Haar naam is Elsemieke van Buuren. Een vrouw van net 30 jaar. Vernoemd naar haar beide oma’s, Els en Mieke. Ze is moeder van 2. Luuk en Bram. Een tweeling van 3 jaar oud. Elsemieke woont samen met Ronald van Leeuwen en 32 uur per week is ze werkzaam op kantoor. Naast haar drukke baan doet ze graag aan hardlopen en geniet ze van de ‘high wine-middagen’ met haar beste vriendinnen.
Gewoon wijn drinken bij haar vriendinnen, daar houdt ze ook van en wijn drinken zonder haar vriendinnen vindt Elsemieke ook prima. Als er maar wijn is. Ze doet het huishouden samen met vriend Ronald, maar inmiddels weet ze dat de meeste taken op haar schouders rusten. Ze heeft er vrede mee. Het overreden om de huishoudelijke taken uit te voeren vergt meer energie dan die paar handelingen zelf.
De derde woensdagmiddag van de maand doet ze steevast de maandelijkse boodschappen. Dit uitje staat vast in de agenda. Het hele jaar door. Het is geen opgave, zoals het jaren geleden was. Het is inmiddels onderdeel van het leven. En ze vindt het heerlijk. Niet meer zo vaak sjouwen met luiers en andere noodzakelijke artikelen. Boodschappen doet ze samen met haar beste vriendin Corine, want met 2 kleine kinderen redt ze dat niet alleen.
Elsemieke heeft een druk hoofd. Dan malen haar gedachten maar door. En door. Zo ook deze derde woensdag van de maand. Ze betrapt zich erop dat ze op de automatische piloot de boodschappen heeft gedaan, want ondanks een boodschappenlijstje zijn er toch een paar dingen vergeten. Ze vertelt haar vriendin of ze de boodschappen en de kinderen maar alvast in de auto moet zetten.
Na een snelle wandeling door de gangpaden van de supermarkt heeft ze haar mandje bijna vol. Ze vraagt zich af hoe ze deze artikelen heeft kunnen vergeten en dwaalt verder af naar de werkzaamheden die nog op haar wachten. Nadat ze de boodschappen heeft afgerekend loopt ze met de armen vol, want een plastic tasje heeft alleen nadelen, naar de auto van haar vriendin. Ze stapt in en zegt: ‘Rijden maar.’
Corine zegt niets en de auto komt niet in beweging. Als ze wilt vragen wat er loos is, hoort ze een mannenstem. ‘Mevrouw ik denk dat u in de verkeerde auto zit.’ Elsemieke draait haar hoofd naar links en kijkt in de blauwe ogen van een oude, gezette man. Langs het hoofd van de man, in de auto ernaast ziet ze de tweeling op de achterbank zitten en haar vriendin kijkt haar onbegrijpend aan.