Woord

Er zijn woorden die jarenlang rustig in de taal liggen te wachten, tot de wereld ze ineens nodig heeft. Hallucineren is zo’n woord. Het hoorde bij koorts, slaapgebrek, paddo’s en films waarin iemand langzaam ontspoort. En nu is het het Woord van het Jaar 2025. Keurig uitgeroepen door de redactie van Van Dale, zonder publieksstemming, zonder campagnes, zonder mensen die elkaar online in de haren vliegen over de morele lading van een zelfstandig naamwoord.

Hallucineren, dus. Van Dale koos het woord omdat het in het tijdperk van kunstmatige intelligentie een nieuwe betekenis heeft gekregen. Niet langer alleen iets wat zich in een hoofd afspeelt, maar ook iets wat een machine kan doen. AI-systemen kunnen informatie geven die overtuigend klinkt, maar nergens op gebaseerd is: geen betrouwbare data, geen feiten, wél een verhaal. Dat noemt men tegenwoordig hallucineren. Het woord is oud, de toepassing verrassend actueel.

Ik vind dat mooi. Taal is flexibel, maar ook genadeloos precies. Zodra we een nieuw verschijnsel niet goed kunnen plaatsen, zoeken we een bestaand woord en schuiven er een betekenis bij. Zo voelt het minder bedreigend. Het is geen systeemfout, geen fundamenteel probleem, het is een hallucinatie. Alsof de computer even dagdroomt.

Wat Van Dale ook zegt, is dat dit woord een bredere ontwikkeling weerspiegelt. AI gebruikt taal om met ons te communiceren en beïnvloedt daarmee onze woordenschat. We praten anders over fouten, over waarheid en over betrouwbaarheid. Dat is geen detail, dat is een verschuiving.
Hallucineren. Een woord dat waarschuwt zonder te schreeuwen. Dat lijkt me, voor 2025, helemaal geen slechte keuze.

Winteravond

Er is de laatste tijd iets eigenaardigs met hardlopen. Ik begon ermee omdat het simpel is: schoenen aan, deur uit, en gaan! Je denkt dat het een hobby is, maar voor je het weet, heb je er een relatie mee. In mijn geval al bijna vijftien jaar. Vijftien jaar waarin mijn vaste rondje zich gedraagt als een oude vriend. Ik ken inmiddels elke stoeptegel, elke boom, elke flauwe bocht. En als ik een keer niet ga, lijkt het rondje teleurgesteld. Alsof het bij de deur staat te wachten: kom je nou?

Ik hou ervan. Echt. Die eerste meters waarin je lijf nog protesteert, het middenstuk waarin je voeten en gedachten in dezelfde pas lopen, het laatste stuk waarin je denkt dat je soepel gaat maar vooral opgelucht bent dat het bijna klaar is. Hardlopen geeft me rust en ritme.

Maar sinds vorig jaar zit er een barst in die liefde. Die barst heet: winteravond. Niet vanwege de kou of de regen. Daar kan ik wel tegen. Een beetje nattigheid hoort erbij, en donker ook. Met een reflecterend hesje met verlichting loop je al rond als een kerstboom in de maak. Nog net geen piek op je hoofd. De kerstsfeer komt vanzelf.

Nee, het zijn de anderen die de avond verpesten. De idioten die zich op het asfalt begeven. Fietsers zonder licht. Die zie je niet aankomen. Of juist die types die alleen verlicht worden door het scherm van hun mobieltje dat ze in hun eigen gezicht houden. Alsof ze vrijwillig blind zijn. Je ziet alleen die witte snuit in het donker zweven, de rest blijft onzichtbaar. En wanneer ik schrikt, kijken ze op alsof ík een verschijning ben.

En dan heb je de zombie-wandelaars. Mensen die lopend volledig in hun scherm wonen. Ze schuifelen voort, vingers tikkend, ogen omlaag, hersenen elders. Je kunt er langs rennen, kuchen, hoesten, zingen — ze merken niets. Zelfs NASA zou geen signaal kunnen sturen dat hen nog bereikt. En die honden… ach, soms lijkt het alsof ze je bijna smeekend aankijken. Zo’n blik van: kom op baas, we zijn buiten. Thuis zit je al de hele avond naar een scherm te koekeloeren. Je zou bijna stoppen om die hond sterkte te wensen.

En daar ren ik dan tussendoor. Slalommend, licht vloekend, mijn vertrouwde rondje verdedigend tegen de spookfietsers en zendmast-zombies. Soms denk ik eraan om later te gaan lopen, als iedereen binnen zit te scrollen in plaats van rond te dwalen over de stoep. Maar ja — dan moet ik weer vroeger eten. En als ik vroeg eet, sta ik om tien uur hongerig in de keuken. Dat schiet ook niet op.

