Het is de eerste dag van de maand mei en dit betekent niet alleen dat het voorjaar er is, maar ook dat het circus met de naam Eurovision Song Contest weer in Europa en de enkele landen daarbuiten is neergestreken. Dit jaar neemt het figuurlijke circus in Liverpool plaats en ik heb begrepen dat sinds het afgelopen weekend alle kandidaten naar de Engelse badplaats zijn afgereisd om zichzelf op de kaart te zetten en vooral ook om te reperteren voor hun act die over twee weken over de hele wereld uitgezonden zal worden.
Toen ik vorige maand voor het eerst zo’n beetje alle inzendingen mocht beluisteren was ik niet echt enthousiast en kan ik begrijpen dat de mensen die helemaal niets begrijpen van het circus Eurovision Song Contest het alleen maar een zootje lawaai vinden. Na een paar keer beluisteren kon ik wel enige onderscheid maken tussen alle herrie en had ik ook een paar favorieten die ik wel een plekje in de finale zie staan.
Nu lijkt het wel dat ik de laatste jaren eerst een aanloop nodig heb om te wennen, en te genieten, van alle Europese inzendingen. Natuurlijk is niet alles herrie en heb ik door het muzikale geschal toch wel de mooiere muzieknummers kunnen herkennen, en af en toe -zoals bijna elkaar jaar- heb ik een guilty pleasure. Een nummer dat ikzelf ook een beetje tenenkrommend vind, maar toch wel heel leuk vind. Het gaat me niet om de hoge kwaliteit van de muzikale nummers, eigenlijk is het mij te doen om het gehele circus dat dit festival is, en één maand in het jaar van muzikaal geweld dat moet wel kunnen. Volgende week geniet ik met volle teugen wanneer dinsdag de eerste halve finale wordt geopend met ‘Good evening Europe, and good morning Australia!‘.
