De stevige en koude noordoostelijke wind blijkt een coulante tegenstander te zijn. Ondanks de gure tegenwerking hoor ik via mijn hardloop-app dat ik in een gunstig tempo mijn eerste kilometer heb gelopen. Onder de vijf minuten. Netjes, al vind ik het zelf. Dit enthousiasmeert me om lekker door te stappen. Ik loop op het fietspad langs het spoor richting het Oosten en onderweg zie ik de mensen verkleumd op de fiets zitten, en zij hebben de wind mee. Een oma met kleinkind in de grote krat, voor op haar fiets, zingt heel relaxt, samen met haar kleinkind. Of misschien ook wel haar eigen kind. Sinds de Italiaanse vrouwenarts Severino Antinori heeft de baarmoeder in het algemeen geen houdbaarheidsdatum meer, en kunnen vrouwen zelfs na de overgang kinderen krijgen. Whatever makes you happy.
Ik laat (groot)moeder met kind achter me en loop verder tegen de strenge wind in. Na twee kilometer sla ik linksaf de woonwijk in. De hardloop-app geeft aan dat ik de tweede kilometer langzamer heb gelopen en ik zet een tandje bij, ondanks de wind me tegenwaait. Bij een plantsoen loopt een persoon met grote capuchon, inclusief een afschuwelijke bontrand, die het hoofd totaal verstopt. Totaal van de wereld, in een eigen wereld die ‘mobieltje’ heet. De hond van de persoon loopt aandacht zoekend in rondjes om de persoon heen. Er is geen aandacht voor het huisdier. Neem er dan ook geen, denk ik, wanneer ik de gecapuchoneerde persoon passeer. Het met opzet negeren van je huisdier staat voor mij gelijk aan dierenmishandeling.
Inmiddels bereik ik na drie kilometer het Sportpark. Een rondje om de atletiekbaan en dan langs de voetbalvelden naar de Hogering. Ondanks de lockdown is het druk op de weg. Iedereen zal wel een reden hebben om onderweg te zijn. Zelf zit ik tenslotte ook niet thuis. Met een kleine omweg loop ik weer de bewoonde wereld in. Het is hier rustiger dan op de autoweg. De mensen vinden het waarschijnlijk heel koud buiten. Ik heb er geen last van, na vijf kilometer zweet ik zowat uit mijn dikke hardlooptights. Nog even, bijna thuis. Op een wandelpad bij de Jumbo loopt een vader samen met zijn kind. De peuter wil de riem van de hond zelf vasthouden en ik mag een hindernisloop doen. Kinderen die niet zindelijk zijn behoren helemaal niets zelf te willen, denk ik, en ik spring vlot over de hond en de riem. Ik loop in mijn eigen tempo door. Vader en kind hebben me niet voorbij zien gaan.