Een loopband? Geen optie. Ik wil echte vooruitgang. Echte lucht. Echte bochten. Niet de illusie van beweging in een zaaltje waar het naar rubber en zweet ruikt.

Dus ren ik verder. Mijn rondje en ik, vijftien jaar samen. De wereld eromheen verandert, soms ten goede, vaak niet. Maar één ding blijft: ik hou ervan. En dat laat ik me niet zomaar afpakken door zombies op sneakers, spookfietsers met telefoons, of mijn eigen hysterische kerstverlichting.

Zeven-Vijftig

Komend weekend loop ik weer een officiële run. Niet zomaar een rondje, maar 7,5 kilometer door Amsterdam. Omdat de stad 750 jaar bestaat. Een slimme vondst, dat getal. Zeven-vijftig. Het klinkt vriendelijk, bijna nonchalant. Maar iedereen die hardloopt weet: tussen vijf en tien kilometer zit een wereld van verschil.

De route gaat kris kras door het Vondelpark. Een plek die ik aardig ken; de bochten, de bruggetjes, de stukken waar het altijd nét iets zwaarder gaat. In de lente ruikt het er naar gras en verwachting, in de herfst naar regen en volharding. Dit weekend zal het ruiken naar mensen. Naar honderden lopers, allemaal met hun eigen tempo en hun eigen reden om te rennen.

Er is iets moois aan hardlopen in een georganiseerde run. Je praat niet, maar toch ben je samen. De cadans van voetstappen, het zachte hijgen om je heen, een duim omhoog van iemand die net zo moe of gemotiveerd is als jij. Misschien een paar opbeurende woorden, maar geen verschil in wie of wat je bent. Alleen het gedeelde ritme van volhouden.

De finish is in het Olympisch Stadion, en dat blijft magisch. Dat heeft de ervaring mij geleerd: die bocht naar binnen, het geroezemoes dat aanzwelt tot applaus. Even voel je je deel van iets groters.

En als je daarna in het stadion de run uitloopt, adem terug, hart nog hoog, denk je aan de stad die ouder is dan jij ooit zult worden. Zeven-vijftig. Een ode aan Amsterdam, aan alle benen die het volhouden, en aan dat kleine moment waarop honderden mensen tegelijk hetzelfde doen. Genieten.

Oktober

Oktober is voor mij een maand die nergens echt thuishoort. De zomer heeft afscheid genomen, maar haar warmte hangt nog in de herinnering — als een parfum dat in de kamer blijft zweven nadat iemand is vertrokken. De dagen worden korter, de zon hangt lager, en de avonden brengen een eerste belofte van kou.

Zaterdagochtend, bij de koffie, twijfel je. Korte broek of running tights? Het ene moment lijkt het nog nazomer, het volgende herfst. Een jasje voelt overdreven als je vertrekt, maar noodzakelijk zodra je omkeert. De straatstenen glanzen vochtig, de lucht is koel en ruikt naar aarde en blad. Terwijl je loopt, hoor je het zachte kraken van je eigen pas — het enige geluid in een wereld die langzaam wakker wordt.

De ochtenden zijn donker nu. Waar in augustus de zon je nog tegemoet sprong, lijkt ze nu te aarzelen. En jij aarzelt mee. Je denkt aan het strand, aan de lange dagen die zomaar voorbij zijn gegaan. Aan avonden op een terras waar de tijd vloeibaar leek.

Toch is er iets rustgevends aan dit tussenland. Oktober vraagt niets. Ze nodigt uit tot stilstaan, tot ademhalen. En ergens, aan de horizon van de kalender, lonkt november — de maand die de opstap vormt naar lichtjes, geuren van kaneel en het geritsel van cadeaupapier. De eerste kerstetalages zullen spoedig verschijnen — nog wat onwennig, alsof ook zij moeten wennen aan het idee dat de feestmaand eraan komt.

Oktober is de schakel tussen herinnering en verwachting. Ze is geen seizoen, maar een zucht: een zachte overgang tussen het warme verleden en het glinsterende vooruitzicht. En terwijl je na het lopen je dampende adem ziet vervagen, weet je: november klopt al aan — met koude handen, maar een warm hart vol belofte.

Getal

Leeftijd is een getal. Het is een cliché-uitspraak, maar wanneer het getal boven de vijftig is gekomen, dan vind ik het toch meer dan alleen maar een cijfer. Natuurlijk voel ik me jong, maar ik bén echt wel ouder dan mijn eigen gedachten me doen geloven. Mijn lichaam houdt me de laatste tijd wat vaker een spiegel voor. Blessures komen sneller, en vooral ook; ze blijven langer. Een pijntje, een stijve knie, spierpijn die zich gedraagt alsof het recht heeft op een week vakantie, en dat terwijl ik alweer klaarsta voor een volgende ronde.

