Toen ik in de jaren zeventig, bijna vijftig jaar geleden, Kerstmis mocht vieren, was het in mijn beleving allemaal nog niet zo bijzonder. De maand december had mij al de nodige spanningen gegeven. Op de avond van vijf december ontving ik de gevraagde en de nodige sinterklaascadeaus en exact één week na pakjesavond werd mijn verjaardag gevierd. Wederom werden mij in een kort tijdbestek cadeautjes geschonken. Nu alleen om het feit dat ik op die twaalfde dag van december een vijf jaar eerder ter wereld kwam.
Dat er daarna nog eens een kleine twee weken later gevierd werd dat men gelooft dat Jezus van Nazareth elders ter wereld kwam, ging toen helemaal aan mij voorbij. Op de Katholieke kleuterschool had ik de eer om het kindje Jezus in de kerststal te plaatsen. Dat was omdat de kerststal op mijn verjaardag in de klas werd uitgestald. Dat hetzelfde kindje Jezus vervolgens na een viertal maanden, in april van het volgende jaar, hangend aan het kruis ter dood werd gesteld, kon ik als kleuter niet bevatten. Het ging me allemaal te snel. Pas later leerde ik dat er tientallen jaren tussen de geboorte en de dood van Jezus zaten.
Kerstmis werd vroeger bij mij thuis, en in mijn herinnering, niet zo groots gevierd. Natuurlijk hadden we een kerstboom in huis, hing er een verlichte kartonnen kerstster voor het raam (net als bij alle buren in de straat, in die tijd) en de roodpapieren kerstklokken werden door mijn zussen in het behang van de woonkamer geprikt. Verder werden er kerstplaten op de platenspeler afgespeeld, maar daarbij had het hele kerstfeestgebeuren bij ons thuis geen religieuze betekenis. De geboorte van Jezus was niet het middelpunt van Kerstmis. Dat de familie bij elkaar kwam, des te meer.
Traditiegetrouw, drie dagen na pakjesavond en tevens de huwelijksdag van mijn ouders, was mijn vader bezig met het optuigen van de kerstboom. Ik mocht toekijken. Mijn vader begon als eerste met het draperen van de kerstboomverlichting, en dit ging niet helemaal volgens plan. Hij stapte op de eetkamerstoel om bovenin de boom te komen en trapte met zijn voet door de stoelzitting. Hierbij verloor hij zijn evenwicht en schopte de stoel door de kamer, tegen de salontafel aan, en viel zelf, met de kerstboomverlichting hoog in zijn handen, achterover in de naakte kerstboom. Diverse religieuze verwensingen heb ik voor het eerst in mijn toen nog korte leven aan mogen horen. Nog meer verwensingen leerde ik een aantal minuten erna, toen ik aan mijn vader vroeg: ‘Doen de lichtjes het nog?’
Happy birthday!
My grandmother was a Timmerman. She would leave out treats in Ono’s shoes about this time of year. (He was our exchange student from Rotterdam).
LikeGeliked door 1 persoon