Het is nu ruim 10 jaar geleden dat er op een verjaardag van kennissen een meisje van ongeveer tien jaar oud naast me kwam zitten. Ze moet nu ongeveer 20 jaar oud zijn. Een jongedame, zeg maar. Als kind heeft ze destijds enige indruk op me gemaakt. Ze vertelde me over haar favoriete CD. Het was tot mijn verbazing geen K3, maar de soundtrack van ‘The Wiz’. Nog voordat ik haar iets over haar favoriete CD kon vragen, begon ze enthousiast te vertellen over The Wizard of Oz.
‘Nou, een meisje is van huis verdwaald in een andere wereld en zij ontmoet daar een vogelverschrikker, een leeuw en een robot… Nee, een tinnenman. Om naar huis te kunnen gaan moeten ze naar de tovenaar, de Wiz. En de vogelverschrikker, de leeuw en de tinnen mangaan samen met haar op zoek, want zij willen ook iets van de Wiz.’ Met haar handen telt ze de personages. ‘De vogelverschrikker wil hersenen, de leeuw wil moed en de tinnenman wil een hart, en met zijn vieren gaan ze over het gele stenen pad naar de Wiz’.
Enthousiast vertelt ze verder. ‘Nou, de Wiz blijkt dus een gewone meneer te zijn die óók verdwaald is, maar dat vertelt hij ze eerst niet, want ze moeten eerst de gemene heks verslaan. Dat doen ze met water, want daar is ze allergisch voor en dan verdwijnt ze in de wc-pot. Iedereen is blij en danst. Dan gaan met z’n vieren terug naar de Wiz en komen er achter dat hij helemaal niet kan toveren. Dan zegt Dorothy, zo heet het meisje, tegen de anderen dat waar ze naar op zoek zijn al in hun bezit is.’
Ze legt het aan me uit. ‘De vogelverschrikker hoeft geen hersenen meer, want hij heeft slimme plannetjes bedacht. De leeuw is heel moedig geweest en heeft gevochten. En de tinnenman heeft juist wel een hart, want hij is heel aardig. Dan komt er een lieve heks die heel mooi kan zingen en die zegt tegen het meisje dat ze haar schoenen drie keer moet klikken. “Klik je hielen drie keer”, zegt ze en dan is het meisje weer thuis.’ Ze kijkt me even diep in de ogen. ‘Dus soms moet je helemaal niet zoeken, want zonder dat je het weet heb je het allang. En dat je dat dan eerder niet doorhad’.
Ik bedenk met enige verbazing dat een meisje mij zojuist uitlegt dat je naar het innerlijke moet kijken en niet naar anderen en de buitenkant. Als ik haar bedank voor haar mooie en duidelijke verhaal, haalt ze haar schouders op en pakt ze haar glas met limonade. ‘Je mag de CD wel eens een keer van me lenen hoor.’