In mijn bed bezoek ik een platenzaak. Zo’n zaak waar je ouderwetse muziekdragers als vinyl langspeelplaten, singletjes en muziekcassettes kunt aanschaffen. Nog voor de compact-discs en andere mp3-bestanden die je met je telefoon kunt beluisteren. Er staan grote bakken, gevuld met vinyl in vierkante hoezen waarvoor ik geen leesbril nodig hebt om op de achterzijde van de albums de tracklist te kunnen lezen. Men zegt dat platenzaken als deze weer in opkomst zijn. daarbij heeft bijna iedere zelf respecterende elektronicazaak tegenwoordig een hoekje in de zaak waar men vinyl kan kopen.
In bed struin ik in een gelukkige stemming langs de grote aantallen aan elpees en maxi-singles, de 12″-uitvoeringen van de grote hits van toen. De bak met vinyl bij de Mediamarkt valt erbij in het niet. De grote kleurrijke platenhoezen doen bijna zeer aan mijn ogen, maar ik geniet intens van het moment. Met mijn vingertoppen tik ik de platenhoezen naar voren, en bij iedere nieuw album dat tevoorschijn komt klopt mijn hart iets sneller.
Ik heb deze terugkerende droom al sinds de jaren 80, waarin ik de meest zeldzame uitvoeringen op vinyl van mijn muzikale idolen onder handen kreeg. Een bijzondere uitgave van de grootste hit van zanger Jacques Dutronc of een verzamelalbum van The Supremes, zonder Diana Ross. Het ene exemplaar blijkt nog mooier dan de ander! Alleen heb ik het nooit voor elkaar gekregen om deze buitengewone exemplaren te mogen bezitten. Het is me nooit gelukt het vinyl af te mogen rekenen. Ik heb geen idee wat deze terugkerende droom betekent. Daar mogen de dromenkenners over parlevinken.
In bed lig ik lichtelijk teleurgesteld en check de tijd op de wekker. Het is nog nacht. Dit betekent dat ik nog even kan blijven liggen. Heerlijk, en ik beloof mezelf dat ik morgen de app Discogs moet checken op mooi vinyl. Hier vind ik over een paar uur, in ontwaakte toestand, voldoende vinylalbums en nog meer -singletjes. Oude en nieuwe her-uitvoeringen. Een ding is zeker; bij de internetwinkel Discogs is er wel een kassa om af te rekenen.
In bed val ik uiteindelijk weer in slaap en droom ik over andere dingen. Ik ben aan het hardlopen in Parijs. Ik ren in de vroege ochtend langs de oevers van de Seine, richting de Eiffeltoren. De Veegmachines en travestieten gaan mij voorbij. De kranten zijn gedrukt en de voorbijgangers, onderweg naar het werk, kijken bedrukt. De Franse hoofdstad ontwaakt. Hardlopend draaf ik door de straten van Parijs en droom nog even.