DRAY BOSMA

Be happy.

De bus reed net voor mijn neus weg toen ik van zomer vanuit mijn werk bij mijn vorige werkgever in Nieuwegein naar huis wilde reizen. Ik was niet de enige misser van de bus. Een enigszins bejaard echtpaar, dat in de verte op een sukkeldraf had gelopen, die overging in een normale wandelpas toen de bus begon weg te rijden, kwam naast mij staan.
‘Daar gaat-ie,’ zei de man bitter.
De vrouw knikte. ‘Ik zien het,’ zei ze.
De man keek haar aan met een enige verachting.
‘Als jij nou niet zo lang aan dat haar van je had staan friemelen, dan hadden we ‘m gehaald,’ sprak hij.
De vrouw, die klein en gezet was, haalde haar schouders op en antwoordde: ‘Als we gezellig in de stad gaan eten, moet ik mijn haar toch doen. Ik ga er niet als een slons bij zitten, in zo’n restaurant.’
De man schudde geërgerd het hoofd. ‘Maar je hoeft er toch niet zo belachelijk lang over te doen!’
‘Jij hebt makkelijk praten, met je kamerbrede scheiding,’zei de vrouw vinnig. ‘Maar ik heb mijn haar nog en ik wil dat het knap zit als we gezellig in de stad gaan eten.’
‘Dat haar van jou blijft precies eender, wat je er ook aan doet,’ zei de man. ‘Ik heb je wel vijf keer gezegd: dank aan de bus. Maar nee…’
‘Of jij niet teuten kan!’ riep de vrouw. ‘Eer jij ‘s-ochtends eindelijk het huis uit bent en ik een beetje uit de voeten kan, o, ik word soms zeeziek van je.’
De man hief bezwerend de hand op.
‘Dat is heel wat anders,’ sprak hij, op principiële toon. ‘We hebben het niet over ‘s-ochtends. We hebben het over nu. We zullen gezellig in de stad gaan eten. Goed, dan wil ik ook op tijd in de stad zijn, zodat ik me niet hoef te jagen. Ik wil om kwart voor zes op mijn gemak mijn borrel drinken. En ik wil om kwart voor zeven aan tafel gaan. Maar dat kan nu allemaal iet meer, alleen omdat jij…’
‘Ach vent!’zei de vrouw.
Ze draaide hem de rug toe.
Een poosje zwegen ze.
Toen zei de man, weer zo bitter: ‘Voor mij is de lol eraf.’
‘Nou, voor mij ook hoor, als je zo zeurt,’ kefte ze.
‘Ik zeur niet,’ antwoordde de man. ‘Ik zeg alleen de feiten. Als jij niet zo lang aan dat haar van je…’
‘Ja dat weet ik nou wel!’ riep de vrouw.
Ik wist het inmiddels ook.
‘Waar blijft die bus?’ sprak de man, na eindeloos de weg afgetuurd te hebben.
Hij keek op zijn horloge en zei: ‘Ik ga net zo lief naar terug naar huis.’
‘Als je maar weet dat ik geen eten in huis heb,’ antwoordde de vrouw.
‘Waarom niet?’
‘Waarom niet!’ herhaalde ze fel. ‘Ik ga toch zeker niks in huis halen als ik weet dat we gezellig samen in de staf gaan eten. Dat is nu weer echt mannenpraat.’
‘Goed, goed,’ zei hij, quasi berustend. ‘Ik vind alleen…’
‘Daar komt de bus,’ zei de vrouw.
Z|e stapten beiden het eerst in en namen plaats op de voorste zitplaatsen. Toen ik had ingecheckt en hen passeerde, hoorde ik de man zeggen: ‘Ik bedoel, als we nou eens gezellig in de stad gaan eten, moet je…’
Ik ben maar helemaal achterin de bus gaan zitten.

U mag reageren.

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: