Mijn toespraak op de uitvaart van mijn moeder, 12 augustus 2021.
Vorige week donderdagochtend liep ik hier in Den Helder een hardlooprondje, en ik liep hierbij langs de bollenboer op de Kortevliet waar ik in de zomer van 1979 als twaalfjarige jongen voor het eerst ging bollenbellen.
Een herinnering die ik jaren vergeten was, kwam tijdens het hardlopen naar boven: Ik had die zomer op de eerste werkdag bij de bollenboer een paar kistjes vol gepeld en vond dat ik wel genoeg had gedaan.
Ik liet het aantal kistjes noteren en sprong blij op mijn fiets, terug naar huis.
Groot was mijn verrassing dat ik halverwege de Kortevliet mama tegenkwam.
Ze was onaangenaam verbaasd en vroeg me waar ik naar toe ging.
Toen ik haar vertelde klaar te zijn, gaf ze me het antwoord: ‘Ik dacht het niet, knul’.
Dus daar ging ik weer, samen met mama, terug naar de bollenboer. Mama met rechte schouders en ik met gebogen hoofd, en afgezakte schouders.
Mocht ik aan de bollenboer vragen of we alsnog eens paar kistjes extra mochten volmaken.
Voor mama was het belangrijk dat wanneer je ergens aan begon, je dit ook afmaakte.
Desnoods met haar hulp.
Dit is zo maar een herinnering van de honderden die me de afgelopen week door mijn hoofd gingen.
Het was op 16 juli 2018 dat bij mama de uitslag van de geheugentest bekend werd. Het was die maandag, de dag waarop ze in de ochtend alleen nog maar vergeetachtig was. In de middag had ze officieel Alzheimer.
Het was niet alleen voor ons een zware tegenvaller, maar ook voor mama zelf. Ik heb van de week nog in oude WhatsApp-berichten teruggelezen dat ze er toch een paar dagen van slag van was.
Mama is sinds die dag in juli 2018 officieel dement, maar dit was ze wel op haar eigen, bijzondere manier. Want hoe vergeetachtig ze nadien ook is geworden, ze is ons in de jaren erna nooit vergeten. Ze wist nog heel goed hoe de familiesituatie was, en wie bij wie hoorde.
De allerlaatste keer dat ik mama sprak, toen ze al ziek en vermoeid in bed lag -de zaterdag voor haar overlijden, wist ze ook nog steeds wie ik was en vroeg ze me naar Edo, want ze kon hem vanuit bed niet zien. Edo was gewoon bij me.
Mama was attent naar de mensen om haar heen.
Mama was zoals ik het noem; ‘attent-dement’.
Ze vroeg me altijd naar iedereen en iedereen naar anderen, en dat deed ze dan zo’n zes á zeven keer.
In een recordtijd van een paar minuten.
In een van mijn laatste gesprekken met mama begon ze over dat haar haar wel erg dun werd. Maar ze maakte er meteen ook een grapje over dat ze dan een excuus had om mooie hoedjes te kopen. Zo was ze, mama wist bij iedere tegenslag iets positiefs te verzinnen.
En zo wil ik mama graag herinneren; een lieve vrouw die overal het positieve van inzag.
Want huilen is soms nodig, maar lachen is noodzakelijk.

Verdrietig om afscheid te moeten nemen van je moeder. Denk aan haar met een glimlach. Veel sterkte Dray en Edo.
LikeGeliked door 2 people
I was sad to read this; I thought your eulogy a lovely one. Thank you for sharing it.
LikeLike