Ook merk ik dat ik sneller moe ben dan vroeger. Waar ik voorheen ’s avonds nog energie over had om van alles te doen, ben ik nu blij als ik gewoon even kan zitten met m’n benen omhoog. Is dat erg? Nee. Wel vind ik het confronterend.

Toch geef ik niet op. Ik blijf hardlopen. Want juist dat geeft me het gevoel dat ik nog steeds meedoe, dat ik leef, beweeg en volhoud. Rust roest is mijn levensmotto geworden. Als ik stil blijf staan, voel ik me pas echt oud.

Hardlopen is mijn uitlaatklep, mijn manier om de tijd te laten weten dat ik nog niet uitgerangeerd ben. En zolang mijn benen het blijven doen, al gaat dat piepend en krakend, blijf ik doorgaan. Want ouder worden mag dan onvermijdelijk zijn, opgeven vind ik dat allerminst.

Happiness

We zitten in het laatste weekend van het jaar. Nog een paar dagen en dan ligt er weer een jaar van ervaringen achter ons. Voordat het nieuwe jaar begint, is het deze periode het moment van de diverse overzichten van de afgelopen twaalf maanden. Een optelling van wat waren onze hoogtepunten waren en welke juist niet. Het is niet dat ik een overzicht nodig heb om te weten dat de wereld in brand staat. En wanneer ik dan de laatste weken wederom neeschuddend de nieuwsberichten lees, ben ik me ervan bewust dat we dit al jaren roepen. Sterker nog; ik kan me niet anders herinneren. Al sinds ik nog geen acht jaar oud was mag ik het doemdenken van de mensen om mij heen horen. Sinds het begin van de jaren zeventig hoor ik al dat het zo niet langer kan. Toch gaan we door met het leven. Wellicht is dit de verborgen boodschap: Leef het leven en maak er het beste van. Geniet van de geluksmomenten. Ik ben van mening dat je niet ver hoeft te zoek voor die momenten van geluk en tevredenheid.

Zo kijk ikzelf terug op een enigszins teleurstellende hardloopjaar. In februari kreeg ik een blessure in een van mijn kuiten, waardoor ik voor een tijdje niet kon hardlopen, en in september heb ik mogelijk tijdens een vakantievlucht een corona-achtige virus opgelopen, waarna ik ruim een maand geen conditie heb gehad om lekker hard te lopen. Het hardloopgeluk kwam later weer terug in de vorm van nieuwe hardloopschoenen; Nike Pergasus Plus. Deze schoenen zitten me zo fijn, dat ik nu eindelijk weer op mijn oude hardlooptempo zit, en is het hardlopen voor mij weer helemaal leuk*. Gelukkig is het hardlopen voor mij niet bepalend voor mijn levensgeluk, en kijk ik terug op een leuk en positief jaar. Dit is mijn wens voor iedereen.

*Ik heb nu twee paar hardloopschoenen Nike Pegasus Plus op voorraad in de kast liggen.

Hometown Glory

Het is de tweede zondagochtend van april en het ontbijt wordt deze zondagochtend iets vroeger klaargemaakt dan dat we gewend zijn. Vandaag staat er een hardloopwedstrijd op de agenda. Om 10:00 uur moeten we met de auto vanuit Almere vertrekken naar het hoge noorden in Noord-Holland, om daar op tijd te zijn wanneer het startschot om 12:00 wordt gelost voor de tien kilometer van ‘De Halve van Den Helder’.

Nadat we het ‘ontbijt op bed’ hebben genuttigd en een aflevering van Modern Family (voor de zoveelste keer) hebben gezien, stap ik onder de douche om hierna mezelf klaar te maken van de reis en het hardlooprondje dat me deze zondag te wachten staat. In een relaxt tempo trek ik de hardloopkleren aan. De compressiekousen trek ik pas in Den Helder aan, ik heb begrepen dat het niet goed is om deze sportkousen uren lang te lang te dragen.

Waar ik voorheen als een stresskip in een flipperkast door het huis rende, ben ik deze ochtend rustig. Eén van de -weinige- voordelen van het ouder worden. Even na 10:00 uur rijden we de straat uit, onderweg naar onze geboortestad. De zon begint voorzichtig door de bewolking te schijnen. Het belooft een dag van ‘zonnebrildragen’ te worden. Ondanks enkele wegwerkzaamheden onderweg komen we op tijd aan op het oude terrein van de Rijkswerf.

In de auto, op het parkeerterrein, trek ik mijn compressiekousen aan. De blessure die ik in februari heb opgelopen is nog niet over, en ik ben liever goed voorbereid dan dat ik achteraf spijt krijg. De altijd krachtige wind in Den Helder voelt fris aan en ik doe mijn jasje pas uit wanneer ik vijf minuten voor de start in het startvak ga staan. Hier staan inmiddels voldoende hardlopers, klaar voor de start.

Klokslag twaalf uur wordt het startsein gegeven en ik begin aan mijn run. Het sporthorloge en de hardloop-app zijn geactiveerd, klaar om de komende tien kilometer te registreren. Nadat we de oude Rijkswerf verlaten lopen we over de Westgracht in de luwte. Deze wordt al ras weggeblazen wanneer ik de Beatrixstraat inloop. Vanaf daar, via de Javalaan, tot in het Timorpark hebben we de wind tegen.

Inmiddels voel ik een pijntje in mijn linkerscheenbeen opkomen, maar ik loop stug (eigenwijs) door. Zoals altijd verleg ik het moment voor me uit, om eventueel verderop mijn kousen aan te passen. Dit lukt me, blijkt later, tot na de finish. Hoe meer ik loop hoe minder de pijn aanwezig is, maar wanneer we over het Kerkhofpad richting de Huisduinerweg lopen, voel ik dat mijn linkervoet begint te ‘slapen’. Het tintelende gevoel houdt aan.

Vanaf de Huisduinerweg, via de Grasweg, naar de vuurtoren heeft iedereen last van de aanhoudende, stevige tegenwind. Leunend tegen deze ferme wind loop ik richting het Schapendijkje. Ik weet inmiddels dat deze tien kilometer niet mijn snelste zullen zijn, en ik ben opgelucht dat ik nu even de wind in de rug heb. Nu ik ruim zeven kilometer heb gelopen, begint alle pijn langzaam te zakken en loop ik vrolijker over de dijk van Den Helder.

Wanneer we de dijk weer aflopen, naar de Kanaalweg, is het nog anderhalve kilometer te gaan tot de finish. Er is na acht kilometer eindelijk een toeschouwer die me persoonlijk aanmoedigt. Het publiek langs het parcours in Den Helder ervaar ik als eenkennig; wanneer ze je niet herkennen, kennen ze je niet. Gelukkig is dat op het terrein van de Rijkswerf iets anders en loop ik na 53 minuten met het luide gejuich van het publiek over de finish. Mijn eerste hardloopwedstrijd en medaille van dit jaar heb ik in de pocket.

Who Let the Dogs Out?

Wanneer ik jaren geleden, en hiermee bedoel ik minimaal tien jaar geleden, net een beginnende hardloper was, stierf ik bijna een duizend doden wanneer ik in de stadsparken van Almere loslopende honden tegenkwam tijdens mijn hardlooprondjes. Ik ging er altijd maar vanuit dat de honden, wanneer ze me zagen hardlopen, meteen tegen me op zouden springen. Dat dit niet zomaar een verzinsel was, kwam door de eerdere ervaringen die ik heb mogen beleven.  

Tot het moment dat ik een artikel had gelezen over de eigen mind set; wanneer je de zaken anders benaderd dan dat je voorheen deed, kan het zijn dat het een totaal andere ervaring wordt. Het klinkt natuurlijk ‘zweverig’ en erg hulpbehoevend van de eigen geest, maar er zit wel een kern van waarheid in. Vanaf dat moment zag ik de loslopende honden als enthousiaste supporters. Ik moest het sowieso zien als dat ze me vrolijk begroetten.

Mijn probleem was hiermee niet verholpen, maar ik ervaarde het wel anders. Ik zag de honden niet langer als irritante beesten. Het is een ander verhaal over de hondeneigenaren. Hoe ik dit probleem ook benader, het wordt niet positief. Ik zal ook nooit vergeten dat ik een paar jaar geleden tijdens een hardlooprondje in het Wilgenbos, in Almere -tevens een favoriete uitlaatspot voor de hondenuitlaters, dat er een roedel honden enthousiast om me heen rende en een zogenaamd bezorgde eigenaresse op afstand riep: ‘Heeft hij je gebeten!?’

Ik rende nee-schuddend verder, maar dacht: Waarom die vraag? Wanneer je weet dat je hond anderen kan bijten, waarom laat je deze dan loslopen? Soms verlang ik ernaar dat ik in staat ben dat ik iets kan doen aan de mind set van anderen.

Parijs 2023

Maandagavond ontving ik een emailbevestiging van mijn startnummer (11706) voor de run van aankomende zondag: De 20 kilometer van Parijs. Vanaf vrijdagmiddag kan ik mijn startnummer bij de Eiffeltoren ophalen, en wanneer die in mijn bezit is, ben ik er klaar voor. Dan is het alleen nog maar op zondagochtend mijn hardloopkleding aantrekken en gaan. Oké, misschien is het een goed idee om eerst vanuit het hotel naar een metrostation te lopen en daar de metro (lijn 6) naar het Trocadéro nemen, om daar naar het startvak te wandelen, maar dat komt wel goed.

Tot die tijd begeef ik me nog wel even in Nederland, want vrijdagochtend rijden we richting de Franse hoofdstad en hopen er na vijf uur rijden ergens de auto te kunnen parkeren om vanuit daar naar ons hotel te lopen. Dan kan het weekendje Parijs beginnen met -voor mij- als hoogtepunt de run die ik al zo lang wilde doen. Maar daarnaast gaan we gewoon de toerist uithangen en genieten van de stad.
Le plaisir, but ultime de la vie.

Dilemma

In het tijdschrift Runner’s World waarvan ik abonnee ben, staat maandelijks een kort interview met een bekende Nederlander, die ook aan hardlopen doet. Het zijn vaak stellingen die genoemd worden, waarbij de geinterviewde persoon zijn keuze moet maken. Ik ben geen bekende Nederlander. Ik ben niet eens beroemd in mijn eigen straat, dus een interview met mij zal je niet zo snel in het tijdschrift vinden. Maar hier wel.

Ervaren of beginner
Ik voel me vaak nog een hardloper die net is begonnen, maar ik trek nu al 12 jaar lang iedere week een paar keer mijn hardloopschoenen aan, dus enige ervaring is mij niet vreemd. Ik word er wel een beetje blij van dat ik volgens de app van Nike Running bijna 15.000 kilometers heb hardgelopen sinds ik in 2011 begon.
’s Ochtends of ’s avonds
in de ochtenduren! Ik ga ook wel vaak aan het einde van de middag een rondje hardlopen, na het werk, maar ik ga het liefst zo vroeg mogelijk de deur uit. Heerlijk alleen buiten. Nog voordat de dag begint en heel veel mensen thuis in bed liggen. Dan voelt het alsof de wereld helemaal van mij alleen is. Heerlijk!
Ambitieus of recreatief
Recreatief. Ik ben van nature niet zo ambitieus. Misschien is dat omdat ik niet goed met teleurstellingen kan omgaan… Hoewel ik er wel altijd op let dat ik mijn rondjes met een gemiddelde tijd van 5 minuten per kilometer loop. Wanneer dit hoger dan 5:15 minuten ligt, dan ben ik wel lichtelijk teleurgesteld.

Zin of tegenzin
Bijna altijd wel zin. Het aantal keer dat ik in de afgelopen 12 jaar geen zin heb gehad is misschien op twee vingers na te tellen. Ik heb het verborgen talent dat ik altijd wel zin heb om te gaan hardlopen.
Weer of geen weer
Ik ga ongeacht het weer de deur uit. Ik geef toe dat wanneer de temperaturen te hoog of te laag zijn, ik liever niet ga. Maar ik ga wel. Desnoods even iets later, wanneer het buiten enorm hoost.
Outfit of oude kloffie
Een combinatie van beiden. Maar ik ben wel een beetje een shop-a-holic wat hardloopkleding en -gadgets betreft. Leuke hobby’s mogen wel wat geld kosten.
Alleen of samen
Alleen. Ik ben een solorunner. Het staat ook met een hashtag bij mijn social media-posts. Ik zie de fun er ook niet van in om hardlopend te ouwe hoeren. Dat doe ik liever in een andere omgeving.

Soepel of zwoegen
Soepel graag. Zwoegen is niets voor mij. Daarom zal je mij ook geen mudmasters doen. Modder is voor varkens, zeg maar. Wanneer ik in een flow ben en soepel de kilometers wegren, word ik heel gelukkig.
Stoppen of doorgaan
In de afgelopen jaren heb ik wel momenten gehad dat ik af en toe even moest stoppen of wandelen tijdens een rondje, omdat mijn conditie te slecht was of er speelde een blessure op, maar het liefst loop ik gewoon door.
Inspiratie of ontspanning
Hardlopen is een perfecte combinatie voor mij. Het inspireert en het ontspant me. Meditatief en creatief.
Onderhoud of verslaving
Ik denk dat het, gezien mijn leeftijd, vooral met onderhoud heeft te maken. Na je vijfenvijftigste jaar is je lichaam niet meer zo sterk en soepel als voorheen. Maar ik moet toegeven dat het hardlopen voor mij meer een verslaving is. Ik word enorm onrustig wanneer ik even niet heb hardgelopen.

