Het hybridewerken is voor mij inmiddels gewoon geworden. Ik weet niet beter dan dat ik van de vijf werkdagen er twee op kantoor in Amsterdam mag doorbrengen. Vóór COVID was ik er heilig van overtuigd dat ik nooit het type van thuiswerken kon zijn. Ik had collega’s en een werkomgeving nodig om me te motiveren. Altijd had ik het idee dat ik voor de televisie zou blijven hangen en dan de werkzaamheden totaal zal vergeten. Gelukkig is dat een gedateerde gedachte van mij geweest, en werk ik thuis beter, sneller en doe ik ook meer.
Met het reizen naar kantoor ben ik een parttime pendelaar. Twee keer in de week met de trein op een neer naar Amsterdam en weer terug naar Almere. Waar de cijfers in Nederland nog steeds aangeven dat de pandemie nog niet voorbij is, zit ik toch met mede pendelaars binnen anderhalve meter van elkaar in een krappe treincoupe. Alsof maart 2020 nooit heeft plaatsgevonden.
Maar het pendelen geeft wel weer meer verhalen om te vertellen bij het thuiskomen. Na een dag thuiswerken, is wellicht het meest spannende om te melden dat er weer een brutale colporteur voor de deur heeft gestaan. Wanneer ik vandaag niet naar Amsterdam was afgereisd had ik ook niet kunnen vertellen over het eigenzinnige kind dat op Amsterdam-Zuid zelf uit de trein wilde stappen.
Een vijfjarig kind wilde vanmiddag zelf uitstappen. Zonder de hulp van haar moeder vond ze dat ze zelfstandig genoeg was om op het perron te stappen, en zo vaak als het met kinderen gaat moeten ze nog heel veel leren. Zo ook dit bokkige meisje die de toegestoken arm van haar moeder wegsloeg. Betweterig stapte ze de treden van het treinstel af zonder rekening te houden met de ruimte tussen de trein en het perron.
In een fractie van nog geen seconde stapte ze met haar rechter kinderbeentje in het gat tussen trein en station. De zwaartekracht deed de rest. Gelukkig voor het kind sloeg ze met het bovenlichaam eerst tegen het perron waardoor ze niet op de rails terecht kwam, maar halverwege tussen de voeten van de wachtende reizigers bleef liggen. De schrik van de aanwezigen was al snel voorbij toen het kind ongedeerd, tezamen met haar moeder hun reis vervolgden. Haastig stapten de reizigers snel de trein in. Deze had tenslotte al een paar minuten vertraging.
