het einde van de werkdag stapte ik op de fiets. Niet naar het metrostation om nogmaals op de pendelbus te stappen. Ik reed nu via De Oeverlanden naar station Amsterdam-Zuid. Het is een fietstochtje dat iets langer duurt dan een kwartier en met mooi weer, en windje mee was dit een prima ritje. Je rijdt er door een rustig stukje natuur van Amsterdam, waar je zo halverwege de rit bij het Olympisch Stadion weer onder de mensen komt.
Zo kon ik donderdagochtend op station Amsterdam-Zuid vanuit de trein meteen van het perron lopen en op mijn fiets springen. Whoop, geen pendelbus deze ochtend! Jammer was het dat er deze ochtend een miezerig regenbuitje boven Amsterdam hing. Ik was er enigszins op voorbereid; paraplu mee en een extra regenjasje, en droge kleren in de rugtas voor op kantoor, mocht ik helemaal doorweekt op kantoor aankomen.
Ondanks mijn watervaste planning, kwam ik toch niet geheel droog aan op kantoor. Een kwartiertje -eigenlijk twintig minuten, want ik reed nog even verkeerd- door de miezerregen fietsen houdt je niet droog. Aan het einde van de dag regende het nog steeds. Na deze werkdag op kantoor volgde hetzelfde verhaal als afgelopen dinsdagmiddag. Fietsen door een stukje natuur van Amsterdam en langs het Olympisch stadion. Dit keer met regen en ook tegenwind. Om tien over half vijf liep ik kletsnat het perron van station Amsterdam-Zuid op. Net op tijd om de trein naar Almere voor mijn neus te zien vertrekken. Volgende week kan het forenzen alleen maar beter gaan.