Blij

Gisteren was het eindelijk zover. We konden weer met meerderen tegelijk een officieel rondje hardlopen in Almere; de Almere City Run. Dit was sinds 2019 weer de eerste keer dat we met honderden hardlopers rond het Weerwater konden rennen. Ik hoop dat evenementen als deze voortaan blijven verschoond van annulering door lockdowns of andere pandemie-gerelateerde zaken.

Zoals altijd was ik in aanloop naar de Almere City Run een beetje gespannen. Als een kind dat ’s ochtends weet dat het de dag van het schoolreisje is. Zenuwachtig. Maar dan om de goede, positieve redenen. Een gevoel dat ik de laatste twee jaar te weinig heb meegemaakt. De virtuele runs zijn leuk, maar missen het sensatiegevoel. Daarbij weet niemand langs het parcours dat je een virtuele run doet en zullen ze je niet aanmoedigen.

Bij thuiskomst is alleen de kat of hond blij dat je er weer bent (wanneer de kat nog geen eten heeft gehad). Ook is er thuis niemand die jou die welverdiende medaille om zal hangen. Die krijg je later via de post bezorgd. Prima en leuk, maar sinds de lockdowns en de andere pandemie-gerelateerde opsluitingen, is het ontvangen van post (online bestellingen) een alom bekend gevoel geworden. Het geeft geen emotionele prikkel.

Het officiële hardlooprondje, de Almere City Run, was me dan ook heel welkom. Het opgewonden gevoel in het startvak en het aftellen naar het startsein.  Het moment dat je de hardloopapp activeert wanneer je begint met hardlopen en de korte gedachten van: stel dat ik het net niet redt, die effing tien kilometers. De laatste weken hardlopen gingen ook niet heel vlot. Gelukkig zijn deze pieker-momenten van korte duur en heb je genoeg afleiding van andere hardlopers de mensen langs parcours.

De run ging goed. Geen pijntjes of andere narigheden, behalve een vermoeid gevoel, maar dat kwam meer door het benauwde weer. Na nog geen vijftig minuten liep ik over de finish. Blij dat ik de run in één keer had uitgelopen, blij met mijn tijd en blij met mijn medaille.

Nieuw

Een nieuw jaar. Driehondervijfenzestig dagen aan nieuwe mogelijkheden en kansen. Blah, blah, blah. Ik kan hier een heel relaas schrijven over de ‘goede voornemens’ voor het nieuwe jaar, maar eigenlijk moet je de dingen doen wanneer ze je ingegeven worden, en als je er echt zin in hebt. Ik heb helemaal niets voorgenomen dat ik met ingang van het nieuwe jaar zal veranderen. Ik heb geen nieuwjaar nodig om te beslissen dat ik een paar kilo’s kwijt mag raken. Ik heb de buik van een man van vierenvijftig jaar oud, en laat ik nu precies die leeftijd hebben. Misschien dat ik onder de titel ‘Inzicht & Erkenning’ moet toegeven dat ik wel minder spekbuikvet mag meedragen.

Sinds een half jaar zie ik op de foto’s die ik tijdens -of meestal na- mijn hardlooprondjes maak, dat mijn buik zich van binnenuit tegen de hardloopshirts aandringt. Dit ‘spektakel’ probeer is tactisch te maskeren met een tekst. Voor een voorbeeld van deze sociale ontkennnig, zie hier of hier. Moet ik dan toch op dieet gaan? Nee, ik denk het niet. Ik doe niet alleen aan hardlopen omdat ik het leuk vind, ik doe het ook omdat ik van eten hou. Misschien moet ik vaker gaan hardlopen en dan ook voor een langere afstand, maar misschien moet ik gewoon helemaal niets ondernemen en genieten van het leven.

Op de eerste dag van het jaar heb ik dan ook genoten van mij aanschaf van nieuwe hardloopschoenen. Ik ben enthousiast over mijn huidige harloopschoenen, maar de zolen slijten buitengewoon snel. Ik weet het; het zijn trailschoenen, dus niet geschikt voor veel hardlooprondjes op het asfalt of misschien ligt het aan mijn loopstijl, en sleep ik te veel met mijn hakken over de wegen. Wellicht is het een idee dat ik twee paar hardloopschoenen (ik heb nog een paar nieuwe trail-hardloopscoenen in de doos liggen) tegen elkaar wegloop, in plaats van dat ik steeds één paar kapotloop tot ik nieuwe schoenen moet aanschaffen.

Een kleine zoektocht op het internet leert mij dat meer dan één paar hardloopschoenen te gebruiken beter tegen blessures is. Zo worden de pezen iedere keer iets anders belast en daardoor neemt de kans op blessures af. Een website meldt: ‘Wissel daarom standaard trainingsschoenen met een lichter paar voor wedstrijden of snelheidstrainingen. Of kies voor de extra bescherming die trailschoenen je bieden.’ Het kan natuurlijk een verkooppraatje zijn, maar who cares? Ik word blij van nieuwe hardloopschoenen.

Na één maand hardlopen.

Damloop 2020, Home Edition

Begin dit jaar, eind maart, toen ik me net had ingeschreven voor de Dam tot Damloop van dit jaar, schreef ik hoopvol en een beetje sarcastisch op social media: ‘Laten we hopen dat er in september 2020 geen runs (of evenementen) meer gecanceld worden.’ De Halve van Den Helder wat toen net een week daarvoor geschrapt in verband met COVID-19. Ik kon toen nog niet weten dat de runs waarvoor ik me dit jaar had ingeschreven allemaal geschrapt gingen worden. Naast de Halve van Den Helder, geen Almere City Run, geen Dam tot Damloop en geen 20 Kilometer de Paris. Ik was enigszins teleurgesteld, maar ik kan me ervaringen herinneren die ik meer droevig vind.

De maanden erna ervaarde ik steeds meer dat er organisaties opstonden die virtuele hardloopwedstrijden bedachten, waarbij je na inschrijving -en een betaling- voor een virtuele run een medaille in ontvangst mocht nemen. Ik had me voor een paar runs ingeschreven, maar er was geen controle of je de verplichte afstand daadwerkelijk had gelopen en ik ervaarde het toch een beetje als het kopen van medailles, in plaats van een officiële hardloopwedstrijd lopen. Voor de geschrapte Halve van Den Helder kon je later bij bewijs van de door jou gelopen afstand alsnog een medaille in ontvangst nemen. Dat voelde meer eerlijk aan.

Afgelopen juli werd door Le Champion, de organisator van de Dam tot Damloop, bekendgemaakt dat de run van 2020 op een alternatieve manier doorging. De Deur tot Deurloop, of de Damloop Home Edition. Hierbij moest je in het weekend van 19 en 20 september de verplichte Engelse Mijl afleggen en via een app vastleggen. Nog voordat ik enige uitleg had gelezen wist ik dat ik hieraan wilde meedoen. En ik wist ook al welke alternatieve route ik ging afleggen. De route die ik begin maart had gelopen, net voordat corona in Nederland uitbarstte. De route van Weesp naar Almere.

Zo startte ik gisterochtend even na acht uur in de ochtend mijn Damloop, Home Edition in Weesp. Het voelde een beetje als de real thing toen ik tussen alle andere treinreizigers door het station van Weesp liep. Het was alsof we met zijn allen naar ons startvak begaven, hoewel ik alleen verder naar buiten liep en mijn hardloopapp startte. De Damloop 2020 was voor mij begonnen. Door het centrum van Weesp liep ik naar de Vesting Weesp om me daar via de Lange Muiderweg richting Almere te lopen. Er stond een frisse noordoostenwind die mijn hardlooptempo zou tegenwerken, maar ik zag dit niet als een tegenslag. Ik wilde de run gewoon uitlopen.

Het hardlopen ging lekker. De frisse noordoostenwind bleek een aangename verkoeling langs het spoor, richting Muiden. Het was deze editie ook de eerste keer dat ik een verkeerde afslag had genomen. Bij Muiden vergat ik de Hakkelaarsbrug over te steken en eerder rechtsaf af te slaan. Dit waren een paar honderd verloren meters die ik terug mocht lopen. Op de IJsselmeerweg had ik iets meer last van de tegenwind, en ik denk dat ik daar qua snelheid wat tijd heb mogen inleveren, zo totdat ik de Hollandse Brug over was gelopen. Hierna was het allemaal een thuiswedstrijd geworden. Voor mij bekende grond waar ik in het verleden wel meer hardloopkilometers heb achtergelaten.

Op het Spoorbaanpad in Almere, langs het spoor ging het gewoon voortreffelijk. De zon scheen feller, waardoor het met de noordoostenwind aangenaam hardlopen werd en voordat ik het doorhad waren er inmiddels veertien kilometers afgelegd. Ik kwam nu op de bekende plekken in Almere waar ik bijna wekelijks kom met mijn hardlooprondjes. Ik besloot voor de zekerheid een extra kilometer te hardlopen. Better safe, than sorry, zeggen ze elders, en na één uur en negenentwintig minuten vond ik dat mijn Dam tot Damloop 2020 had uitgelopen. Een enorm leuke ervaring, maar volgend jaar graag weer zoals ik deze run gewend ben.

Volle maan – Run 14

Memo aan mijzelf: draag een onderbroek tijdens het hardlopen!

Misschien is het een gênant onderwerp voor de hardlopers, of gewoon gênant in het algemeen. Het wel of niet dragen van onderbroeken. Voorheen stapte ik met mijn blote kont in mijn hardloopbroeken, maar ondanks de binnenbroek of andere afwerkingen, vind ik het toch fijner dat ik altijd shorts draag onder mijn sportkleding. Tijdens de afgelopen hardlooprondes 12 & 13 was ik eigenwijs en hebben de scherpe stofranden in mijn hardloopshorts (tights en shorts) flink mijn liezen bewerkt. Er is niet genoeg Sudocrem in de wereld om mij enige verlichting te geven.

Nu kan het zijn dat het dankzij deze pijnlijke liezen mijn hardlooprondje van vanmiddag niet helemaal lekker ging. De hele dag ging eigenlijk helemaal niet zo vlot. Wellicht heeft het te maken met de maanstand. Het is vandaag volle maan en als je de legendes moet geloven veranderen sommige mensen in weerwolven en andere monsters. Sowieso heeft de maan invloed op het tij (eb en vloed), dus als het de zee kan laten stijgen (en zakken), dan kan het ook invloed hebben op de mensen. Denk ik. Behalve dan dat over het veranderen in weerwolven of monsters.

Mijn rondje ging vanmiddag gewoon niet lekker. Mijn sokken zaten scheef aan mijn voeten en ondanks dat ik dacht met enige schwung de eerste kilometers te lopen, ging ik iets langzamer dan dat ik de afgelopen periode heb gedaan. Gelukkig herkreeg ik enige motivatie toen ik langs een sportschool liep en daar een paar mensen op de lopende band achter het glas zag zweten. Dan deed ik het toch iets beter, hardlopen in het namiddagzonnetje. Niet dat het rondje nu overging in een sprintje, want mijn liezen deden zeer en mijn sokken bleven scheef zitten, en de trap van ±30 treden waren een opgave.

Ik was terecht opgelucht toen ik in het Hanny Schaftpark kon stoppen met hardlopen en voorzichtig de laatste meters naar huis kon wandelen.

Run 14.
Start: 17:33 uur.
Afstand: 05,15 kilometer.
Tijd: 0:25:04 uur.
Tempo: 04:52 per kilometer.
Calorieën: 560 cal.

img_1448

 

 

Hemels!

Hemelvaartsdag. Zomaar een dagje vrij op een doordeweekse dag. Nu is dit niet zo een verrassing, want deze christelijke dag valt altijd op een donderdag. De vrijdag erna wordt bij sommige werkgevers als een collectieve verlofdag besteed, maar ik werk bij een dienstverlenend bedrijf, dus zijn wij de vrijdag daaropvolgend open. Het is maar goed dat ik een verlofdag heb opgenomen. Edo, mijn echtgenoot, werkt bij een productiebedrijf en daar betekent Hemelvaartsdag helemaal niets. Het is vandaag een doodnormale werkdag voor hem. Voor mijzelf mag ik genieten van een minivakantie. Hemels!

Dankzij Hemelvaartsdag mocht ik uitslapen. Voor mij is een half uur langer in bed liggen al uitslapen, dus vanmorgen om 10 voor 8 stond ik in mijn hardloopschoenen voor het huis en sloot de deur achter mij. Het weer was minder tropisch dan de afgelopen dagen en de eerste kilometers van mijn hardlooprondje deed ik de regen. Verder ging het hardlopen goed. Het lijkt er sinds kort op dat dat ik in een blessurevrije-periode ben beland. A blessing. Het lukt me weer om zonder problemen en pijntjes meer dan 10 kilometers weg te rennen. Hemels!

Ook is het fijn dat ik hier op draybosma.nl weer wat letters weg kan typen, want de afgelopen maanden was ‘Enorme-Stilte’ op dit weblog de enige aanwezige. In mijn hoofd schrijf ik altijd wel een stukje tekst, ik denk in verhalen, maar wanneer ik eenmaal thuis ben heb ik geen behoefte om nog een keer voor een beeldscherm te zitten. Dat doe ik wekelijks al 40 uur. Maar op een dag als vandaag, heb ik wel tijd om dat wat me bezig houdt via tekst te delen. Zoals het goede nieuws dat mijn werkgever me van de week vertelde dat zij mijn contract per 1 augustus voor onbepaalde willen verlengen. Hemels!

img_1969
vanmorgen om 8 uur.